tag:blogger.com,1999:blog-38897120897794916392024-02-19T03:06:57.787+01:00Dit Is JackGerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.comBlogger22125tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-17121122417367702762010-12-27T21:25:00.000+01:002010-12-27T21:25:36.853+01:00Derde KerstdagVandaag is het derde Kerstdag. Vorig jaar was het op deze dag in ieder geval derde Kerstdag. Toen hadden we drie dagen, waarvan ik er twee met veel plezier aan een heel dik boek wijdde. Een echte stille kerst waar ik met weemoed aan terugdenk. <br />
<br />
Vandaag is het derde Kerstdag en ik heb gewerkt. Ik had m'n dag niet beter kunnen besteden. Vorig jaar zat ik in de bioscoop. Met twee vreemde vrouwen. Wat een andere tijd was dat. Ik kan het me nog herinneren alsof het gisteren was en toch is er zo'n enorme afstand. Er is ook veel gebeurd. Teveel om op te noemen. Dat ga ik dus ook niet doen, want ik ben niet van plan om mijn blog nieuw leven in te blazen.<br />
<br />
Vandaag is het derde Kerstdag en om de één of andere reden voel ik toch de behoefte om weer iets te typen. Geen idee waarom. Er valt eigenlijk niet zoveel meer te zeggen. Het voelt wel lekker om weer eens te schrijven. Dat is veel te lang geleden. Goede voornemens voor volgend jaar zijn er... vooral veel schrijven. Maar of het er ook van komen gaat. <br />
<br />
Vandaag is het derde Kerstdag en alles is hetzelfde. Er is zoveel gebeurd en zoveel veranderd en toch is alles uiteindelijk heel erg hetzelfde gebleven. Misschien ben ik veranderd. Ik zou het niet weten. Je bent denk ik zelf de laatste die dat opmerkt. Gelukkig maar. <br />
<br />
Vandaag is het 27 december. Een dag als alle anderen. Ik heb gewerkt en om mij heen hebben mensen geleefd. En morgen doen we het met z'n allen nog een keertje over. En toch voel ik vandaag de behoefte om even te schrijven. Een klein stukje maar. Nietszeggend en onzinnig. Onnodig en ongeïnspireerd. Maar toch even een paar woorden op een blog waar het al zo lang stil is. En hierna ook gewoon weer stil zal zijn. Ik heb er over gedacht om ze op te heffen. Maar iets weerhoudt me daar nog van. Zelfs al kom ik er eigenlijk nooit meer en begint het langzamerhand op een soort ruïne te lijken van wat het vroeger was. Als het ooit iets geweest is natuurlijk. <br />
<br />
Vandaag is het derde Kerstdag.Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-12097707016371919712010-07-19T19:41:00.002+02:002010-07-19T19:41:16.515+02:00Aankondiging<span style="font-size: x-large;">In de (nabije) toekomst in dit geschreven theater:</span><br />
<br />
<span style="font-size: x-large;">Toen De Dood Stierf (en andere verhalen)</span>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-28910881075866846692010-04-21T21:15:00.001+02:002010-04-21T21:18:01.460+02:00Hoofdstuk 18<div align="justify"> </div><div align="justify"> Jack legde zijn wijsvinger op het koele metaal van de goudkleurige <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Doorbell">knop</a> en drukte deze zachtjes in. Door de deur hoorde hij een tweetonig geluid dat zijn komst aankondigde. Hij wachtte geduldig, maar voelde ook een soort onrust. Anticipatie. </div><div align="justify"> De deur ging open, maar het was niet Lynn die voor hem stond, zoals hij verwachtte. Het was Bill. Haar vader. ‘Gewoon Jack,’ zei hij met een brede lach, ‘kom verder.’ </div><div align="justify"> Jack deed het, maar niet van harte. Het liefst was hij gelijk weer omgekeerd en weggegaan. Maar hij liep toch naar binnen. Er kwam een moment dat je niet meer weg kon lopen, zelfs al wilde je dat graag. Dat je onder ogen moest zien wat onvermijdelijk was. Dit was zo’n moment. Dat voelde Jack. Dit was zo’n moment.</div><div align="justify"> Ze liepen naar de woonkamer waar Lynn op de bank zat. Tegenover haar in een stoel zat een jongeman. Blond haar, keurig in pak; net als Bill. Lynn draaide zich om naar Jack. Het eerste wat opviel, was dat ze geen mitella meer droeg. ‘Hoi Jack,’ zei ze terwijl er een warme glimlach over haar gezicht streek, ‘mijn vader kwam onaangekondigd langs met een collega. Ik had je wel willen bellen om een andere keer af te spreken, maar… nou ja. Dat gaat een beetje moeilijk.’</div><div align="justify"> ‘Het geeft niet,’ zei Jack, die dat natuurlijk niet meende. Het gaf wel. Hij had deze twee mensen hier liever niet gehad, maar hij kon moeilijk iets anders zeggen. Hij kon moeilijk gelijk weer weggaan. Dus hij liep naar de man in de stoel en stak zijn hand uit, waarna hij zich voorstelde. De man deed hetzelfde en vertelde dat hij <a href="http://babybytes.nl/namen/jongens/Jeremy">Jeremy</a> heette en een collega was van Lynn. Daarna nam Jack plaats naast Lynn op de bank, waarbij hij het koffiekopje op de tafel voor hem express negeerde, in de wetenschap dat hij op de plek van Bill was gaan zitten. </div><div align="justify"> ‘Nou,’ zei Bill op luide toon, ‘jullie zijn wel wat meer dan collega’s dunkt me.’ Jeremy glimlachte veelbetekenend maar er werd verder niet meer over gesproken. Bill ging verder: ‘Jack, Lynn vindt dat ik je mijn excuses verschuldigd ben.’ Daarna was het even stil.</div><div align="justify"> ‘En wat vindt u zelf?’</div><div align="justify"> Bill antwoordde niet, maar keek Jack enigszins vijandig aan. Jack lachte om zijn irritatie te verbergen en voegde eraan toe: ‘Lynn weet wat ik er van vind. U bent mij geen excuses verschuldigd en al helemaal niet wanneer u ze niet meent. Maar ik begrijp waar u vandaan komt en ik kan u zelfs wel een beetje gelijk geven.’</div><div align="justify"> ‘Werkelijk?’</div><div align="justify"> ‘Natuurlijk! Een vreemde man stapt het leven van uw dochter binnen. U kent hem niet. Zij kent hem eigenlijk ook niet. En toch is er een band. U weet niet welke band. Ik weet niet welke band. Zij weet eigenlijk ook niet welke band. Dat is beangstigend voor een vader. Zijn kleine meid slaat een <a href="http://www.alice-in-wonderland.net/">onbekend pad</a> in met een onbekende man. Ik denk dat ik dat in uw geval ook moeilijk zou kunnen accepteren.’</div><div align="justify"> Na een korte stilte, zei Bill: ‘Mooi, dan laten we de verontschuldigingen zitten en gaan we gelijk over op de vraag die mij al een hele tijd bezighoudt. Wat wil je van mijn dochter?’</div><div align="justify"> ‘Pa!’ Lynn gooide het woord eruit met een ongekende felheid.</div><div align="justify"> Jack liet zich niet uit het veld slaan. ‘Dat is een hele legitieme vraag meneer. En het antwoord is: niets. Ik wil helemaal niets van haar. Ik heb er niet om gevraagd dat zij in mijn leven kwam, maar ik ben dankbaar voor de momenten die ons gegund zijn. Eventjes weet ik weer wat het is om te leven. Dat gaat niet lang duren. Niets in mijn leven dat van enige waarde is, blijft echt lang, maar zolang het er is, ben ik er dankbaar voor en waardeer ik het. Daarom is de vraag ook niet wat ik wil van uw dochter, maar wat zij wil van mij. Het eerste contact kwam van haar. De eerste keer dat we samen uitgingen, kwam van haar. Eigenlijk komt al het contact van haar. Want ik zou nooit contact kunnen maken. Dat heb ik niet geleerd. Daar heb ik de capaciteiten niet voor. Meneer, ik heb geen vrienden. Ik heb geen leven. Dat zal ook nu niet veranderen, zelfs al verlang ik er stiekem best naar. Ik ken mijn plaats en die is niet bij Lynn. Maar zolang het duurt, volg ik dit pad en zie ik wel waar het me heenbrengt.’</div><div align="justify"> Het duurde zeker een volle minuut. De stilte. Niemand zei iets. Jeremy had zichzelf alleen nog maar voorgesteld. Lynn had ook nog niet veel gesproken. Alleen Bill en Jack hadden de koppen figuurlijk tegen elkaar geslagen. In een mondeling gevecht dat wel iets weg had van een soort David versus Goliath, waren ze de strijd aangegaan. En Jack leek al vrij snel de beslissende slag te hebben uitgedeeld. Dat leek zo.</div><div align="justify"> ‘Hoeveel?’ vroeg Bill.</div><div align="justify"> ‘Hmmm?’ bracht Jack voort.</div><div align="justify"> ‘Hoeveel kost het om je wat eerder van dat pad af te krijgen?’</div><div align="justify"> ‘Hoe bedoelt u?’</div><div align="justify"> Demonstratief deed Bill een greep in zijn binnenzak en haalde daar een <a href="http://www.wisegeek.com/what-is-a-checkbook.htm">chequeboekje</a> uit, samen met een luxe pen. Hij smeet ze samen op de tafel voor hem en vroeg nogmaals ‘Hoeveel?’</div><div align="justify"> ‘Pa, hou eens op.’ De intensiteit in Lynn’s stem was er niet minder om geworden. Als je een heel goed gehoor had, dan zou je zelfs een kleine toename gesignaleerd hebben. Bill negeerde zijn dochter, maar bleef strak naar Jack kijken. Jeremy zat onbewegelijk stil en keek naar zijn handen die eveneens stil in zijn schoot lagen. Hij voelde zich duidelijk ongemakkelijk. Jack niet. Die was op een bepaalde manier eigenlijk best rustig en zelfverzekerd. Een vreemde gewaarwording voor zo’n figuur als hij. </div><div align="justify"> ‘Meneer Ryder, er zien drie dingen waar ik genoeg van heb. Ik heb er niet meer van nodig dan ik nu heb en één ervan zou zelfs nog wel minder kunnen. Van wat u biedt, heb ik al precies genoeg. Ik heb niet meer nodig. Ik kan mezelf onderhouden en dat is voldoende.’</div><div align="justify"> ‘Naast <a href="http://banking.about.com/od/loans/a/ineedmoney.htm">geld</a>, wat zijn dan de andere twee?’ Jeremy mengde zich plotseling in het gesprek. Hij vroeg het op een vriendelijke toon. Zijn ogen straalden een oprechte interesse uit. Hij wilde het graag weten, dat was meer dan duidelijk. Jack richtte zich even tot hem.</div><div align="justify"> ‘<a href="http://www.thespaceshop.com/snoopyneedgry.html">Ruimte</a> en <a href="http://plato.stanford.edu/entries/time-experience/">tijd</a>. Ik woon in een heel klein appartement. Lynn kan dat beamen. Het volledige oppervlakte is ongeveer zo groot als deze woonkamer. Meer heb ik niet nodig. Ik woon alleen en een groot deel van de dag ben ik weg. Dan doe ik mijn werk. Als ik thuiskom dan ga ik lezen of schrijven en daarna slapen. Daar heb je maar heel weinig ruimte voor nodig. En als ik meer ruimte wil, dan ga ik naar buiten. De ruimte die voor dit gebouw ligt, biedt mij alles wat ik op een zondag nodig heb. </div><div align="justify"> ‘Dan is er nog tijd. Daar heb ik misschien wel teveel van, want het heeft voor mij echt geen enkele waarde. Ik vul het met werken, eten en slapen. Ik lees een boek, schrijf een beetje en ga zo af en toe naar het park. Maar als ik er morgen niet meer zou zijn, dan zou dat ook goed zijn. Het zou me niet uitmaken. Er zijn dingen die ik graag mee zou willen maken, maar ze zullen nooit gebeuren. Ik ga er ook niet meer op wachten. Dus meneer Ryder…’, Jack draaide zijn hoofd weer terug naar zijn Goliath, ‘u kunt me miljoenen bieden, maar daar heb ik niets aan. Want als ik meer geld had dan ik nu heb, dan zou ik niet meer hoeven te werken en dat zou weer betekenen dat ik nog meer tijd heb. Die ik helemaal niet zou kunnen vullen. Want als je alleen bent, dan is het bezetten van tijd heel belangrijk. Alle tijd die je overhoudt, gebruik je om te denken. En daar heb je niets aan. Denken leidt tot voelen, voelen leidt tot verdriet en verdriet leidt tot het verlies van jezelf.’</div><div align="justify"> ‘U heeft een treurig bestaan,’ constateerde Jeremy.</div><div align="justify"> ‘Die hebben we allemaal. Niemand uitgezonderd. Maar een heleboel mensen maskeren die treurigheid met illusies, dromen en liefde. Dat maakt een hoop goed en er zijn zelfs mensen die menen dat het hun <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Raison_d'%C3%AAtre">raison d’être</a> is.’ Jack gebruikte die term niet voor niets. Het was iets competitiefs. Hij wilde het gezelschap tonen dat ook een toergids een intellectueel kon zijn. Hij vervolgde zijn relaas. ‘Die luxe ken ik niet. Maar ik heb dan ook nooit echte liefde mogen kennen. Ik heb het gezien bij anderen en ik ben er jaloers op, maar mij is het nooit overkomen. Althans, niet wederzijds. En als maagd van in de vijftig houd ik daar ook niet meer serieus rekening mee. Sterker nog, ik sluit me daarvoor af. Want op mijn leeftijd brengen zulke dromen alleen nog maar verbittering met zich mee.’</div><div align="justify"> ‘Wat doet u dan met mijn dochter?’ Jack constateerde dat Bill het nog steeds niet begrepen had. Op zich was dat niet vreemd, want Jack begreep het zelf ook niet helemaal. Op een bepaalde manier voelde hij een intense liefde voor de vrouw naast hem en op een bepaalde manier kon hij zelfs geloven dat zij de ware voor hem was. Leeftijd deed daarbij wat hem betreft niet ter zake. Maar er was ook veel dat zo’n soort liefde tegensprak. Hij kon het in eerste instantie niet geloven, want hij had zich echt verliefd gevoeld, maar na verloop van tijd was er iets veranderd aan dat gevoel. Het was de constatering dat het toch vooral om liefde ging. Liefde kende vele vormen en vriendschap was waarschijnlijk wel de mooiste. Want echte vriendschap, zo dacht Jack, kon wel eens langer bestaan dan menig relatie. Maar wat de precieze band tussen hemzelf en de mooie dame naast hem was, kon hij eigenlijk niet zeggen. Wat zou er maximaal voor vriendschap tussen hen tweeën kunnen bestaan? Was hij na zo lange tijd eigenlijk nog wel in staat tot vriendschap en moest hij het risico nemen om dat te onderzoeken?</div><div align="justify"> Jack merkte pas dat hij daarover diep in gedachten was geraakt, toen Lynn voor hem antwoordde op de vraag van haar vader. ‘Wat doet het er toe? Waarom kun je het gewoon niet met rust laten?’</div><div align="justify"> ‘Nou Lynn, eigenlijk doet dat er best wel iets toe. En meneer Ryder, ik weet niet wat ik met uw dochter doe. Ik weet ook niet wat ze met mij doet. Het begint er op te lijken dat ik weer eens verzeild ben geraakt in een sprankje leven. Ik doe al jaren mijn best om daaraan te ontsnappen, maar zo af en toe komt het toch door de kiertjes van mijn bestaan binnen. En dan ben ik weer even gefascineerd en ik laat me gaan in de volle wetenschap van het komende verdriet en het verlies van mezelf. Als een mot die verzengd wordt door het vuur.’ Jack keek in de ongelovige ogen van Lynn, die verward was door zijn woorden.</div><div align="justify"> ‘Daar kun je het mee doen Lynn,’ zei Bill triomfantelijk. ‘Hij vertelt je nu al dat je zijn ondergang gaat worden.’</div><div align="justify"> ‘Er is iets wat ik niet begrijp,’ viel Jeremy in, ‘als je dat weet, waarom ga je er dan mee door? Want schade aan jezelf is jouw probleem. Maar de schade die je aan mijn lief toebrengt is een hele andere zaak.’</div><div align="justify"> <em>Mijn lief.</em> De relatie tussen deze twee mensen werd ineens een stuk duidelijker. En daarmee ook weer zijn positie. Want hoewel Jack inmiddels wist dat hij niet echt verliefd op haar was, betekende het uiteindelijk ook dat hij ruimte zou verliezen om met Lynn om te gaan. Om fysieke ruimte gaf hij weliswaar niets, maar de innerlijke ruimte was weldegelijk belangrijk. Hij had het gezien in het verleden. Mensen om hem heen die relaties kregen, gingen zich richten op elkaar. En als ze zich toch even op anderen richten, dan bij voorkeur naar mensen die ook met z’n tweeën waren. De vrouwelijke single was happening. Een onafhankelijke vrouw was voor zichzelf bijna een statussymbool, maar voor mannen was dat altijd anders. Die waren een beetje zielig als ze geen vrouw hadden en dat soort zieligheid kon je maar beter niet te vaak in je buurt hebben. Misschien was het zijn gedachte die dit uitstraalde en uiteindelijk vriendschappen vernietigde, maar hoe het ook was, het gebeurde onherroepelijk. </div><div align="justify"> ‘Jeremy, ik denk dat je gelijk hebt. Daarom wordt het hoog tijd om te gaan. Bedankt allemaal voor een aangename discussie. Ik moet er nodig weer eens vandoor.’</div><div align="justify"> Lynn schoot uit met haar arm en pakte Jack’s hand vast. Een scheut van pijn was zichtbaar in de spieren van haar gezicht. Ze was iets te snel geweest. Haar helende lichaam kon dat niet waarderen. Ze keken elkaar aan. Lynn zag de enigszins droevige blik van Jack die aangaf dat hij het idee had dat het einde van hun contact voorbij was en Jack zag de wonderbaarlijke vastberadenheid van haar blik die aangaf dat ze daar geen genoegen mee zou nemen. Nog niet. </div><div align="justify"> ‘Ik moet gaan,’ zei Jack zacht tegen haar. ‘Dat is gewoon beter. Want Jeremy heeft gelijk. Er komt een moment dat ik je pijn ga doen. Misschien heb ik dat nu al wel gedaan. Maar voordat het erger wordt, moet ik dit afbreken. Want je bent te mooi en te lief om te beschadigen. Dat verdien je niet.’</div><div align="justify"> ‘Mag ik zelf bepalen wat ik verdien? En hoe weet je dat je mij pijn gaat doen? Wil je dat soms?’</div><div align="justify"> ‘Het gaat er niet om wat ik wil, Lynn. Het gaat er om wat ik doe. Uiteindelijk heb ik gewoon een zelfdestructieve persoonlijkheid waarin ik anderen meesleep. Ik ben niet voor niets alleen. Dat is een keuze. Dat is om fantastische mensen zoals jij tegen mijzelf te beschermen. Laat me dat alsjeblieft voor je doen.’ Een kleine snik klonk door in Jack’s stem. Het was doodstil. Zelfs Bill had geen gevat antwoord om door de lucht te laten slingeren. Lynn verzwakte haar greep op Jack’s hand. Hij trok die terug en stond langzaam op. Er werd geen woord meer gesproken toen hij naar de voordeur liep en die opendeed. Jack sloot de doodse stilte achter zich. </div><div align="justify"> Hij liep naar de lift en voelde zich bedroefd. Hij deed moeite om de tranen binnen te houden en dat lukte wonderwel. Het was mooi geweest. Het was een bijzondere tijd geweest. Maar nu was het voorbij. Er waren slechtere manieren om een vriendschap te beëindigen. Hij had hele drama’s haar kant op kunnen laten slingeren, maar zover was het gelukkig nog niet gekomen. Want dan had hij maar moeilijk met zichzelf kunnen leven. Hij was een betere persoon; zelfs al voelde het als een nederlaag om zoiets leuks te laten gaan. Om het leven voor de zoveelste keer uit zijn handen te laten glijden. Maar het was goed zo. De liftdeuren sloten achter hem met het besef dat hij ook een periode had afgesloten. Een tijdelijk leven waar hij kort van genoten had, maar waar hij zich niet nogmaals aan moest wagen. </div><div align="justify"> Het zou nog even duren voordat zijn dienst begon, maar die tijd kwam vanzelf. Het werk kwam vanzelf. En het ritme van zijn bestaan zou weer teruggevormd worden als zo’n kussen. Zo eentje met van dat <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Traagschuim">Nasa-schuim</a> dat Jack niet kon betalen. Dat vanzelf weer terugschoot in zijn vorm als je het hoofd er van lichtte. </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify">In het <a href="http://ditisgerben.blogspot.com/">schrijverslog</a> vindt je de volgende onderwerpen:</div><div align="justify">* Beter goed gejat...</div><div align="justify">* ... dan slecht bedacht</div><div align="justify">* Notities bij H 18</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-91876119609184234632010-04-11T20:00:00.000+02:002010-04-11T20:00:53.043+02:00Hoofdstuk 17<div align="justify"></div><div align="justify"><em> </em></div><div align="justify"><em> Het is druk in de bus. Nadat ik de buschauffeur mijn kaartje heb laten zien, baan ik me een weg door het gangpad, waarbij ik regelmatig mensen aanstoot met mijn veel te grote schoudertas. In ieder geval te groot voor de inhoud; die slechts uit een notitieboekje en een pen bestaat.</em></div><div align="justify"><em> Helemaal achterin is nog een plaatsje vrij. Ik ga zitten naast een meisje die lusteloos in een oncomfortabel lijkende houding onderuitgezakt zit/ligt/hangt met haar handen om een iPod gevouwen. Ze zal wel moe zijn. Uit de oordopjes hoor ik een muziek komen, maar de melodie wordt overstemd door het ronken van de motor van de bus. </em></div><div align="justify"><em> Het rode lampje begint bijna direct te branden nadat het voertuig zich in beweging heeft gezet. Iemand wil er bij de volgende halte graag uit. Maar de buschauffeur let niet op en rijdt er voorbij, wat hem op een scheldkanonnade van een geïrriteerde passagier komt te staan. Fouten maken is menselijk, dus van een buschauffeur schijn je dat niet te hoeven verwachten. Dat is immers een robot die zijn werk moet doen. </em></div><div align="justify"><em> De man scheldt nog even verder, terwijl hij er bij de volgende halte uitstapt. Om zijn woorden kracht bij te zetten, slaat hij een keer met zijn vuist tegen de bus. Heel stoer, maar niet heus. De buschauffeur komt van zijn plaats en besluit de ex-passagier nog even een verwensing na te roepen. Ook stoer, maar niet heus. Dan sluit hij de deuren en vervolgt zijn weg. </em></div><div align="justify"><em> De rest van de route lijkt het goed te gaan. De weledele bestuurder stopt netjes elke keer als het rode lampje gaat branden. Er zijn verder geen problemen. Hoop ik. Want nu druk ik op het knopje. Ik ben bijna waar ik wezen wil.</em></div><div align="justify"><em> Naast me hoor ik muziek door de oorschelpjes van de iPod komen. Een ander lied. Ik kijk naar het meisje naast me. Ze slaapt. Ze is dus echt moe. Geniet er nog maar even van, denk ik, want jij moet straks nog een heel eind lopen als je de halte hebt gemist. Maar dat is dan toch echt je eigen schuld.</em></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"><strong><em>"What's here? the portrait of a blinking idiot,</em></strong></div><div align="justify"><strong><em>Presenting me a schedule! I will read it.</em></strong></div><div align="justify"><strong><em>How much unlike art thou to Portia!</em></strong></div><div align="justify"><strong><em>How much unlike my hopes and my deservings!</em></strong></div><div align="justify"><strong><em>'Who chooseth me shall have as much as he deserves.'</em></strong></div><div align="justify"><strong><em>Did I deserve no more than a fool's head?</em></strong></div><div align="justify"><strong><em>Is that my prize? are my deserts no better?"</em></strong></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Het was een ander soort ochtend in Central Park. Op een podium brachten acteurs hun teksten vol overgave, zoals dat scheen te horen bij het werk van William Shakespeare. Jack was al vroeg gaan wandelen door het park, maar had zijn bankje vermeden. Het was anders nu, dat bankje, en daarom had hij gekozen voor een willekeurige route door de aangelegde natuur. Die bracht hem bij <a href="http://www.publictheater.org/content/view/126/219/">Shakespeare In The Park</a> en hij besloot een kaartje te kopen. Zo zat hij in de ochtend te kijken en te luisteren naar <a href="http://www.eamesharlan.org/tptt/merchant61.html">De Koopman van Venetië</a>. </div><div align="justify"> Ook dat was anders. Het stuk was natuurlijk anders dan wat hij laatst op Broadway had gezien, maar het grootste verschil was het gebrek aan gezelschap. Hij dacht dat het net zo leuk zou zijn om alleen naar het toneel te gaan, maar dat viel tegen. Hij wist weer waarom hij nooit meer een bioscoopje pakte of een concert bezocht. Er is gewoon geen reet aan als er niemand naast je zit. </div><div align="justify"> Er zat wel iemand naast hem natuurlijk. Een oudere, kalende man. Maar zelfs als die man niet steeds in slaap dommelde, had Jack niet de behoefte gehad om de ervaring met hem te delen. Het was gewoon allemaal anders. Zo kon je, in een goedgevuld theater met een overwegend enthousiast publiek (zijn buurman was een uitzondering), domweg weer ervaren wat het was om eenzaam te zijn. En dat was geen prettig gevoel. Het was een gevoel dat hij al lang geleden had weggestopt onder het masker van “gewoon alleen” zijn. Maar dat viel nu genadeloos van hem af en plotseling walgde hij een beetje van zichzelf. Plotseling voelde hij de behoefte om op te staan en weg te gaan. Dat deed hij ook (de oude man naast hem schrok er zelfs wakker van) en toen hij het theater uitliep, schonk hij geen aandacht aan de verbaasde blik achter de kassa. </div><div align="justify"> Hij liep weer verder het park door dat baadde in de volle zon en zag op zijn tocht de gezinnen die plezier maakten en hardlopers die soms alleen maar ook van met z’n tweeën hun sportieve ronde door het park maakten. Het gevoel van eenzaamheid kon hij niet ontvluchten. Het was nu overal en het brak hem van binnen. Daar, op de plek van zijn hart, voelde hij weer die drukkende pijn en het zachte branden van zijn longen bij elke ademtocht. </div><div align="justify"> Hij stond even stil bij een kruispunt van het pad om te bepalen welke richting hij op zou gaan. Straks zou hij naar Lynn gaan, maar nu nog even niet. De avond van de ochtend dat zij er was geweest, was hij direct naar bed gegaan. Afgepeigerd. Hij had zijn kleren uitgetrokken tot aan zijn boxershort en was het bed letterlijk ingedoken. Dat was nog onopgemaakt en niet eens verschoond na “de nacht van Lynn” en dat wilde hij ook niet. Hij had het dekbed over zijn hoofd getrokken en meermalen diep in- en uitgeademd. Hij meende de zoete geur van haar lichaam nog te kunnen ruiken en schaamde zich direct voor de belachelijke handeling. Om daarna gelijk nog een paar keer in en uit te ademen, waarbij verdwaalde moleculen van Lynn’s parfum door zijn neusgaten werden getrokken en heel even zijn longen vulden. Zij was in hem. Hij had zich weer een vreemdeling gevoeld. Een freak. Een weirdo. Maar toch ademende hij nog een keer voor die geur en de herinnering aan haar. </div><div align="justify"> Toen moest hij plassen. Hij wilde niet. Hij wilde direct gaan slapen, maar hij wist dat als hij nu niet ging, het tijden zou duren voordat hij zou slapen en het zou er uiteindelijk alleen maar in resulteren dat hij steeds nodiger moest en alsnog zou gaan. Dus hij ging maar meteen. Dan was het maar weer achter de rug. Jack had de deken van zich afgeslagen en toen hij zijn benen over de rand van zijn bed zwaaide, was hem een groene kleur onder de rand van zijn bed opgevallen. Een groen hoekje dat daar normaalgesproken niet hoorde te zijn. Hij had eraan getrokken en gezien wat het was. Zachte Zielen, schriftje 7. Wat ze gelezen had, wist Jack niet, maar dat ze gelezen had was duidelijk. Daarom duurde het zo lang voordat het lichtspoor onder de deur was verdwenen. </div><div align="justify"> Hij vroeg zich af waarom ze het gedaan had. Waarom voelde ze de behoefte om deelgenoot te zijn van een leven dat niet echt de moeite waard was? Zo treurig, zoals ze al eens had opgemerkt. Misschien was het een vorm van ramptoerisme. Het kon ook oprechte bezorgdheid en interesse zijn, maar dan hoefde ze natuurlijk alleen maar te vragen. En dat had ze niet gedaan.</div><div align="justify">Linksaf dan maar, want hij moest toch een keer weer gaan lopen. Maar net toen hij op het punt stond zijn benen weer in beweging te zetten, trok iets de achterkant van zijn jas naar beneden. Hij draaide zich om en keek naar een klein meisje met rode krullen dat hij al eens eerder had gezien. </div><div align="justify"> ‘Uw haar is kort,’ zei ze.</div><div align="justify"> ‘Ik heb het geknipt,’ zei Jack. </div><div align="justify"> ‘Goed zo. Veel beter.’ Het meisje sprak met een vastberadenheid die minstens tien jaar bij haar werkelijke leeftijd leek op te tellen. Ze had een bijzonder soort volwassen uitstraling die versterkt werd door de wilde rode krullen en de nieuwsgierige opengesperde ogen. Het amuseerde Jack, die zich niet alleen afvroeg waarom ze de eerste keer tegen hem gepraat had, maar ook waarom ze het nu weer deed. Hij besloot aan de rand van het pad in het gras te gaan zitten. ‘Waar is je mama?’</div><div align="justify"> ‘Oh, ze staat verderop te praten met een vriendin. Ik mag niet te ver weglopen en ik mag ook niet met vreemden praten, zegt ze. Maar toen zag ik u meneer en ik ken u dus ik mag vast wel met u praten.’</div><div align="justify"> ‘Ken je mij? Je weet niet eens hoe ik heet.’</div><div align="justify"> Ze keek hem aan met vragende ogen, alsof ze probeerde daarmee het antwoord naar buiten te trekken. En dat lukte.</div><div align="justify"> ‘Ik ben Jack,’ zei Jack.</div><div align="justify"> ‘Ik ben Emily,’ zei het roodharige dametje terwijl ze in kleermakerszit naast hem ging zitten. ‘Nu zijn we dus echt geen vreemden meer.’</div><div align="justify"> ‘Dat weet ik zo net nog niet,’ zei Jack, ‘en je moeder heeft gelijk. Je moet uitkijken met wie je praat. Niet iedereen is even aardig.’</div><div align="justify"> ‘Waarom niet?’</div><div align="justify"> Die vraag was Jack weer even vergeten. Die van de naïeve kinderlogica van de kleine hersentjes die het gewoon nog niet kunnen bevatten dat mensen elkaar soms moedwillig pijn doen. Toch wist hij gelijk hoe hij moest antwoorden. ‘Zo is de wereld nu eenmaal. Er zijn goede mensen en slechte mensen, maar dat kun je niet direct aan ze zien. Daarom moet je voorzichtig zijn met wie je aanspreekt.’</div><div align="justify"> ‘En vreemde mensen, zijn die goed of slecht?’ Emily keek Jack aan, vol verwachting op het antwoord dat komen ging. Jack moest in zijn hoofd even hergroeperen. Haar definitie van vreemd leek zich met de minuut aan te passen en die omschakeling was voor hem wat minder makkelijk. Want je had vreemd en dan had je “vreemd” en zelfs al kenden ze elkaars naam, hij vond nog altijd dat hij op dit moment in beide categorieën thuishoorde. Eentje zou hij theoretisch af kunnen schudden als ze de kans kregen elkaar beter te leren kennen, maar die andere soort vreemd bleef de rest van zijn leven aan hem vastgeplakt zitten. Hij was anders dan anderen en dat wist hij.</div><div align="justify"> ‘Er zijn goede vreemde mensen en er zijn slechte vreemde mensen,’ zei hij tenslotte. ‘Net zoals er goede normale mensen zijn en slechte normale mensen.’</div><div align="justify"> ‘Oh,’ ze leek tevreden met het antwoord. Ze legde haar kleine hand op Jack’s onderarm en zei verder even niets. Jack keek naar de hand en vroeg zich af waarom ze dat deed. Hij zei er niets van en schudde de hand ook niet van zich af, maar echt gemakkelijk voelde het niet. Hij werd zelden aangeraakt door een ander dan hemzelf en als het gebeurde dan was het meestal omdat er iemand per ongeluk tegen hem aanstootte. </div><div align="justify"> ‘Waarom bent u zo verdrietig?’ vroeg Emily en ook dat was iets wat hij eerder van haar gehoord had. Wederom vroeg hij zich af waaraan ze dat zou kunnen zien en of het eigenlijk wel waar was. Was hij verdrietig? Misschien wel. Het kon best zijn dat hij dat gewoon niet aan zichzelf wilde toegeven. ‘Waarom denk je dat?’</div><div align="justify"> ‘Dat zie ik gewoon.’</div><div align="justify"> ‘Weet je… soms zeggen mensen dingen die ze niet willen zeggen. Soms doen mensen dingen die ze niet willen doen. Maar ze doen ze toch. Soms leven mensen zoals ze niet willen leven, maar zo leven ze dan toch. Soms voelen mensen zich gewoon anders. Vreemd, zeg maar. En er is niemand die ze van het tegendeel kan overtuigen. Want ze zijn ook vreemd. We zijn allemaal een beetje vreemd, denk ik. Maar sommigen zijn vreemder dan anderen en worden daarom niet geaccepteerd. Ze staan een beetje buiten het leven en doen de dingen die ze moeten doen om te overleven. Maar ze zijn niet gelukkig en het maakt ze niet echt uit als ze er morgen niet meer zijn. Ze zullen door weinig mensen gemist worden en zelfs die mensen zullen gauw weer vergeten. Maar dat maakt ze niet minder mens. Want ook vreemde mensen zijn mensen. Begrijp je?’</div><div align="justify">Waar het vandaan kwam wist hij niet en al evenmin waarom hij zo’n pseudofilosofische tekst op een klein kind losliet, maar hij had het gezegd en hij keek naar die vragende oogjes die hem vertelden dat ze de woorden nog aan het verwerken was. Toen kwam er een soort herkenning in haar blik. Zo’n slimme blik die alleen bij sommige empatische mensen in het systeem leek te zitten. Ze begreep misschien de tekst niet die hij had uitgesproken, maar het gevoel kwam wel bij haar binnen. </div><div align="justify"> ‘Ik denk het wel,’ zei ze, ‘maar ik vind het niet echt eerlijk.’</div><div align="justify"> ‘En daarom zijn sommige mensen ook verdrietig. Omdat het leven voor hen gewoon niet zo eerlijk is als voor anderen. Ze moeten het er mee doen, maar dat hoeven ze natuurlijk niet leuk te vinden.’</div><div align="justify"> ‘Maar moeten ze er dan niet voor vechten.’</div><div align="justify"> ‘Ja, dat moeten ze. Dat zouden ze moeten doen. Als ze dat konden. Zonder hulp.’</div><div align="justify"> ‘Kan ik u helpen?’ De vraag was oprecht. Alleen een klein kind kon zoiets met een oprechtheid uitspreken die leek te zeggen dat ze het wel even zou fiksen. Jack moest lachen. Zonder geluid. Gewoon een brede glimlach. Want hij lachte haar niet uit. Hij lachte omdat het hem verblijdde. </div><div align="justify"> ‘Nee,’ zei hij, ‘dat kun je niet, maar het is lief dat je het aanbiedt. Misschien moet je maar eens teruggaan naar je moeder, voor ze zich weer ongerust maakt.’</div><div align="justify"> ‘OK, nou… tot ziens dan Jack.’</div><div align="justify"> ‘Dag Emily, tot de volgende keer.’</div><div align="justify"> Terwijl ze wegliep, wist hij dat er waarschijnlijk geen volgende keer meer zou zijn, maar dat maakte niet uit. Jack keek naar haar. Hoe ze huppelend het pad overstak naar haar moeder, die nog steeds met een ander vrouw stond te praten en haar dochtertje blijkbaar nog niet gemist had. Hij vroeg zich af hoe lang het zou duren voordat die kleine meid de koude harde wereld leerde kennen. Die met de slechte vreemde en normale mensen. Die waarin het leven niet voor iedereen eerlijk is. Hoe lang zou het duren voordat die wereld met zijn koude tengels aan haar leven zou morrellen en het zou vormen tot één van die miljarden verloren zielen die over de aarde dwaalden op zoek naar een antwoord. Hoewel voor iedereen het antwoord anders leek te zijn, was de vraag schijnbaar altijd dezelfde: <strong>Wat doe ik hier?</strong></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"><em>Lees in het schrijverslog:<br />
* Van vreemde menschen, de dingen die voorbij gaan</em></div><div align="justify"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-8431612771950942792010-04-09T22:08:00.000+02:002010-04-09T22:08:56.834+02:00Hoofdstuk 16<div align="justify"></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Froot Loops. Meer had Jack niet te bieden als ontbijt. Misschien moest hij nog gauw even naar de supermarkt heen en weer voordat ze wakker werd. Maar hij liet haar liever niet alleen achter in zijn huis. Straks dacht ze nog dat hij er weer stiekem vandoor was gegaan. Dan wist ze in ieder geval wel dat hij een keer terug moest komen. </div><div align="justify"> <a href="http://fruitloops.hyves.nl/">Froot Loops</a>. Daar moesten ze het maar mee doen. Een ontbijtje op bed was wel leuk geweest. Ze had immers ook moeite gedaan voor hem gisterenavond. Met broodjes en thee en versgeperste sinaasappelsap was wel leuk geweest. Hij had daar trouwens niet eens een pers voor. </div><div align="justify"> Froot Loops. Hij pakte twee kommetjes uit het keukenkastje en vulde ze al rechtstreeks uit de doos. De krokante figuurtjes kletterden op het aardewerk. Melk deed hij er nog niet bij. Dan werd het zo soppig als het te lang stond. Daarna pakte hij de waterkoker die hij alvast vulde met water maar ook nog niet aanzette. Dat kon snel genoeg. </div><div align="justify"> Hij gooide wat water over zijn gezicht om beter wakker te worden en liep daarna naar één van de stapels met boeken waar hij <a href="http://www.8weekly.nl/artikel/6961/hannah-tinti-de-goede-dief.html">De Goede Dief</a> vanaf pakte die hij laatst nog in de supermarkt had gekocht. Het komische boek dat hij gisteren las, was nog niet uit, maar hij was er niet helemaal meer voor in de stemming. Er sliep een vrouw in zijn huis, in de kamer hiernaast, en dat bracht nu eenmaal een bepaalde spanning met zich mee. </div><div align="justify"> Daarom had hij die nacht ook weinig geslapen. Starend naar het plafond ging er van alles en niets door hem heen, terwijl hij met regelmaat het lichtknopje van zijn digitale polshorloge indrukte om te controleren of de tijd al een beetje opschoot. De tijd gaat altijd door, zelfs als je er bij stilstaat, maar juist dan gaat het toch wel verrot langzaam. Lynn had trouwens ook niet meteen kunnen slapen, vermoedde hij. Het had in ieder geval nog een tijdje geduurd voordat het licht dat vanuit de kier bij de drempel kwam, gedoofd was. Zij had misschien ook wel wakker gelegen met de vraag hoe ze nu verder moesten na de kaart. </div><div align="justify"> De kaart. Langzamerhand vervloekte hij het onheilsding. Ze had er lief op gereageerd, maar hij had haar duidelijk ook erg ongemakkelijk gemaakt. Er was iets veranderd in de manier waarop ze met elkaar omgingen. Ze konden doen alsof het niet zo was, maar zo’n boodschap deed nou eenmaal iets met mensen. Of je wilde of niet. </div><div align="justify"> Jack probeerde zich te concentreren op zijn boek. Hij had geen idee of ze een lange slaper was. Gelukkig had hij middagdienst, dus hij zou haar niet hoeven wekken. Hij sloeg de eerste pagina op en liet zijn ogen over de letters glijden. Na twee zinnen zag hij de slaapkamerdeur heel langzaam open gaan. Twee blauwe kijkers verschenen in de opening en keken met opgetrokken wenkbrauwen de woonkamer in. </div><div align="justify"> ‘Kom maar verder hoor, ik ben al wakker,’ zei Jack. De deur ging nu iets sneller open en zijn gast liep de kamer binnen. Haar kleren zaten niet helemaal netjes, maar het leek Jack op zich al knap dat ze die met één vrije arm en de ander in een mitella had aangekregen. </div><div align="justify"> ‘Ja, ik weet het,’ beantwoorde zij zijn blik, ‘het ziet er niet echt netjes uit. Maar ik heb het in ieder geval aangekregen.’</div><div align="justify"> ‘Ik zeg er toch niks over,’ zei Jack en hij liep naar haar toe en trok wat kreukels van haar bovenkleding recht. Hij liep achter haar langs en plukte voorzichtig de stof van haar schouders tussen zijn vingers, waarna hij deze iets omhoog trok, zodat de naden op de juiste plek vielen.</div><div align="justify"> Ze draaide zich om en glimlachte naar hem als bedankje. Haar ogen waren slechts centimeters van de zijne verwijderd. Hij keek snel weg en liep richting de keuken, terwijl hij tegen haar sprak. ‘Ik ben geen grote eter bij het ontbijt, dus ik heb eigenlijk alleen maar Froot Loops in de aanbieding.’</div><div align="justify"> ‘Lekker,’ zei ze. Jack kon horen dat ze het meende. Deze vrouw hield van Froot Loops, dat hadden ze dan in ieder geval met elkaar gemeen. Een nieuwe vriendschap is geboren, dacht Jack met licht sarcasme, terwijl hij de melk in de klaargezette kommetjes goot. Toen hij terugliep, zat ze al op de bank en hield haar hand uitgestrekt om het kommetje aan te nemen. </div><div align="justify"> ‘Nu heb je alleen geen hand meer over om mee te eten,’ zei Jack. Ze keek naar het schaaltje en naar haar mitella met een puzzelachtige blik. Zo van: hoe ga ik dit oplossen? ‘Kom,’ zei hij en hij zette zijn schaaltje op de rand van de tafel en schoof zijn lichaam daar heel dicht onder. Zijn hoofd hield hij vlak boven zijn ontbijt en met één hand werkte hij dit met behulp van een lepel naar binnen. Het zag er komisch uit. Als een klein kind dat dicht bij tafel zit om niet te kunnen knoeien. Lynn zette haar schaaltje op een soortgelijke wijze neer en ging naast hem zitten. Naast elkaar zaten ze hun ontbijt te nuttigen. Lynn slurpte per ongeluk. Ze lachte. Even later volgde Jack haar voorbeeld. Ze lachten allebei. Toen ze allebei klaar waren met eten, keek hij haar aan en zag een druppel melk over haar kin lopen. Met zijn duim veegde hij de druppel weg en stak die daarna in zijn mond. </div><div align="justify"> Terwijl hij naar de keuken liep om de kommetjes in de gootsteen te zetten en de waterkoker aan te zetten voor de thee, hoorde hij haar zeggen: ‘We moeten nog even praten.’</div><div align="justify"> ‘Hoezo moet dat? We kunnen ook gewoon niet praten. We kunnen het ook gewoon laten zijn wat het is en er verder niet over nadenken. Er hoeft niets te veranderen.’ Hij zei het, maar hij geloofde het zelf niet. Het kwam eruit alsof zijn stembanden tijdelijk waren overgenomen en er een bandopname over werd afgespeeld van heel iemand anders. Eigenlijk wilde hij al gelijk zijn woorden intrekken, maar ze was hem voor en gaf hem gelijk.</div><div align="justify"> ‘Je hebt gelijk,’ zei ze en er klonk een zweem van opluchting door in haar stem. ‘Natuurlijk hoeft er niets te veranderen. We kunnen gewoon gezellig blijven praten. Af en toe iets leuks gaan doen. Als je dat wilt tenminste. Als het niet te moeilijk voor je is.’</div><div align="justify"> ‘Natuurlijk niet. Waarom zou het moeilijk zijn? Het is toch gezellig? Echt, nog bedankt voor gisteravond; ik vond het echt supergezellig.’ Hij was bang dat hij misschien overdreven opgewekt klonk, maar ze leek niets door te hebben. Maar voor de zekerheid hield hij toch zijn mond, voordat hij zichzelf zou verraden. </div><div align="justify"> ‘Ik had natuurlijk nog iets goed te maken. Mijn vader… nou ja, hij kan wel eens wat overdreven reageren. En dan oogt hij niet al te vriendelijk. Hij bedoelt het niet verkeerd, het is alleen…’</div><div align="justify"> ‘Het is alleen dat hij zich zorgen maakt om zijn meisje en haar wil beschermen. Als ik jou vader was, zou ik precies hetzelfde doen.’ Het besef dat hij oud genoeg was om haar vader te zijn, drong gelijk tot hem door en wederom besloot hij verder zijn mond te houden.</div><div align="justify"> ‘Nou,’ zei Lynn, ‘dat is natuurlijk nog geen excuus voor zijn gedrag. De manier waarop hij je te kakken zette vond ik zwaar onterecht. Ik heb hem gisteren nog gebeld, voordat ik hierheen kwam, en hem nogmaals duidelijk gemaakt wat ik er van vind.’</div><div align="justify" style="text-align: justify;"> ‘En wat zei hij daarop?’ Jack hief één wenkbrauw demonstratief in de lucht. Hij wist al wat haar vader had gezegd en hij moest de man nog gelijk geven ook. Ze antwoordde niet, maar was duidelijk aan het nadenken over de juiste woorden die ze moest kiezen. </div><div align="justify"> Dus Jack maakte het af: ‘Hij zei dat we uit twee verschillende milieus komen en dat er een groot leeftijdsverschil is. Dat er een niveauverschil is. Dat er verschil in levensopvattingen is. Dat er een verschil in levensstijl is. En natuurlijk dat we daarom helemaal niet met elkaar om horen te gaan. En dat jij iets aan jezelf probeert te bewijzen. En dat het ook niet goed is voor mij, omdat het verwachtingen schept. Maar bovenal zei hij… dat jij veel te bijzonder bent om met iemand zoals mij om te gaan. Weet je, hij heeft gelijk.’</div><div align="justify"> ‘Wat zeg je?’ Ze was oprecht boos. Als ze van iemand meestand had verwacht dan was het wel van Jack. Want ze geloofde niet in te grote verschillen. Verschillen maakten mensen interessant. Datgene wat anders is aan de ander, daar ligt de uitdaging en het plezier. Er moeten wel overeenkomsten zijn en wat haar betreft, waren die er ook. Want voor haar was dat niveauverschil helemaal niet aanwezig. Ze zag een slimme man, die hooguit wat verkeerde keuzes in zijn leven had gemaakt. Hij had meer kunnen bereiken, maar de omstandigheden hadden dat gewoon niet toegestaan. Ze zou nog bozer worden. Bijvoorbeeld toen ze Jack verder hoorde praten.</div><div align="justify"> ‘Wij zijn twee totaal verschillende mensen die eigenlijk niet bij elkaar horen te zijn. Het is gebeurt, maar de vraag is of het goed is. Of het echt wel hoort.’ Hij liep naar een stapel boeken en trok ergens uit het midden een grote hardcover. ‘Dit ben jij,’ zei Jack en om zijn woorden kracht bij te zetten, streek hij voorzichtig over de voorzijde van het boek. ‘Je bent een prachtige roman, met een bijzonder verhaal dat heel veel mensen raakt. Je hebt een mooie stofomslag met een beeldschone illustratie en een delicaat geweven rood leeslintje. De pagina’s voelen als fluweel en zijn gevuld met een sierlijk lettertype. Al dat uiterlijk vertoon staat nog in schril contrast met de werkelijke schoonheid van je verhaal. Van je innerlijk.’</div><div align="justify"> Ze keek naar hem en naar de manier waarop hij het boek in zijn handen behandelde. Ze was geroerd door de prachtige manier waarop hij haar beschreven had. De boosheid was verdwenen, maar niet voor lang. Jack liep naar de slaapkamer. Ze hoorde hem rommelen in een laatje en toen hij terugkwam had hij een wit papierbundeltje in zijn handen. ‘Dit ben ik,’ zei hij, terwijl hij met een boogje het geniete boekje door de lucht gooide. Het landde op haar bovenbenen. En ze keek ernaar. ‘Ik ben een gebruiksaanwijzing van een wekkerradio. Afgedrukt op iets dat verdacht veel lijkt op pleepapier, met een functioneel maar onaantrekkelijk lettertype. Je kunt niet te hard over mijn pagina’s strijken, want de inkt geeft af. Er zitten ezelsoren aan en op pagina 6 zit een vlek van de aardbeiensap die de gebruiker van deze instructie dronk terwijl hij het apparaat aan het instellen was. Ik ben functioneel. Ik moet er zijn. Maar als ik mijn taak heb volbracht dan verdwijn ik in een la onder de map met verzekeringspolissen. Want een prachtige roman en een gebruiksaanwijzing staan nu eenmaal niet naast elkaar in de boekenkast.’</div><div align="justify"> Terwijl hij praatte, werd ze steeds laaiender en toen hij klaar was, kwam dat er in alle hevigheid uit. ‘Doe verdomme normaal zeg. Waarom zou jij jezelf zo naar beneden halen? En dan nog, wie zegt dat een roman en een gebruiksaanwijzing niet naast elkaar kunnen staan in de boekenkast? Dat kan, als je ze gewoon naast elkaar durft te zetten. Dat bepalen wij. Wij. Niemand anders. Echt, ik kan daar zo kwaad om worden. Als ik twee armen vrij had, dan zou ik ze gebruiken om jou eens even goed door elkaar te schudden.’</div><div align="justify"> ‘Doe maar niet,’ zei Jack, ‘een gebruiksaanwijzing scheurt makkelijk.’ Hij zette een brede lach op zijn gezicht om te proberen haar kwade blik te laten verdampen. Het duurde even, maar het lukte. </div><div align="justify"> ‘Jij bent echt gek,’ zei ze. </div><div align="justify"> ‘Het is niet de eerste keer dat ik die typering van mijn persoontje hoor. Wil je dat boek lenen trouwens? Want ik meen het, het ziet er niet alleen heel mooi uit, maar het is ook nog eens een prachtig verhaal!’</div><div align="justify"> ‘Aangezien ik momenteel tijd genoeg heb, sla ik dat niet af.’</div><div align="justify"> ‘Ja en je hebt zelf al zo weinig boeken, heb ik laatst gezien.’</div><div align="justify"> ‘Ik weet het. Je blijft die dingen kopen, terwijl er nog genoeg in de kast staan die je helemaal nog niet gelezen hebt. Maar dan zie je weer iets nieuws en dan denk je: dat wil ik toch gewoon hebben.’</div><div align="justify"> ‘Dat ken ik,’ zei Jack, ‘sommige van de stapels zijn sinds hun “creatie” nooit meer aangeraakt.’</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Zo ging het gesprek vanzelf weer over boeken en was de helse discussie over de betekenis van de kaart afgewend. Ze bleven een tijd lang doorpraten, onder het genot van meerdere koppen thee, totdat Jack er een einde aan moest breien. Hij moest weer naar zijn werk. Dat vond hij jammer. Als het aan hem had gelegen, hadden ze de hele middag door kunnen praten. En de avond ook en daarna de hele nacht door. Maar hij kende zijn verplichtingen, dus hij hielp zijn gaste in haar jas en bracht haar naar de voordeur.</div><div align="justify"> ‘Kan ik je bellen?’ vroeg ze. </div><div align="justify"> ‘Ik heb geen telefoon.’</div><div align="justify"> ‘Geen computer. Geen telefoon. Ik begin bijna te denken dat die wekkerradio het enige apparaat is in huis.’</div><div align="justify"> ‘Nee hoor, ik heb ook nog een magnetron. Maar dat is het dan wel.’</div><div align="justify"> ‘Allemachtig. Ik zou echt niet zonder mijn laptop kunnen. Ik moet er niet aan denken om meer dan vijf meter van mijn mobieltje verwijderd te zijn. Hoe kun je zo leven?’</div><div align="justify"> ‘Daar ga je weer… met je veronderstelling dat ik een leven heb.’</div><div align="justify"> Ze maakte aanstalten om een nieuwe discussie te beginnen, maar Jack brak die poging ruw af. ‘Luister, ik heb echt geen tijd meer. Ik moet zo gaan. Ik kom zondag wel even langs. Na het park. Ik heb geen middagdienst; alleen een nachttour. Dus dan praten we wel verder. Goed?’</div><div align="justify"> Ze knikte en gaf hem snel een zoen op zijn wang. Jack schrok van het lichamelijke contact dat hij al zoveel jaar niet meer gevoeld had, zelfs al was deze van een heel onschuldig soort. </div><div align="justify"> ‘Tot zondag,’ zei ze en daarna liep ze weg. Jack deed de deur dicht en liet zich met zijn rug ertegenaan vallen. Hij zakte naar de grond en bleef zo enkele minuten voor zich uitstaren tot hij weer bij zijn positieven kwam en haast moest maken om op tijd op zijn werk te verschijnen.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"><em>Lees in het schrijversblog ter woordelijke ondersteuning: </em><br />
<em>* Notities bij H 14 & 16<br />
* Hoe Gerben soms wel heel erg een soort van klein beetje op Jack lijkt, zeg maar (en vice versa)</em></div><div align="justify"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-30361710982631854202010-04-07T21:08:00.000+02:002010-04-07T21:08:00.633+02:00Hoofdstuk 15<div style="text-align: left;"><strong>Uit Jack's onvoltooide manuscript met de werktitel Zachte Ziel (schriftje 7)</strong></div><div style="text-align: center;"><br />
</div><div style="text-align: center;">Hallo daar!</div><br />
<div style="text-align: justify;"> Ik zal me even voorstellen. Mijn naam is David. Ik ben een beetje een rare jongen. Dat is in de, pak ‘em beet, dertig jaar sinds mijn geboorte nooit anders geweest. Sterker nog, voor mijn geboorte was ik al een vreemde. Zie je, ik wilde er niet uit. Uit m’n moeder dan hè. Er moesten de nodige medische hulpmiddelen en een bepaalde mate van verloskundig geweld aan te pas komen om mij uit de beschermende warmte van mijn mammie te krijgen. Karaktertrekje. Ik had namelijk toen al een gruwelijke hekel aan verandering en dat zou nooit meer veranderen (!). Als het aan mij had gelegen, was ik waarschijnlijk nooit naar buiten gekomen. Dan had mijn ma na een jaar of zestien rond moeten lopen met een boodschappenkarretje waarin de uitpuilende buik met zeventig kilo tiener gekieperd kon worden. Best lastig als je daadwerkelijk boodschappen gaat doen, want: waar laat je het tweede karretje dat je voor de artikelen nodig hebt?</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Ik woon in Amsterdam. Het voordeel daarvan is dat ik niet zo opval, want er wonen wel meer rare mensen. Het nadeel daarvan is dat ik niet zo opval. Want dat zou ik soms best willen. Maar meestal niet. Volg je me nog? Geeft niks, ik volg mezelf soms ook niet meer. Wat ik bedoel is: ondanks dat ik best wel een weirdo ben, val ik in het dagelijks gebruik totaal niet op. Je zou straal langs me heenlopen in een winkelstraat en niet opmerken dat ik besta. Toch besta ik wel. Denk ik. Ja, want ik denk en het schijnt zo te werken: Ik denk dus ik besta. Denken doe ik genoeg. Meer dan genoeg. Ik denk de hele dag en krijg dan de gekste ideeën. De ene keer schrijf ik een prentenboek voor het dochtertje van een vriendin en de andere keer rijd ik stad en land af om een andere vriendin kilometers ver weg uit het niets te verrassen met kadootjes. Dat komt doordat ik zoveel denk. De hele dag en zelfs in mijn slaap... denk ik. Dus als je me beter leert kennen, dan vind je mij uiteindelijk toch wel raar. Dat volg je toch wel?</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Weet je wie me soms ook moeilijk volgen? Mijn vriendinnen! In mijn hele leven heb ik maar twee (mannelijke) vrienden gehad. Blijkbaar volgden die mij echt niet! Dus nu heb ik alleen een paar vriendinnen. Leuke vrouwen, heel verschillend maar altijd gezellig. De één spreek ik één keer in maand, een ander misschien twee keer in de maand en weer een ander juist veel vaker. Het maakt niet uit hoe vaak we elkaar spreken, want het is altijd weer leuk. We weten van elkaar dat we onze eigen levens hebben en dus hebben we niet altijd tijd voor elkaar. Of dat nu komt doordat de één een gezin heeft, de ander wat verder weg woont en weer een ander een nogal verschillend werkschema heeft door haar nachtdiensten. Soms is er dus ruimte voor niet meer dan een kort mailtje, een belletje of even helemaal niets, maar dat is OK.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Mijn vriendinnen weten dat ik een rare jongen ben, daar hebben ze mee leren leven. En ik heb natuurlijk ook met hen leren leven, want op hun eigen manier zijn ze soms ook best een beetje raar. Vrouwen zijn op zich natuurlijk al vreemde wezens. Daarom kan ik ook beter met ze opschieten dan met mannen, denk ik. Het schept een band, die rarigheid. Misschien heb ik gewoon teveel vrouwelijke hormonen. Of ik ben stiekem in het verkeerde lichaam geboren. Ik heb altijd vermoed dat ik eigenlijk lesbisch ben en dat is toch best bijzonder… voor een man. Want ik hou van vrouwen. Niet alleen in vriendschap maar ook in liefde. Maar dat is een beetje het nadeel als je alleen met vrouwen bevriend bent. Je gaat je er zo naar gedragen. En voor je het weet ben je elkaars beste vriendin en vinden ze je net een leuk zusje (of erger nog: de broer die ze nooit hadden). Voor je het weet ben je samen nagels aan het lakken of aan het discussiëren over de onregelmatigheid van haar menstruatiecyclus. Waar ik dan weer geen last van heb. Dus ik heb nog geen vrouwelijke hormonen genoeg. Maar mijn punt is: zo wordt het natuurlijk nooit wat met de liefde en dus heb ik het maar opgegeven. Volg je me weer?</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Zoals gezegd: ik heb weinig vriendinnen. Maar ik zou ze niet willen missen, want in de momenten dat ik ze in mijn leven heb, zijn ze net de kers op de taart (ik hou niet van kersen, maar als ik daar wel van zou houden, zouden ze de kers op de taart zijn). Of het nu gaat om het drinken van een kop koffie (zelf drink ik liever thee), een snelle hap bij McDonald’s, het kijken van een filmpje op de bank of in de bioscoop of een mailtje zo af en toe; het zijn de kleine dingen die het leven voor deze jongen net iets meer de moeite waard maken. Wat ik maar zeggen wil: vriendschap komt in vele vormen. Vaak veranderen ze ook van vorm, net als levens van vorm veranderen. En het leuke is... je kunt er nooit genoeg van krijgen, in welke vorm dan ook.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Wat wil ik nou eigenlijk over mezelf zeggen? Heel eenvoudig… dit is wie ik ben. Je vindt me raar en je hebt geluk, want dat vind ik ook van mezelf. Ook dat schept een band. Van een vreemd soort, maar daarom niet minder. Misschien soms wel meer. Of gewoon anders. En zelfs al ben ik anders, toch ben ik ook nog best een heel klein beetje de moeite waard. Want vriendschap is voor mij het allerbelangrijkste in deze hele gestoorde wereld. Ik doe er alles voor. Ik geef er alles aan. Eigenlijk is niets te gek. Vierentwintig uur per dag sta ik paraat voor de vriendinnen die mij nodig hebben, zelfs als dat andersom misschien niet geldt. Dat vind ik ook helemaal niet erg, want dat kun je niet verwachten van een mens. Maar ik wil het wel bieden, omdat mijn gevoel zegt dat ik het zo moet doen. Ook raar, maar het maakt mij wie ik ben. Dus ja… dit is wie ik ben. En als je daar niet mee kunt leven, dan ben ik nog altijd een vriend voor jou; ook als jij geen vriendin meer bent voor mij. </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: center;">Hartelijke groeten,</div><div style="text-align: center;">David.</div><div style="text-align: left;"><br />
<em></em> </div><div style="text-align: left;"><em>Lees, als je durft, in het schrijversblog: Vriendschap met een Zachte Ziel</em></div><div style="text-align: left;"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-75560604018584031922010-04-06T14:43:00.000+02:002010-04-06T14:43:10.712+02:00Hoofdstuk 14<div style="text-align: justify;"></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Op de bank met een boek na een paar dagen hard werken met het draaien van extra diensten. Eindelijk een avond thuis. Eindelijk rust. Geen gedoe. Geen gezeik. Alleen een boek. Iets komisch van <a href="http://www.barclayagency.com/sedaris.html">David Sedaris</a>, want hij kon wel een lach gebruiken. Behalve de werkdrukte was er natuurlijk ook nog de groeiende onzekerheid over de kaart. En over wat die betekend had. En over waarom hij nog steeds niets van haar gehoord had. En over of zijn boosheid misschien niet een beetje buitenproportioneel was geweest. En over of hij dan misschien contact met haar moest opnemen. </div><div style="text-align: justify;"> In Jack’s hoofd was het eigenlijk over een heleboel dingen gegaan en dat was nog steeds zo. Hij kon het niet zomaar uitzetten, dus zelfs tijdens het lezen van het boek met de komische anekdotes en zelfs terwijl hij daarom moest lachen (soms schrok hij even van het feit dat hij dat zomaar hardop deed), dacht hij er nog aan.</div><div style="text-align: justify;"> Maar zijn gedachten en het lezen en het lachen werden ruw verstoord door geklop op de deur. Dit keer was hij niet bang dat het een deurwaarder zou zijn. Het zweet brak hem uit bij de gedachte dat Lynn er weer zou staan. Maar misschien viel het mee. Misschien was het toch de deurwaarder. Hij schoof een post-it, waar het plaklaagje allang niet meer van werkte tussen de pagina’s bij wijze van boekenlegger en legde de Sedaris op tafel. De hele weg (en die was gelukkig kort) naar de deur sprak hij het woord deurwaarder in zijn hoofd uit als een mantra en toen hij uiteindelijk opendeed was het… toch Lynn. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Pak je jas,’ zei ze. ‘Deze keer wordt het wel gezellig.’</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Hij had het nog gedaan ook. Alles beter dan echt met haar praten. Over de kaart bijvoorbeeld. En zij was er gelukkig ook niet over begonnen. Dus terwijl hij met Lynn de straat op liep en zonder morren de auto instapte (deze keer geen luxe zwarte wagen, maar een <a href="http://www.yellowcabnyc.com/">gele taxi</a>), spraken ze geen woord met elkaar. Ook niet in de taxi. De hele rit. Ze gingen naar downtown Manhattan en reden langs de plaatsen die Jack maar al te goed kende, omdat hij er bijna dagelijks langsreed bovenop een grote rode bus zonder dak. Jack had geen idee waar ze precies heengingen, maar zolang ze niet hoefden te praten vond hij het allang best. Wetende dat er vanzelf een moment zou gaan komen dat praten onvermijdelijk werd. Maar daar wilde hij nu nog even niet aan denken. Hij keek naar buiten, waar nog meer gelijkgekleurde auto’s over de weg raasden, en af en toe waagde hij het om een snelle blik op de vrouw naast hem te werpen. Een hele snelle. Die daardoor stiekem toch best op moest vallen. Hoewel dat juist niet de bedoeling was. Maar wat juist wel gebeurde, vooral door de frequentie van de snelle blikken.</div><div style="text-align: justify;"> De auto verplaatste van rijbaan en kwam tot stilstand voor een theater. Ze waren in de buurt van <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Broadway_theatre">Broadway</a>. Jack was er regelmatig door de straten gereden, maar in alle tijd dat hij in deze stad woonde had hij nog nooit een show bezocht. Kaartjes waren prijzig, zelfs wanneer je bijna een hele dag in de rij ging staan op <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Times_Square">Times Square</a>, waar een <a href="http://gonyc.about.com/cs/discountbroadway/a/tktsbooth.htm">roodwit hokje</a> stond voor de verkoop van de laatste showtickets. Hij had er in ieder geval het geld niet voor. En hij had het er ook niet voor over, want het leek hem niks om zoiets in zijn eentje te gaan bekijken. Nog een reden voor zijn ritme. Een boek lees je in je eentje, maar een bioscoop- of theaterbezoek is geen reet aan zonder iemand om af en toe aan te stoten en in het oor te fluisteren hoe geweldig die actrice wel is. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Tijd om eens te lachen,’ zei Lynn, terwijl ze een paar dollarbiljetten naar voren stak voor de taxichauffeur. ‘Laat de rest maar zitten,’ zei ze en ze stapte uit. Jack volgde haar terwijl ze samen het theater inliepen en Lynn twee kaartjes toonde aan een medewerker, die haar precies uitlegde op welke rij en welke plaatsen ze in de zaal konden plaatsnemen. </div><div style="text-align: justify;"> Het werd al gauw donker in de zaal, constateerde Jack opgelucht, dus ook nu zat praten er niet in. De show ging beginnen. Het was een vreemde keuze voor een advocate van een prestigieus kantoor en die woonde in een luxe appartement aan de rand van Central Park en een vader had die eigenaar was van een prestigieus kantoor die op zijn beurt woonde in een kast van een huis met een flinke lap grond in New Jersey. Er waren acteurs met <a href="http://www.broadway.com/shows/avenue-q-off-bway/">poppen</a>. Er waren schunnige liedjes waarin niet zuinig werd rondgestrooid met vleeswaren. Er was veel komedie en er was een verhaal waar Jack zich zelfs een heel klein beetje in herkende. Over een man met grote dromen en weinig geld, die naar New York komt en al gauw in een niet al te beste buurt moet gaan wonen om de eindjes aan elkaar te knopen. De poppen zagen er weliswaar uit alsof ze zo van Sesamstraat kwamen gelopen, maar de grove taal was allesbehalve geschikt voor kinderen. </div><div style="text-align: justify;">Weer keek Jack af en toe op zij naar Lynn. In het donker kon hij zich permitteren iets langer te blijven kijken. Hij zag hoe ze smakelijk lachte, terwijl er iets gezongen werd over <a href="http://www.youtube.com/watch?v=T-TA57L0kuc">internetporno</a> en penissen. Hij leerde haar nu van een hele andere kant kennen, bedacht hij zich. In dat denken zat de fout, want onbewust staarde hij en ontmoette Lynn’s ogen die hem nu recht aankeken. Snel keek hij weg, richtte zijn ogen weer op het toneel en ondertussen voelde hij zijn hoofd warm worden van schaamte. </div><div style="text-align: justify;"> De rest van de show keek hij niet meer opzij. Hij durfde niet meer. Hij concentreerde zich op het verhaal en gaf zich langzaam over, waardoor hij ook regelmatig in <a href="http://www.youtube.com/watch?v=qIJJxL9utow&feature=related">lachen</a> uitbarstte. Hier was dat minder storend als thuis bij zijn boek, want iedereen deed het, dus het viel nauwelijks op. Misschien viel het juist wel meer op als je het niet deed. Maar hij moest wel lachen, want het was gewoon grappig. </div><div style="text-align: justify;"> Na de staande ovatie, die nu eenmaal hoorde bij een show, maar ook best gemeend kon zijn, verlieten ze de zaal. Lynn hield een taxi aan en gaf de chauffeur opdracht om naar Jack’s huis te rijden. Van stilte was geen sprake meer, ze spraken honderduit over de voorstelling en herhaalden de verschillende grapjes om er nog even van na te genieten. Dat ging door nadat Lynn de chauffeur betaald had en ze samen naar zijn appartement gingen. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Wil je wat drinken?’ vroeg Jack.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Lekker, doe maar een biertje.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik heb ook whisky…’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Serieus, ik dacht dat jij dat niet dronk.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Dat doe ik ook niet. Maar je weet nooit wie er op visite komt.’ Het was een komische uitspraak voor een man zonder vrienden en de ironie daarvan ontging hun beiden niet. Ze keken elkaar aan met een blik van verstandhouding, waarop Lynn te kennen gaf dan best een glaasje te lusten.</div><div style="text-align: justify;"> Toen ze op de bank gepositioneerd waren, de één met zijn bier en de ander met haar glas whisky on the rocks, hervatten ze het gesprek over de komische voorstelling. Dat ging al gauw over in een serieuze discussie over de boeken die door zijn appartement slingerden en wat zij als literatuur beschouwden. Ze bleken aardig op één lijn te liggen en de liefde voor boeken was er onmiskenbaar. Tot diep in de nacht lieten ze hun favoriete auteurs de revue passeren tot de onvermijdelijke stilte die nu eenmaal gepaard gaat met het elkaar de vermoeidheid in praten. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik kan je zo laat niet meer alleen naar huis laten gaan,’ zei Jack, ‘dus ik zal je even de slaapkamer laten zien. Het is niet veel, maar het is een bed. Ik neem de bank uiteraard.’</div><div style="text-align: justify;">Lynn sputterde niet tegen en ging haar gastheer achterna naar de slaapkamer die zowaar kleiner bleek te zijn dan de woonkamer, wat haar bijna onmogelijk leek. Maar inderdaad, er stond een bed en ze was moe genoeg om die uitnodigend tegemoet te zien. Jack wenste haar een goede nacht en zij deed hetzelfde, waarna hij aanstalten maakte om de kamer te verlaten. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Jack,’ zei Lynn vlak voordat hij de deuropening doorliep, ‘ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen, maar … bedankt voor de kaart!’</div><div style="text-align: justify;"> Jack draaide zich niet om, bang dat zijn emotie hem zou verraden en zei alleen: ‘Slaap lekker.’ Toen hij de kamer uit was, trok Lynn een schriftje onder haar kleding vandaan en ontkleedde zich tot aan haar ondergoed. Ze schoof onder het dekbed en begon te lezen.</div><div style="text-align: justify;"><br />
<br />
</div><div style="text-align: justify;"><em>Lees in het schrijversblog de tekst : Say What !?!<br />
(notities bij H 14 volgen later)</em></div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-67196138573598611692010-04-05T10:23:00.000+02:002010-04-05T10:23:12.362+02:00Hoofdstuk 13<div style="text-align: justify;"></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Haar hand verdween in de diepe zak van haar <a href="http://www.harrisonfashion.co.uk/benetton-dark-red-duffle-coat-pr-825.html">lange donkerrode jas</a>. Ze verwachtte de aanraking van het koele gekartelde metaal van haar <a href="http://commons.wikimedia.org/wiki/Category:Keys?uselang=nl#mw-subcategories">sleutelbosje</a>, maar ze stootte met haar vingers tegen een harde scherpe rand. Papier. Met haar vingertoppen greep ze het voorwerp en trok het omhoog uit het stoffen omhulsel, waarbij de klank van de tegen elkaar ketsende sleutels die er onder lagen heel even hoorbaar was. </div><div style="text-align: justify;"> In haar hand hield ze een enveloppe in gebroken wit, waar met sierlijke blauwe letters haar voornaam op stond. Meer niet. Het stevige papier zat aan de achterkant dichtgeplakt en de lichte verdikking verraadde de aanwezigheid van een kaart. Ze pakte de kaart over naar haar andere hand en deed een nieuwe greep naar haar sleutels, die ze dit keer zonder onderbreking onder in de jaszak vond. Ze opende de voordeur van haar appartement en liep zonder haar jas uit te trekken naar de bank. Ze was van nature nieuwsgierig en ongeduldig, dus het uittrekken van haar jas zou te lang duren om de sensatie van de kaart te kunnen weerstaan. Ze had wel een vermoeden van wie de kaart kwam. Dat kon er maar één zijn. Wanneer had hij die in haar jaszak gestopt? </div><div style="text-align: justify;"> Haastig duwde ze het topje van haar wijsvinger in de ruimte van de flap aan de bovenkant van de envelop waar die niet helemaal goed dichtgeplakt zat. Met enige druk veranderde het topje in een amateuristische versie van een briefopener, die de envelop met veel korte stoten en een rafelig eindresultaat van een opening voorzag. Haar hand greep daarin en trok de kaart naar buiten. Ze keek even naar de buitenkant waar een veelvoud van gekleurde hartjes haar ogen tegemoet sprongen. Beetje zoet, maar het kon lelijker. </div><div style="text-align: justify;">Haar werkelijke interesse ging natuurlijk uit naar de binnenkant, dus ze vouwde de wenskaart open, voorzichtiger dan dat ze de enveloppe behandeld had, alsof ze op het punt stond een schat van onnoemelijk waarde bloot te leggen. De hele linkerkant was voorzien van golven in diverse kleuren die er handmatig met potlood op aangebracht waren. Daar was nog best wat werk aan besteed. In elke golf stond een tekstregel en samen vormden ze een kort maar intens gedicht:</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><strong><em>Nooit gedacht dat ik dit zou voelen</em></strong></div><div style="text-align: justify;"><strong><em>En dat mijn wereld ineens zo mooi kon zijn</em></strong></div><div style="text-align: justify;"><strong><em>Mijn hart zal zeer snel overspoelen </em></strong></div><div style="text-align: justify;"><strong><em>Regelrecht ondergedompeld in zonneschijn</em></strong></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Geen afzender. Maar een naam was ook niet nodig. Ze wist het zo wel. Ze had gelijk gehad. Ze las de tekst nog een keer, bijna letter voor letter, misschien op zoek naar een verborgen code in de structuur die een extra betekenis omhoog zou brengen. Dat gebeurde niet, maar de woorden waren voldoende voor een warmte die ook een beetje ongemakkelijk aanvoelde. </div><div style="text-align: justify;"> Want ze was natuurlijk vereerd. Dat iemand de moeite nam om zoiets voor haar te maken. Ze had wel eenskaarten gekregen, bijvoorbeeld op <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Valentijnsdag">Valentijnsdag</a>, maar nooit één waar zoveel zorg en liefde aan besteed was. Lynn had het niet achter hem gezocht. Dat hij zoiets zou doen. Ze vond het dapper dat hij het aangedurfd had om zich zo bloot te geven. Maar ze wist niet zo goed wat ze ermee aanmoest. Ze mocht hem graag, maar ze kende hem eigenlijk niet zo heel goed en ze wist niet precies hoe ver haar gevoel voor hem kon gaan. Waarschijnlijk niet verder dan een mooie vriendschap, hoewel die nu al onder spanning was komen te staan. Ze waren immers niet op de meest vriendelijke manier uit elkaar gegaan en dat was nog geen uur geleden geweest. </div><div style="text-align: justify;"> Ze voelde zich schuldig over de wijze waarop ze hem haar wereld had ingesleurd en ze was bezorgd over hoe hij zich nu voelde. Vooral na deze kaart, die overduidelijk in haar jaszak gestopt moest zijn voordat het dramatische voorval met haar vader en zijn gasten had plaatsgevonden. Moest ze nu naar hem toegaan? Dat kon, maar ze had geen idee wat ze moest zeggen en waarschijnlijk was hij nog zo boos dat hij toch niet wilde luisteren. </div><div style="text-align: justify;"> De kaart lag nog altijd opengevouwen in haar hand en ze kon een derde lezing niet weerstaan. Met elk woord spoelde zijn emotie bij haar naar binnen. <em><strong>Voelen. Zijn. Hart. Zonneschijn.</strong></em> De tekst was mooi, maar breekbaar. Hij wilde iets met haar delen, maar was onzeker over de uitkomst en hield zich daarom tegelijkertijd een beetje op de vlakte. Of hij wist zelf nog niet wat hij precies voelde. Ze voelde de drukkende verantwoordelijkheid om hier voorzichtig mee om te springen. Iemand zoals Jack, die leefde in zijn werk, geen vrienden had en geen liefde in zijn leven, was net zo breekbaar als de woorden die hij met inkt in het papier van de wenskaart had gedrukt. Er was een klein beetje van zijn ziel in achtergebleven, dus ze vouwde de kaart weer voorzichtig dicht, stopte die terug in de uitgerafelde enveloppe en borg dat voorzichtig op in de lade van haar secretaire. </div><div style="text-align: justify;"> Daarna liep ze naar de cd-speler en zette die aan. Er zat nog een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Compact_disc">zilverkleurig schijfje</a> in het apparaat dat weldra de zachte stem van <a href="http://sheenaeaston.com/">Sheena Easton</a> door de geluidsboxen in het vertrek weggaf, die op prachtige wijze <a href="http://www.youtube.com/watch?v=yG9JlxZCgJA">The Nearness Of You</a> zong. Ze keek uit over het donkere landschap met de lichten van lantaarnpalen en autokoplampen. Voorbij de donkere massa die Central Park was naar de skyline waar nog meer lichtjes in een rommelig patroon uit de gebouwen kwam. Diep in gedachten verzonken. Denkend aan Jack.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Shit, de kaart! Door zijn boosheid had hij er totaal niet meer aangedacht. Dat hij de kaart in de loop van de auto naar de voordeur van Lynn’s vader stiekem in haar jaszak had geschoven. De kaart waar hij uiteindelijk, na wat sleutelwerk, een tekst voor had geschreven die hem, in ieder geval op dat moment, geschikt leek om zijn gevoel uit te drukken. De kaart die hij toch maar met pen had geschreven, omdat kleurpotloden misschien een verkeerd signaal zouden afgeven. De pen had natuurlijk gevlekt, waardoor de potloden alsnog van pas kwamen om dat te maskeren. Minutenlang had hij geconcentreerd zitten kleuren, alsof hij weer op de kleuterschool zat. Toen het resultaat hem genoeg beviel had hij de kaart dichtgeplakt en er toch nog de hele nacht over wakker gelegen of het nou eigenlijk wel verstandig was om dat te doen. En was de tekst niet toch iets te extreem? En waren die kleurtjes misschien een beetje nichterig? </div><div style="text-align: justify;"> Maar soms moet je dingen gewoon doen, bedacht hij de volgende morgen in het park. Zelfs als ze tegen je natuur zijn. Soms moet je een gevoel volgen zonder de consequenties al teveel te overdenken. Dat hij er een gevoel bij had, was al een uitzonderlijke situatie. Want hij had al heel lang niets meer gevoeld en nu leek alles alleen maar intenser te worden. De pijn op zijn borst vertelde hem dat eveneens, want die was niet alleen ontstaan uit de stress van de afgelopen dag, maar ook uit de onmacht van de liefde. En was het liefde? Wilde hij dat weten? Hoe boos hij ook was, die vragen hielden hem eigenlijk meer bezig dan wat zich vandaag had afgespeeld. Eerlijk gezegd had datgene wat er een aantal uur geleden gebeurt was natuurlijk ook met diezelfde liefdesvraag te maken. Het ging om het dilemma van twee handen op een ziekenhuisbed. Over wat dat te betekenen had voor hem. Hij wist het nog steeds niet helemaal. Nou ja, hij wist het wel, maar hij wilde niet weten dat hij het wist. </div><div style="text-align: justify;"> En nu was er dus nog de kaart. Ergens in een ander deel van New York had de ‘geadresseerde’ die waarschijnlijk al lang opengemaakt en de tekst gelezen. Met die typische frons had ze waarschijnlijk gekeken naar de regenboogkleurige golven die de achtergrond van de woorden waren gaan vormen. Hij had er geen afzender bijgezet, maar zij zou het toch wel weten. Van wie kon het immers anders zijn. </div><div style="text-align: justify;"> Hij had het gedaan omdat hij voelde dat hij het moest doen, maar nu wist hij het niet helemaal zeker meer. Misschien had ze de kaart nog niet geopend en kon hij haar nog gauw bellen in de telefooncel op de hoek en haar smeken de enveloppe ongeopend te verscheuren. Maar dat zou ook niet zo’n beste boodschap tegen. Nee, het was te laat. Hij kon er nu niks meer aan doen. En zij zou er waarschijnlijk niks meer mee doen, want hij had boos gezegd dat zij hem met rust moest laten. Dus dat zou het einde kunnen zijn. Als hij dat wilde. Als zij dat wilde. </div><div style="text-align: justify;"> Jack had geen lamp aangedaan in de woonkamer. Het was bijna donker, op de schijnsels die van buiten kwamen na. Hij stond bij het raam en keek naar buiten. Het was donker. En het was stil. In zijn woning en in de woningen er omheen, waar hij door de dunne wandjes doorgaans alles van kon horen. In het portaal van het gebouw tegenover hem stonden twee mannen bij elkaar. De ene keek schichtig om zich heen en haalde toen wat papiertjes uit zijn zak. Geld zo te zien. De andere nam het aan en gaf er een klein zakje voor in de plaats. <a href="http://www.justice.gov/dea/index.htm">Drugs</a> ongetwijfeld. Jack zag hoe de dealer zich terugtrok in de schaduw van het portaal, terwijl de klant er haastig vandoor ging. </div><div style="text-align: justify;"> De kaart. Hoe moest dat nu na de kaart?</div><div style="text-align: justify;"><br />
Lees in het <a href="http://ditisgerben.blogspot.com/">schrijverblog </a>eventueel: Notities bij H 11, 12 & 13<br />
<br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-71654265638017904712010-04-04T17:03:00.000+02:002010-04-04T17:03:19.677+02:00Hoofdstuk 12<div align="justify"></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> ‘Waarom heb jij je haar <a href="http://vrouwenpower.nl/forum/beauty-cosmetica/hoe-moet-een-mannenkapsel-eruit-zien-t28296.0.html">geknipt</a>?’ Het was de eerste vraag die Lynn stelde toen Jack naast haar plaatsnam in de zwarte auto. Het was gelukkig geen limousine, wat Jack even vreesde, maar het was wel een <a href="http://www.fordvehicles.com/crossovers/edge/">luxe wagen</a> en ze werden gereden door een chauffeur. Dat was logisch. Lynn kon moeilijk rijden met haar arm in een mitella. </div><div align="justify"> ‘Oh, iemand zei me dat ik niet eens zo vreemd ben, op mijn <a href="http://www.mannenmetlanghaar.nl/">staart</a> na dan. Dus toen dacht ik: laat ik die er maar afhalen.’ Jack zei het zo nonchalant mogelijk, maar hij wist ook wel dat het een beetje vreemd klonk. </div><div align="justify"> ‘Dat snap ik niet helemaal,’ was de logische reactie.</div><div align="justify"> ‘Laat maar,’ zei Jack, ‘het werd gewoon tijd.’</div><div align="justify"> Er viel een stilte. Hij keek uit het raam naar buiten. De wereld was een beetje donker door de tint van het glas. Nog even en ze zouden <a href="http://wiki.answers.com/Q/Which_states_border_New_York">New York</a> verlaten. Voor het eerst in al die tijd. Hij was zenuwachtig en niet alleen omdat hij de stad en de staat ging verlaten. Ook voor de confrontatie met die man. Die zou willen weten wat hij daar deed in het ziekenhuis. Met zijn hand op de hare. Maar daar had hij geen sluitende verklaring voor. Hij wist niet wat hij moest zeggen.</div><div align="justify"> ‘Nog één ding over vanavond,’ zei Lynn.</div><div align="justify"> ‘Ja?’</div><div align="justify"> ‘Ik wist het niet, maar mijn vader heeft voor vanavond al een informeel samenzijn met vrienden georganiseerd. Hij heeft ons uitgenodigd. Ik hoop niet dat je het erg vindt.’</div><div align="justify"> ‘Wat?’ Jack kreeg het benauwd. Er zouden allemaal mensen zijn die hij niet kende. Dit ging een ramp worden. Wat moest hij nu doen? Stoppen. De auto moest stoppen.</div><div align="justify"> ‘Ik weet dat ik je er nogal mee overval,’ zei Lynn. ‘Ik hoorde het ook pas gisteren. Maar het is geen probleem. Ik introduceer je wel.’</div><div align="justify"> ‘Stop de auto!’</div><div align="justify"> ‘Jack, doe rustig.’</div><div align="justify"> ‘Stop de auto zeg ik !’</div><div align="justify"> ‘Het is niet erg. Ik ken die mensen ze bijten niet.’</div><div align="justify"> ‘Kan me niet schelen. Stop de auto!’</div><div align="justify"> ‘Dat kan niet, we zitten op de <a href="http://maps.howstuffworks.com/new-jersey-highway-map.htm">snelweg</a>. Het is ook niet nodig. We gaan gewoon naar mijn vader, drinken er een drankje, praten een beetje en dan gaan we weer weg.’</div><div align="justify"> ‘Dat is misschien normaal voor jou, maar ik doe dat soort dingen niet.’</div><div align="justify"> ‘Hoe bedoel je? Ga je nooit eens wat drinken met vrienden?’</div><div align="justify"> ‘Welke vrienden?’</div><div align="justify"> ‘Je hebt toch wel vrienden?’</div><div align="justify"> Het was weer even stil. Ze keken elkaar aan. Lynn wachtte op een reactie. Jack wist dat in het normale leven, mensen vrienden hadden. Die hoorden erbij. Als het meubilair waarmee je een kamer inricht. De kamer van je leven. </div><div align="justify"> ‘Ik ga je een verhaaltje vertellen,’ zei Jack. ‘Het gaat over een man die nooit kreeg waar hij van droomde en die droom dus heeft opgegeven. In de wereld om hem heen kregen mensen dat wel en sommigen zelfs met het grootste gemak. </div><div align="justify"> ‘Ik heb vriendinnen gehad. Nooit vrienden. Ik heb nou eenmaal niets met mannen. Ze zitten op een andere golflengte waar ik niet mee kan communiceren. Dus <a href="http://nl.wikiquote.org/wiki/Vriendschap">vriendschap</a> was er altijd alleen met vrouwen. Het waren goede vriendschappen. We konden van elkaar op aan en deden leuke dingen samen. Maar het moment dat een vriendin ook een ander soort vriend krijgt, is uiteindelijk onvermijdelijk. En vanaf dat moment sta je er toch een beetje bij en kijk je ernaar. Zeker als blijkt dat niemand echt op die manier geïnteresseerd is in jou. Dan zie je de levens van je vriendinnen in een stroomversnelling raken, terwijl je zelf stilstaat. En je wilt mee op die golf, maar dat gaat niet. Je ziet hoe liefdes zich ontwikkelen en hoe je dat zelf mist en dan raak je teleurgesteld in het leven en verbitterd en dat is nooit een mooie emotie. Wel een oprechte, maar nooit echt mooi. </div><div align="justify"> ‘Gaandeweg raakte ik de aansluiting kwijt. Mijn vriendinnen richtten zich op de liefde en hoewel er altijd wel plaats voor mij was, voelde ik mezelf gewoon niet thuis in die situatie. Ik bleef over en het zag er niet naar uit dat daar verandering in zou komen. Daar kun je voor vechten, geloof me dat heb ik ook gedaan, maar op een gegeven moment wordt het een beetje hopeloos. </div><div align="justify"> ‘Ik heb mijn vriendinnen niet bewust afgestoten. Ik heb me verwijderd en op een bepaald moment was ik zo ver bij ze vandaan dat ze uit mijn leven verdwenen waren. Het ging heel geleidelijk. De ruimte die ik voor hen had, werd ingevuld door werk en zo ben ik gekomen waar ik nu ben. Dat werken, eten en slapen dat in het verhaal staat dat je gelezen hebt.’</div><div align="justify"> De hele tijd dat Jack aan het vertellen was, keek Lynn naar haar handen. Ze wist gewoon even niet waar ze haar ogen moest richten bij zo’n ontboezeming. Er was voor haar maar één conclusie mogelijk. ‘Maar Jack, dat is toch geen leven?’</div><div align="justify"> ‘Heb ik gezegd dat ik een leven heb dan? Leven is voor mensen die zich die luxe kunnen permitteren. Dat wil niet zeggen dat ze er niet hard voor werken en het niet verdienen. Dat wil alleen maar zeggen dat niet iedereen krijgt wat hij of zij verdient. Dat besef doet alleen pijn als je dat toestaat. Als een leven er niet in zit, dan ga je gewoon door met ‘<em>the next best thing’</em>, namelijk: er zijn.’</div><div align="justify"> ‘Sorry dat ik het zeg… maar dat is dus gewoon <a href="http://www.geencommentaar.nl/index.php/2007/07/16/geenstijl_vakansieboek_is_ruk">ruk</a>.’</div><div align="justify"> ‘Precies! Ik kan er heel stoer over doen, maar dat is wat het is. Maakt het besef dat het ruk is, het er beter op?’</div><div align="justify"> ‘Natuurlijk niet.’ Er klonk een emotionele snik door in Lynn’s stem. ‘Maar daarom moet je niet stoppen met vechten!’</div><div align="justify"> Jack keek weer uit het raam en liet de woordenstroom tussen hen beiden even bezinken. Ze had gelijk natuurlijk. Hij hoorde nog gewoon te vechten. Zelfs tegen beter weten in. Zelfs op zijn leeftijd. Maar niet vechten was zoveel makkelijker. Het comfort van alleen maar zijn, was veel aanlokkelijker dan het risico om opnieuw de vernieling in te gaan.</div><div align="justify"> Ze zaten nog geruime tijd naast elkaar in de auto, maar er werd geen woord meer gezegd. De stilte verhoogde de luchtdruk op de achterbank, totdat vanaf de voorstoel door de chauffeur werd aangekondigd dat ze er bijna waren.</div><div align="justify"> In het schemerlicht reed de auto een geasfalteerde oprijlaan op naar het grote huis aan het einde daarvan. Hij zag alleen de voorpui, maar Jack vermoedde dat het woonoppervlak zo’n beetje gelijk zou zijn aan het hele gebouw waar hij woonde. Zijn woning stond hier waarschijnlijk gelijk aan een kledingkast. Er stonden meer luxe wagens op de parkeerplaatsen voor het huis. Een stuk of zes, dus het kon er wel eens druk zijn. </div><div align="justify">Zodra de auto tot stilstand kwam, stapte Lynn uit. Jack bleef nog even zitten, ademde diep in en uit en duwde toen ook zijn portier open. Over het dak heen vingen ze elkaars blik. ‘Het wordt heus gezellig,’ zei Lynn. ‘Vertrouw me nou maar.’ </div><div align="justify"> Hij had er niet zo’n vertrouwen in dat het gezellig zou worden. Het voelde meer als een opgave. Een test of zo. Ze liepen samen naar de sierlijk bewerkte deur, waar Lynn op de goudbeslagen deurbel drukte. Het duurde niet lang dat de deur geopend werd.</div><div align="justify"> </div><div align="justify"> ‘Lieverd,’ klonk de man die opendeed opgewekt. Dezelfde man die Jack voorheen nog als nors en agressief ervaren had. Misschien was het toch zo gek nog niet om deze persoon op een andere manier te leren kennen. Even echt kennis te maken om het allemaal iets normaler te laten zijn.</div><div align="justify"> ‘Hoi Pa,’ zei Lynn, ‘mag ik je even voorstellen. Dit is Jack. Jack, dit is William Ryder.’</div><div align="justify"> Ze gaven elkaar een hand en William legde zijn andere hand even op Jack’s schouder, zoals hij wel eens een <a href="http://www.nypost.com/seven/02192007/gossip/cindy/youve_got_to_shake_it_like_a_president_cindy_cindy_adams.htm">president</a> had zien doen, toen die nog geen president was en campagne voerde in de stad. ‘Kom binnen en alsjeblieft… noem me maar Bill,’ zei hij, terwijl hij zijn hand weer terugtrok. </div><div align="justify"> Ze liepen een chique hal in met een brede trap die in een sierlijke draai naar de volgende verdieping krulde. Bill pakte de jassen van Jack en Lynn aan en hing ze op in de open garderobekast aan de zijkant. </div><div align="justify"> ‘Kom verder,’ zei hij, terwijl hij zijn gasten naar het aangrenzende vertrek leidde dat als woonkamer dienst deed. Een grote schouw complementeerde het klassieke uiterlijk van enigszins opzichtige rijkdom. De kamer werd bevolkt door ongeveer twaalf mensen, waarvan de meesten tot het mannelijke geslacht behoorde. De soort waar Jack nooit zo goed mee overweg kon. ‘Allemaal,’ zei Bill, ‘jullie kennen mijn dochter uiteraard en ze heeft een gast meegenomen. Dit is Jack…’ Het laatste zinnetje ging iets in toon omhoog om de gast in kwestie aan te sporen ook zijn achternaam te noemen. </div><div align="justify"> ‘Gewoon Jack,’ zei Jack, die een achternaam niet zo belangrijk vond aangezien het toch de eerste en de laatste keer zou zijn dat hij deze mensen zou zien. </div><div align="justify"> ‘Nou Gewoon Jack,’ zei Bill, ‘ik zal je even aan iedereen afzonderlijk voorstellen.’ Ze gingen de kring rond en hij hoorde namen en functies die hij direct weer vergat omdat hij gewoon geen zin had om ze te onthouden en ook niet erg onder de indruk was. De kamer was gevuld met een hoop lucht, zo constateerde hij al snel, en een deel van die lucht werd omgezet in sigarenrook en de walm van whisky. De mensen praten met zuivere stemmen, zoals je die op de straat in New York zelden hoorde. Alleen wanneer Jack een bustour deed als onderdeel van een bedrijfsuitje voor zakenmensen, hoorde hij meer stemmen op die manier. Jack’s accent was het eerste wat hem anders maakte dan de rest. Nee, eigenlijk waren het vooral zijn kleren die hem anders maakten, want voor een informeel samenzijn, zag het er toch best formeel uit. Geen smokings of zo, maar wel stropdassen en elegante jurken, die laatste gecomplementeerd met de nodige hoeveelheid sierraden. </div><div align="justify"> Lynn volgde haar introducé op de voet om hem waar nodig moreel te ondersteunen. De toon die haar vader bij de laatste twee zinnen had aangeslagen, beviel haar niet helemaal en ze wilde voorkomen dat hij nog feller zou worden. Want hij kon soms fel zijn. Bezorgd om zijn dochter natuurlijk, maar niet altijd op een eerlijke manier. Dus ze hield niet alleen Jack in de gaten, maar toch vooral ook haar vader. En dat was nodig, want Bill vroeg gelijk aan Jack wat hij voor de kost deed. Terwijl hij dat allang van Lynn gehoord had. Dus moest Jack, in het bijzijn van advocaten en zakenmannen vertellen dat hij rondritten op een toerbus van toeristisch commentaar voorzag. Waarop de vader op overdreven toon te kennen gaf hoe interessant dat allemaal wel niet was. Uit het zichtveld van Jack gaf hij zijn vrienden een knipoog en vroeg gelijk daarna wat voor studie je daarvoor gedaan moest hebben. Jack gaf toe dat een studie niet nodig was, waarop Bill op dezelfde overdreven toon riep: ‘Werkelijk?’</div><div align="justify"> Lynn besloot Jack, die een beetje begon dicht te slaan onder de ongewenste aandacht, een helpende hand te bieden. ‘Nou Jack, dat is niet helemaal waar hè? Je doet immers speciale tours toch?’ Ze keek de kring rond en vroeg met luide stem: ‘Wie van jullie hier spreekt vloeiend Japans?’</div><div align="justify"> Het was even stil, want dat was dan toch wel weer bijzonder voor zo’n laaggeschoold persoontje met zo’n middelmatige baan. ‘Wat kan ik je te drinken inschenken?’ vroeg Bill uiteindelijk. Jack lustte wel een biertje. ‘Natuurlijk, een biertje!’ zei Bill, die het inschenken niet zelf deed, maar daarvoor bediening had geregeld. </div><div align="justify"> De rest van de avond werd Jack grotendeels met rust gelaten. De gasten praatten met elkaar en lieten Jack links liggen. Alleen Lynn, die helaas ook niet onder enkele andere verplichte gesprekjes uitkwam, zocht hem regelmatig op en vroeg hem of hij het nog naar zijn zin had. Wat moest hij anders zeggen dan een kleine simpele ‘ja hoor.’ Hij voelde zich een beetje verloren, maar dat was nog altijd beter dan aandacht. Daar zou hij gauw achterkomen, toen Bill zijn slachtoffer aan een nieuw vragenvuur onderwierp. Waar woonde hij? Kreeg hij nog een beetje aan fooien? Moest hij eens informeren of hij Jack een echte baan kon bezorgen als tolk bij de <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/United_Nations_Headquarters">Verenigde Naties</a>? Hoe vaak was hij in Japan geweest? </div><div align="justify"> En uiteindelijk kwam de vraag hoe Jack zijn dochter eigenlijk had leren kennen. En zonder eerst een antwoord af te wachten: Wat deed hij bij het ziekenhuisbed van zijn dochter? En wat wilde hij precies van haar? Vond hij zelf ook niet dat hij niet echt bij de juiste sociale klasse behoorde voor een behoorlijke omgang? Was hij niet een beetje te oud om met jonge dames op stap te gaan? </div><div align="justify"> De vragen bleven komen en Jack kon alleen nog maar stamelen tot hij uiteindelijk helemaal dichtsloeg en, hevig geëmotioneerd, naar de garderobekast liep, zijn jas pakte en de deur achter zich dichtsloeg. Hij liep het pad af en de weg langs. Het zou te ver zijn om terug te lopen naar New York. Veel te ver. Maar nu wilde hij alleen maar weg bij dit huis en bij deze mensen. Had Bill niet gewoon gelijk? Was hij niet een minderwaardig persoon ten opzichte van deze doorgeleerde en succesvolle mensen? Zijn plaats was tenslotte in de marge van het bestaan. </div><div align="justify"> </div><div align="justify"> Hoe lang hij precies gelopen had, wist Jack niet, maar op een bepaald moment kwam een zwarte auto langszij rijden. Het achterste raampje ging met een elektronisch geluid open en Lynn stak haar hoofd door de opening. </div><div align="justify"> ‘Jack, het spijt me. Ik wist ook niet dat het zo uit de hand zou lopen. Ik heb hem verrot gescholden. Dit is echt niet OK.’</div><div align="justify"> ‘Ik zei het toch. Maar nee, je moest zo nodig.’</div><div align="justify"> ‘Stap in Jack. Je kunt niet de hele weg teruglopen.’</div><div align="justify"> Dat wist hij en daarom stapte hij in. De hele weg praatte ze tegen hem en maakte haar excuses en probeerde soms het gedrag van haar vader een beetje te verdedigen. Om er daarna gelijk aan toe te voegen dat het natuurlijk absoluut niet kon wat hij gedaan had. Ze vertelde haar familiegeschiedenis. Dat haar opa een succesvol zakenman was geweest en dat haar vader dus niet wist hoe het was om ‘niet rijk’ te zijn. Dat hij misschien wel een groot advocatenkantoor uit de grond had gestampt, maar dat een goed huwelijk er absoluut niet in zat. Haar moeder woonde in <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Florida">Florida</a> en belde één keer per maand met Lynn. Haar vader had niet bepaald de leukste vrouw ter wereld uitgekozen om een kind bij te verwekken. Ze hield van haar vader, maar had ook best wel veel moeite met hem, waardoor ze al op jonge leeftijd had besloten om naar New York te verhuizen. Maar ze had uiteindelijk toch gekozen voor een baan bij zijn firma, want ze was immers de enige erfgename voor het bedrijf. Want zijn zakenpartner was homoseksueel, wat niemand officieel wist, maar wat je zo ook wel kon zien. Je moest wel stront in je ogen hebben om dat te missen. </div><div align="justify"> Zij praatte en hij luisterde, maar hij zei geen woord. Onder zijn borstbeen groeide een drukkende pijn die alsmaar sterker werd en in golven werd afgevuurd. Alsof zijn hart tegen zijn borstbeen aanstootte zoals een man repeterend zijn hoofd tegen een muur sloeg, onderwijl roepend: ‘stom, stom, stom’. Want hoe kon hij zo stom zijn om te denken dat er een plaats voor hem was in het leven. Dat het toegestaan was om uit zijn ritme te breken en daar dan echt iets anders dan teleurstelling voor terug te krijgen. Uit zijn luchtpijp kwam een brandend gevoel naar boven bij elke ademhaling. In en uit. De rest van zijn lichaam werd koud en hij liet zijn kin op zijn borst zakken, ten teken dat het hem allemaal even niets kon schelen. Lynn praatte door en hij luisterde nog steeds, maar de helft ervan ging ongemerkt toch langs hem heen. Flarden van zinnen borrelden in zijn gehoor, terwijl vanuit zijn ooghoek de wereld voorbij raasde. </div><div align="justify"> Na lange tijd, te lange tijd, stopte de wagen uiteindelijk voor zijn appartement. Lynn deed nog een laatste poging om hem te bereiken: ‘Jack, zeg alsjeblieft iets.’</div><div align="justify"> Haar wens was zijn bevel, maar de woorden zouden haar niet bevallen. ‘Laat me met rust,’ zei hij bijna ongeëmotioneerd, terwijl hij de portier opende en zonder verder nog om te kijken het gebouw in liep.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-76362019906224306412010-04-02T13:02:00.000+02:002010-04-02T13:02:05.133+02:00Hoofdstuk 11<div style="text-align: justify;"></div><div style="text-align: justify;"> </div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://nobodys-perfect.com/vtpm/ExhibitHall/informational/tphistory.html">Toiletpapier</a>. In een pak met vier rollen. Niet van die zachte, je weet wel, met al die laagjes. Nee, de goedkopere soort. De gerecyclede. Dat grijze schuurpapier dat aan je reet brand als je er te snel mee veegt. Gelukkig had Jack nooit haast als hij op het toilet zat. Hij had überhaupt nooit haast.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.americarx.com/Products/15471.html">Scheermesjes</a>. Van die wegwerpdingen met een gelig plastic handvatje. In een plastic zak met twaalf tegelijk. Daar kon Jack een hele tijd mee vooruit. Die krengen waren al vrij gauw bot, maar hij scheerde zich lang niet elke dag. Gevoelige huid. Snelle bloeder.</div><div style="text-align: justify;"> Dus ook nog huismerkscheerschuim en wattenschijfjes (om tegen de wondjes te drukken), verdwenen in zijn boodschappenmandje.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.kookjijook.nl/recept.php?id=558">Donuts</a>. Per zes verpakt in een plastic doosje. Gevuld met kleine brokjes chocolade deze keer. Voor zijn zondagochtendritueel. En wat overbleef ging maandag mee naar zijn werk.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.wikihow.com/Cook-a-Microwave-Meal">Kantenklaarmaaltijd</a>. In een ronde doos met aparte vakjes voor de doperwtjes, aardappeltjes en een stukje gehakt. De jus waar die in lag, gooide hij altijd weg. Te ranzig. Maar een makkelijk maaltje voor de dinsdag. Wanneer hij een middag- en een avonddienst achter elkaar draaide en geen tijd had om tussendoor wat te eten. Voordat hij naar bed ging gauw even in de magnetron.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> <em>‘Schoonmaken in gangpad 6 alsjeblieft.’</em> De muziek die door de luidsprekertjes het pand in werd geslingerd, werd onderbroken door een stem waarvan Jack moeilijk kon bepalen of die een man of een vrouw toebehoorde. Pas toen de muziek hervat werd, viel het op dat die er daarvoor ook was geweest. Een stemmig en emotioneel nummer. Hij herkende het uit een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Moulin_Rouge!">film</a> die hij een paar jaar geleden in de bioscoop had gezien. Toen hij voor het laatst in een romantische bui was. <a href="http://www.youtube.com/watch?v=48BxXheDesw&feature=player_embedded">Prachtige tekst</a>, zelfs al geloofde hij er niet meer in. Het duet was niet geschikt voor het speakersysteem. En het was ook absoluut geen goede achtergrondmuziek voor een supermarkt.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.fruitjuicefacts.org/">Vruchtensap</a>. Twee pakken. Een met aardbeiensmaak en de ander perzik. Voor als hij eens een avondje geen zin had in bier. Makkelijk buiten de koelkast te bewaren. Want daar werd alle plek al ingenomen door de kantenklaarmaaltijd, de bierflesjes en een plastic fles met halvolle melk.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.gotmilk.com/">Halvolle melk</a>. In een plastic fles. Gelukkig dacht hij er nog aan. De laatste slok was vanochtend opgegaan. Bij de Froot Loops. Makkelijk ontbijt.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Froot_Loops">Froot Loops</a>. In een kleurrijke kartonnen doos met een vershoudzak erin. Die was hij ook al bijna vergeten. Het laatste restje had Jack, samen met een in cellofaan verpakt speelgoedautootje, in het kommetje met melk geschud. Op Fruit Loops bezuinigde hij niet. Alleen de echte. Niet dat goedkope namaakspul.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.nytimes.com/2008/09/28/books/review/Meloy-t.html">Boek</a>. Pocketversie van een mooie roman. Over een weesjongetje. Het omslag beloofde veel goeds. Hij had nog genoeg boeken liggen, maar ach, je kon eigenlijk nooit genoeg boeken hebben.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.guardian.co.uk/books/2009/nov/04/stephen-king-publishes-poem-playboy">Playboy</a>. Die kocht hij eigenlijk nooit. Nee, echt niet. Maar nu werd er op de cover, naast een in lingerie verpakte tweeling, een exclusief kort verhaal van Stephen King beloofd. Daar was hij dan wel weer benieuwd naar. De pagina’s met blote vrouwen bladerde hij meestal snel door. Ja, echt. Niet omdat hij daar vies van was, maar siliconen bollen maakten hem gewoon verdrietig. En puur natuur was er nog zelden in te vinden.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.hallmark.com/webapp/wcs/stores/servlet/home%7c10001%7c10051%7c-1">Wenskaart</a>. In cellofaan verpakt. De kaartenmolen was uitgerust met een breed assortiment niet al te mooi uitziende kaarten. Van harte gefeliciteerd! Nieuwe baan! Verhuizen! Een dochter! Met innige deelneming (hé, waar was het uitroepteken nou gebleven?). Onder in het rek zaten de kaarten zonder tekst. Maar de afbeeldingen waren er niet minder lelijk om. Bloemen. Dieren. Hartjes. Hartjes? Dat is gelijk wel heel zoet. Dieren? Nee, die associeer je met andere dingen. Bloemen? Veel te truttig. Dus dan toch maar iets met hartjes. Geen gemakkelijke keuze, want absoluut niet verstandig. Maar de kaart met hartjes in verschillende kleuren was nu eenmaal mooier dan de andere kaarten. Dus eigenlijk moest hij wel. Hield hij zichzelf voor. </div><div style="text-align: justify;"> Nadat hij er één uit het rek had getrokken, pakte hij nog twee dezelfde. Hij zou er ongetwijfeld één gaan verprutsen. Misschien zelfs wel twee.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> * <a href="http://www.misterart.com/store/browse/001/cat_id/470/Art-Supplies-Pencils--Pastels-Pencils-Colored-Pencils.htm">Kleurpotloden</a>. In een metalendoosje met een clowngezicht op de voorkant. Assortiment van twaalf kleuren. Wilde hij eigenlijk niet kopen, maar lagen in een mand bij de kassa waar hij in de rij voor stond te wachten. Misschien toch leuk om te gebruiken voor de kaart.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Beide handen waren gevuld met de flinterdunne plastic tasjes van de supermarkt. Hij wist dat hij die, ergens halverwege de looproute tussen winkel en appartement, op een andere manier zou moeten vastpakken, wanneer de hengsels zo ver waren uitgerekt onder het toch best geringe gewicht van zijn boodschappen dat ze bijna zouden gaan knappen.</div><div style="text-align: justify;"> Onderweg dacht hij aan Lynn, de vrouw die de avond ervoor naast hem op de bank had gezeten. Hij dacht vooral aan zondagavond; het moment dat hij haar weer zou gaan zien. Die belofte vulde hem met warmte in zijn lichaam en kippenvel op zijn lichaam. Maar er waren ook zorgen. Want Jack had niet gelogen toen hij zie dat hij al dertig jaar de stad niet meer uit was geweest en het feit dat hij op zondag een zuidelijke reis zou gaan maken, voelde als een verraad aan zichzelf. Het was de ultieme verbreking met een ritme. De verwijdering van de pulserende en kalmerende hartslag van de stad New York. Al had hij haar niets beloofd, toch kon hij niet meer terug. En dat wilde hij ook niet. Want zelfs al kende Jack Lynn nog niet zo heel goed, één ding wist hij instinctief al vanaf hun allereerste vluchtige contact in het park: waar zij was, was hij thuis.</div><div style="text-align: justify;"> </div><div style="text-align: justify;"> Met de plastic tassen nu onder zijn oksel geklemd en een hinderlijk scherpe steek die het drukken van een hoe van de doos met Froot Loops in zijn linker zij veroorzaakte, stommelde hij de trappen op naar zijn verdieping. Onderweg kwam hij erachter dat hij de post was vergeten uit zijn bus te halen, waardoor hij vloekend besloot daar later op de avond nog een keer voor terug te gaan. Eenmaal binnengekomen, borg hij de boodschappen op, met uitzondering van de drie wenskaarten en het blik kleurpotloden die hij meenam naar zijn slaapkamertje.</div><div style="text-align: justify;"> Jack trok een <a href="http://www.stephenkingcollector.com/limited/underthedome.html">dik gebonden boek</a>, met stofomslag en leeslint, onder zijn bed vandaan en liet die op het kussen ploffen. De papierbundel zakte er een heel eind in, maar stak door de dikte altijd nog iets boven het kussen uit. Hij ging op z’n buik op bed liggen, trok een kaart uit het cellofaan en spreidde die open op het harde oppervlak voor zich. Tijdens het openen van het blik met potloden realiseerde hij zich dat hij wel twintig kaarten nodig zou hebben als hij gewoon lukraak begon te schrijven. Een notitieboekje bood uitkomst. </div><div style="text-align: justify;"> Maar wat moest hij schrijven? Wat wilde hij deze vrouw, die hij in ieder geval heel bijzonder vond, eigenlijk vertellen? En waarom wilde hij dit eigenlijk doen? Wat hoopte hij te bereiken? Uiteindelijk wist hij dat het alleen maar pijn zou gaan doen. Wat hij ook schreef. Hij had er geen verstand van. Vriendschap. En al helemaal niet van liefde. Als daar tenminste sprake van was. Want hoewel zijn hart dat constant bleef roepen, zorgde hij ervoor dat zijn hoofd bleef overschreeuwen dat dit allemaal nergens op sloeg. Dat hij er na zo’n lange tijd geen recht meer op had. Hij moest vooral niet denken dat hij was zoals andere mensen. Die vergissing mocht hij absoluut niet maken. </div><div style="text-align: justify;"> Heen en weer getrokken tussen gevoel en verstand, begon het hem allemaal te duizelen. Plotseling kwamen er tranen en ze bleven komen totdat zijn notitieboekje en zijn kussen er nat van waren. Toen hij weer enigszins tot rust was gekomen en een droge pagina opsloeg, schreef hij rechtstreeks vanuit zijn hart. Hij besloot om het nog niet op een kaart te zetten. Het moest even rusten. Hij sloeg het notitieboekje dicht en schoof alle spullen onder zijn bed. Jack verzamelde zijn krachten om op te staan en toen hij twee stappen had gezet, vond hij het voldoende om de lamp uit te doen en gewoon weer in het donker op bed te gaan liggen. Met z’n kleren aan. </div><div style="text-align: justify;"> Het duurde echter nog uren voordat de slaap daadwerkelijk kwam. Hij was er moe genoeg voor, maar zijn innerlijke wereld hield hem wakker. Daar was het chaos. Onrustig. Oorlog.</div><div style="text-align: justify;"> Ook toen de slaap uiteindelijk over hem heen kwam, was er van rust absoluut geen sprake.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;">Lees, als je daar zin in hebt, in het schrijverslog het item:</div><div style="text-align: justify;">- Nog even geen notities bij H 11</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-81176879632520608932010-04-01T11:34:00.000+02:002010-04-01T11:34:07.913+02:00Hoofdstuk 10 <br />
Terwijl Lynn de pagina’s van het schriftje met belezen tussenpozen omsloeg, hield Jack haar vanuit zijn ooghoek in de gaten. De bladzijden van zijn boek sloeg hij af en toe demonstratief om, maar hij hield zijn vinger bij de pagina waar hij daadwerkelijk was gebleven. Lezen was voor een later moment. Soms keek hij wel in zijn boek; bang om er op betrapt te worden dat hij eigenlijk naar haar zat te kijken. <br />
Het viel hem weer op hoe mooi ze is. Dat wist hij natuurlijk al, maar toch viel het weer op. Elke keer opnieuw. Alsof hij bij elke nieuwe aanblik een nieuwe vrouw ontmoette. Zelfs haar ogen waren verfrissend anders bij elke opslag. Daarom kon hij er ook steeds in blijven verdrinken. Maar hij keek ook naar haar haren, keurig samengebonden met een rood elastiekje, waardoor het staartje als een waaier achter op haar hoofd hing. Hij keek ook naar de frons bij haar wenkbrauwen als ze een passage leest die dat blijkbaar bij haar oproept. Hij keek naar haar neus, een sierlijk middelpunt in haar gezicht en naar haar lippen, die ineens in een lichte glimlach trekken als ze een andere passage leest die dat blijkbaar bij haar oproept. Hij zag haar en realiseerde zich dat hij voor haar begint te vallen. Voor zover dat nog niet gebeurd was. Hij wist het, maar stopte het weg, want dat mocht absoluut niet gebeuren. Niet nog een keer. Hij had het zichzelf beloofd. <br />
Ze las niet het hele schrift. Dat zou ook wat veel zijn. Toen ze klaar was met lezen, sloeg Lynn het schriftje zachtjes dicht, alsof er een breekbaar goed in verborgen was dat gekoesterd moest worden. Jack keek gauw weer in zijn boek en sloeg nog even een bladzijde om voor de vorm. <br />
‘Poeh, wat een treurig verhaal,’ hoorde hij haar zeggen. ‘Mooi, dat wel. Maar ook heel treurig. En ik begrijp het ook niet zo goed. Waarom zou hij op basis van die ervaring de liefde helemaal vaarwel zeggen?’<br />
‘Dat gebeurt niet alleen door die ervaring. Ik ben begonnen met wat hij als laatste meemaakt en spring dan heen en weer in zijn verhaal. Dit voorval wordt pas schrijnend als je de rest van zijn geschiedenis leert kennen.’<br />
‘In die andere tien schriftjes?’<br />
‘Ja, maar dat ga ik je niet aandoen.’<br />
‘Ik zeg toch: je schrijft mooi. Een prettige en melancholische stijl. Dus je zou me er geen ongenoegen mee doen. Maar het is natuurlijk jouw werk. Ik ga me niet opdringen.’<br />
‘Misschien later nog eens,’ zegt Jack.<br />
‘Dus er komt een later?’ Bij die vraag keek Lynn hem doordringend aan. Haar blauwe ogen boorden een nieuw gat in zijn ziel, waardoor hij niet meer in staat was te antwoorden. Na de intense stilte stelde ze een nieuwe vraag: ‘Wat doe je dit weekend?’<br />
‘Werken,’ zei Jack automatisch.<br />
‘Toch niet het hele weekend?’<br />
‘Zo ongeveer wel.’<br />
‘Zaterdagavond?’<br />
‘Nachttour.’<br />
‘Zondagochtend valt <a href="http://twitter.com/centralparkcom">vanzelfsprekend</a> af… Zondagavond misschien?’<br />
Jack hoefde zondagavond niet te werken. Hij had een middagdienst. Maar hij had het gevoel dat er iets ergs zou gebeuren als hij die avond aan haar zou geven. Wat moest hij zeggen?<br />
Ze praatte weer door. ‘Ik zou graag willen dat je mijn vader ontmoet. Nou ja, je hebt hem al een keer ontmoet, maar daar hebben jullie beide waarschijnlijk geen al te beste herinnering aan. Dus ik dacht, misschien als hij je op een andere manier leert kennen. Zoals ik je ken.’<br />
‘Ken je mij dan?’ Het was eruit voordat Jack er erg in had en meteen had hij spijt van de nogal botte toon die hij daarbij aansloeg. Maar ze leek niet van haar stuk gebracht en praatte onverstoorbaar verder.<br />
‘Nog niet goed natuurlijk, maar ik denk dat ik je wel een beetje doorheb.’<br />
‘Daar ben ik dan heel benieuwd naar, want ik heb mezelf niet eens door.’ Deze keer werd zijn botte toon door een cynische vervangen, maar dezelfde spijt bleef gewaarborgd. Zijn opmerking werd beantwoord met de karakteristieke frons die hij even daarvoor ook al had waargenomen. <br />
Ze ging onvermoeibaar verder: ‘Kom je bij mij langs of zal ik je eerst op laten halen?’<br />
‘Op laten halen? Waar gaan we heen dan?’<br />
‘<a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/New_Jersey">New Jersey</a>. Waar mijn vader woont.’<br />
‘Oh, nou. Liever niet eigenlijk. Ik kom nooit buiten de stad.’<br />
‘Nooit?’<br />
‘Ik ben hier niet geboren,’ zei Jack, ‘maar na de dood van mijn ouders, toen ik drieëntwintig was, ben ik hier naartoe verhuisd en ik ben nooit meer weggegaan. Ik woon hier nu dertig jaar en ik ben nooit meer buiten de stadsgrenzen gekomen.’<br />
‘Waarom niet? Heb je nooit eens zin om te reizen?’<br />
‘Zelfs als ik daar zin in had, dan zou dat nogal zonde zijn. Reizen kost dubbel geld. Het geld dat je uitgeeft en het geld dat je niet verdient omdat je op reis bent. Bovendien, ik zou niet weten waar ik naar toe zou moeten. Wat ik op een andere plek te zoeken heb in mijn eentje. Alles wat ik nodig heb, is hier.’ Met een wijds gebaar spreidde hij zijn armen en zwaaide ze naar de hoeken van zijn krappe behuizing. Lynn volgde zijn armen met haar ogen en als de aanblik van de woning niet zo treurig was geweest, had ze er waarschijnlijk hard om moeten lachen. <br />
Ze stond op en liep naar het tafeltje om het schriftje op de stapel terug te leggen. Daarvoor in de plaats greep ze een notitieboekje dat ze op een willekeurige pagina opensloeg. Haar ogen rustten op het papier en toen begon ze hardop voor te lezen. Jack had geen idee waarom. Hij kende de tekst uiteraard. Die had hij daar zelf met zijn pen in het papier gedrukt. Maar ze las met een zachte en melodieuze stem en gaf hem uiteindelijk toch iets moois. Ze gaf hem het gevoel dat de woorden bij haar opriep en daarmee kreeg Jack een prachtig en emotioneel cadeau. Nog nooit had hij zijn tekst op zo’n manier uitgesproken gehoord. De lezeres maakte de tekst een onderdeel van haarzelf en Jack genoot er stilletjes van.<br />
<br />
<em> ‘Ik schrijf een wereld bij elkaar. Helemaal voor mezelf. Het is een plek waar alles is zoals het zou moeten zijn. Waar <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Geluk_(emotie)">geluk</a> gewoon geluk is. Waar <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Vriendschap">vriendschap</a> gewoon vriendschap is. Waar <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Leven">leven</a> het minst complexe is dat er bestaat. Eenvoud. </em><br />
<br />
<em> ‘Ik schrijf een wereld bij elkaar. Daar mag ik dan eventjes wonen. Zolang mijn pen in sierlijke halen over het papier glijdt, is het helemaal van mij. Maar na de laatste punt moet ik het toch weer laten gaan. Daarom stel ik het uit en blijf doorschrijven. Tot de kramp in mijn vingers groter is dan de wens om in mijn wereldje te blijven.</em> <br />
<br />
<em> ‘Ik schrijf een wereld bij elkaar. Die zet ik helemaal naar mijn hand. Dat is een mooi gevoel, want de wereld buiten het gelinieerde papier heb ik nooit helemaal begrepen. Zolang ik schrijf ben ik in leven, daarna kruipt de koude realiteit van de dag weer door mijn bloedvaten. Maar nu is het nog eventjes niet zover.</em><br />
<br />
<em> ‘Ik schrijf een wereld bij elkaar. Waar ik eigenlijk nooit meer weg zou willen. Het is er niet perfect, maar absoluut mooier dan ik gewend ben. En iedereen mag er komen. Niemand staat aan de zijkant en kijkt ernaar. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. </em><br />
<br />
<em> ‘Ik schrijf een wereld bij elkaar. Die ik nu bijna los moet laten. Even nog, ik ben nog niet helemaal klaar. Ik wil nog veel meer maken. Ik maak een droom die ik altijd bij me kan dragen. Waar ik af en toe in knijp om de geur van die vervlogen plaats te kunnen ruiken. Dan herinner ik me een leven dat ik ooit eens heb gehad. </em><br />
<br />
<em> ‘Ik schrijf een wereld bij elkaar. Ik schrijf een wereld bij elkaar. Ik schrijf een wereld bij elkaar. En ik schrijf tot de laatste. Punt.’</em><br />
<br />
Na het laatste woord, dat ze met kracht en een klein beetje consumptie uitsprak (precies zoals het hoort, dacht Jack), hield ze stil. Ze bleef kijken naar het papier. Zichtbaar geroerd. Dat emotioneerde Jack weer. Nog meer dan het luisteren naar zijn woorden die door haar het luchtruim in geslingerd werden en zijn trommelvliezen zachtjes hadden doen trillen. De echo was nog hoorbaar. De echo was nog zichtbaar. In de ontroering die uit haar ogen kwam en er een nieuwe blik inlegden. Eentje die Jack nog niet eerder had gezien. <br />
Ze sloeg het notitieboekje dicht en legde het boven op de stapel. Daarna draaide Lynn zich met de rug naar Jack toe en liep richting de deur. Ze legde haar hand op de deurknop en Jack vroeg zich af of ze erover dacht om zich om te draaien of gewoon weg te gaan. Zonder een woord. Zoals hij ook eens had gedaan. Ze draaide zich niet om. Haar hand draaide langzaam aan de deurknop tot het moment dat er een klik te horen was en een kleine kier zichtbaar werd. Toen sprak ze weer.<br />
‘Zondag om half acht staat hier een zwarte auto voor de deur. Daar stap jij in. Tot dan.’<br />
Daarna trok ze de deur verder naar achteren en stapte door de opening. Zonder om te kijken. Toen ze de deur weer zachtjes achter haar sloot, hoorde Jack nog altijd de zoete echo van haar stem. <em>‘Tot dan.’</em> <br />
<br />
Meer informatie is te vinden in het <a href="http://ditisgerben.blogspot.com/">schrijverslog</a> onder het kopje 'Notities bij H 10'Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-43932640644687180712010-03-30T16:55:00.000+02:002010-03-30T16:55:48.952+02:00Hoofdstuk 9<div style="text-align: justify;"></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><em><strong>Uit Jack’s onvoltooide manuscript met de werktitel Zachte Ziel:</strong></em></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> David geloofde wel in de liefde, maar de liefde had nooit in hem geloofd. Die conclusie trok hij omhoog uit een diepe en donkere gedachtewereld, terwijl hij door het <a href="http://www.vondelpark.nl/">Vondelpark</a> wandelde. De zon verwarmde wel de buitenste laag van zijn lichaam, maar bereikte niet zijn hart. Ook zijn maag bleef van die stralen verschoond. Daaruit borrelde een intense misselijkheid op bij de aanblik van stelletjes die op het gras lagen te lezen, praten en vozen. Naast elkaar, tegen elkaar en (verstrengeld) in elkaar. Voor David was er niets erger dan getuige te moeten zijn van de liefde die hij zelf niet mocht kennen. </div><div style="text-align: justify;"> <em>‘Wat doe je dan ook in het Vondelpark op een zomerse middag?’</em> vroeg een norse innerlijke stem. David wist het niet. Misschien hield hij er gewoon van om zichzelf pijn te doen. Om te zwelgen in zelfmedelijden en er zover in af te drijven dat de gewenning hem hard zou maken. Hij was al een mooi eindje op weg, vond hij zelf. De boosheid was er al. De intense haat voor alles wat echt leven was. Langzaam verkilde zijn hart. Volgens plan. Nog een klein beetje pijn en hij was er. Daarom speelde hij zijn laatste geschiedenisles versneld af in zijn hoofd. Daarom dreef donkere wolk David door de heldere zomerse lucht die zwanger was van liefde. Er kon elk moment een wolkbreuk komen. De kans op regen was heel dichtbij.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Vier maanden geleden was David begonnen op een pad waarvan hij nu het einde had bereikt. Op een donderdagavond in een <a href="http://www.bruincafe-centrum.nl/">Amsterdams bruincafé</a> ging de ware naast hem zitten op een kruk aan de bar. Maar dat wist hij toen nog niet. En het meest treurige: zij zou dat nooit weten. Op zijn dertigste dacht David niet meer bewust na over de liefde. Het was voor hem een beetje een gepasseerd station. Hij was wel eens verliefd geweest, maar het was nooit wederzijds, dus er kwam een moment dat hij zich daarbij neer had gelegd. Tenminste, dat hield hij zichzelf voor. Hij had er dus geen moment over nagedacht dat de vrouw die naast hem op de barkruk schoof, per ongeluk toch heel erg de ware zou blijken te zijn. Al wist hij dat toen nog niet. Al zou zij dat nooit weten.</div><div style="text-align: justify;"> Omdat hij dat niet wist, zat hij minstens een kwartier naast haar zonder een woord te zeggen. Hij staarde naar het <a href="http://www.amstel.nl/content/index.aspx?Flash=OK">goudgele vocht</a> in zijn glas terwijl de witte kraag die erop lag langzaam terugtrok. Af en toe nam hij een teug. Dat was het wel. De vrouw naast hem nipte van een glas <a href="http://www.bruincafe-centrum.nl/?page_id=21">rode huiswijn</a>. Ze keek om zich heen alsof ze elk moment iemand verwachte. Alsof ze iemand zocht die zich aan het verstoppen was tussen de tafeltjes of achter de bar. </div><div style="text-align: justify;"> Toen David de laatste druppel uit zijn glas op zijn tong liet vallen, maakte hij aanstalten om van zijn kruk te komen. Op dat moment greep een vrouwenhand hem om zijn arm, ter hoogte van zijn elleboog. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Hé, waar ga je heen?,’ zei de vrouw naast hem. ‘Ik begon me net af te vragen wanneer ik nou eens genoeg op zou vallen om een praatje mee te maken.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Sorry mevrouw, ik ben niet zo van de praatjes.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Hallo zeg, ik ben echt niet oud genoeg om mevrouw genoemd te worden hoor! Misschien ben ik wel jonger dan jij. Ik ben Lisa.’ Bij de laatste zin stak ze haar hand uit. David lette altijd goed op handen. Een kleine tik waar hij nooit meer vanaf zou komen. De uitgestoken hand was slank en vrouwelijk en de nagels hadden een lichte glans en een klein wit randje aan de bovenkant. Hij nam de hand aan met de zijne en besloot geïntrigeerd om weer te gaan zitten.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik ben David,’ zei David.</div><div style="text-align: justify;"> En toen was het even stil.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Goh, je bent inderdaad niet zo van de praatjes. De meeste mannen praten me de oren van mijn hoofd om zoveel mogelijk indruk te maken. Dat werkt meestal niet, maar het is leuk als ze het proberen.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘En is het niet zo dat de meeste mannen naar jou toekomen met een lullige openingszin als <em>“Met jou naast me heb ik voor mijn sigaret geen vuurtje meer nodig, want jij bent heet!”</em>’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Die kende ik nog niet. Inderdaad een lullige. Maar je hebt gelijk, ze komen normaalgesproken op mij af.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘En nu was jij onbedoeld degene met als openingszin: “Ik begon met net af te vragen wanneer ik eens genoeg op zou vallen om een praatje mee te maken.” Is dat niet interessant?’</div><div style="text-align: justify;"> Haar dunne lippen trokken in een kleine glimlach en haar ogen kregen pretlichtjes. David ging nog even verder. Het was blufpoker dat hij speelde, maar hij kreeg wel een beetje plezier in het spelletje, dus hij deed nog een gooi.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Nu ben jij naar mij toegekomen. En daar hoefde ik niets voor te doen. Sterker nog: daar moest ik juist niets voor doen. En nu zitten we hier en praten we met elkaar. Jij vraagt je af: wat is dat voor rare gozer? Je interesse is gewekt en wel met minimale inspanning.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Touché!’ riep Lisa uit. </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Het gesprek duurde langer. Het was leuk en opwindend en alles wat David nog nooit eerder had gedaan en wat hem bij toeval in zijn schoot geworpen werd, maar waar hij dankbaar gebruik van maakte. Maar de David die door het Vondelpark struinde, had niet het geduld om het verdere verloop van die ontmoeting in zijn hoofd af te spelen. Hij spoelde liever vooruit. Voorbij een aantal uitjes, voorbij de sms’jes, voorbij de mailtjes, voorbij de urenlange telefoongesprekken. Hij spoelde vooruit tot hij bijna bij het einde was. Zo’n vier maanden later. Toen de magie verdwenen was en haar interesse al lang vervlogen. Die herinnering bestond alleen uit audio. Aangezien hun laatste gesprek een telefonische was, kon hij zich er geen beeld meer bij vormen. De tekst kon hij echter nog tot in detail terughalen. Alsof het gisteren was. O wacht, het was ook gisteren.</div><div style="text-align: justify;"> ‘David?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ja.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik moet je even iets vertellen.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘OK.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik weet niet zo goed hoe ik moet beginnen.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Bij het begin is wel makkelijk.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Tja, nou daar gaat ‘ie dan. Ik denk dat ik niet hetzelfde voor jou voel als jij voor mij voelt.’</div><div style="text-align: justify;"> Stilte.</div><div style="text-align: justify;"> ‘David?’</div><div style="text-align: justify;"> Stilte.</div><div style="text-align: justify;"> ‘David?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ja, ik ben er nog. Ik denk er even over na. Want ik begrijp het niet zo goed.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Wat ik bedoel is: volgens mij ben jij verliefd op mij. Volgens mij hou jij van mij. Meer dan ik van jou hou dan. Weet je… ik vind het allemaal heel gezellig en zo. En ik heb heel veel plezier met je. Ik kan ook heel goed met je praten. Echt heel fijn. En ik hou ook van jou, maar meer… Nou ja. Eigenlijk als een soort broer. De broer die ik nooit gehad heb. En een geweldige vriend natuurlijk. Dat ook. Maar toch vooral als een soort grote broer, waarmee ik kan lachen en huilen en leuke dingen doen en die over me waakt en zo. Nou ja. Begrijp je?’</div><div style="text-align: justify;"> Stilte.</div><div style="text-align: justify;"> ‘David?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ja.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Je stem klinkt een beetje raar.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Zou je niet van me kunnen leren houden?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Nou ehh, ik weet gewoon niet of ik je anders kan zien dan als een grote broer. Nee, eigenlijk denk ik van niet nee. Ik denk ook dat we daarom nog niet met elkaar naar bed zijn geweest. Het zou een beetje incestueus voelen, denk ik.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Bedankt voor dat fijne beeld!’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ben je nou boos?’</div><div style="text-align: justify;"> Stilte.</div><div style="text-align: justify;"> ‘David?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Neuhh.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Nu klinkt je stem weer raar.’</div><div style="text-align: justify;"> Lichte snik.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Oh lieverd…’</div><div style="text-align: justify;"> Iets hardere snik.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Gaat het?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ja hoor, het gaat prima.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Je hoeft tegen mij niet te doen alsof hoor.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Nee, want waar zijn kleine zusjes anders voor.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Je bent wel boos hè?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Natuurlijk ben ik boos! Denk je dat ik tegen iedereen mijn hart uitstort? Dat ik vertel over mijn leven en wat het voor mij betekent. Dat ik vertel wat jij voor mij betekent. Ja, ik ben verliefd op je. Godverdomme, je bent gewoon de ware.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ach David. Echt. Dat is niet zo. Dat denk je maar. Heus. Er komt wel weer een ander. Geloof me maar. Je zult het zien.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Maar ik wil helemaal geen ander. Ik wil jou. Snap dat dan. Ik kan je liefhebben zoals niemand je ooit lief heeft gehad. Ik kan je een nieuwe wereld schenken helemaal van ons samen, mooier dan alles wat er om ons heen te vinden is. Ik wil alles voor je doen. En je hoeft alleen maar van mij te houden. Dat is alles. Ik weet ook wel dat het niet meteen kan. Maar een kans? Dat kan toch wel?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik denk gewoon niet dat het zin heeft.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Hoe weet je dat nou als je het niet probeert?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘David, doe even niet zo dramatisch.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ach ja… het gaat tenslotte maar over liefde.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘David. We kunnen toch best vrienden blijven? Er hoeft toch niets te veranderen? We kunnen mailen en bellen en af en toe leuke dingen doen. Dat kan toch allemaal?’</div><div style="text-align: justify;"> Stilte. Stilte. Nog meer stilte.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Daaf?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Lisa… er is al iets veranderd. Ik ben veranderd. Jij hebt mij veranderd. Ik kan niet meer terug. Ik zou willen dat ik het kon, maar er zit geen knopje in m’n kop om dit gevoel uit te schakelen. En dat zou ik ook niet willen. Want ik weet het gewoon: jij bent de ware. </div><div style="text-align: justify;"> ‘David, hou daar eens mee op. Ik vind het niet prettig als je dat zegt.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Dan is er dus iets veranderd. Want ik ben gewoon eerlijk. Misschien kan ik wel doen alsof er niets aan de hand is. Maar wat is die vriendschap dan waard? Moet ik gaan zitten wachten tot je tijd voor me hebt? Moet ik toekijken hoe jij straks een ander vindt die je de liefde van je leven gaat noemen en waar je mee gaat hokken en vrijen en weet ik veel wat allemaal nog meer? Moet ik al die tijd jou grote broer zijn? Je getuige bij jullie huwelijk? Ik weet niet of ik dat kan. En ik weet ook niet of het eerlijk is dat je dat van mij vraagt. Ik vertel je dat jij de liefde van mijn leven bent en jij hebt het over vriendschap. Alsof ik daar zo even over heenstap. Voor jou is dat misschien makkelijk, maar jij hoeft je gevoel niet te veranderen. Dat vraag je alleen maar van mij. Lekker eerlijk is dat hè? Je hebt niet eens het lef om het me in mijn gezicht te zeggen. Telefoongesprekje. Heel chique hoor.’</div><div style="text-align: justify;"> Stilte.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Dus aan de andere kant van de lijn kunnen er ook stiltes vallen.’</div><div style="text-align: justify;"> Zucht. Klik. Telefoontoon.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Hij had nog vijf minuten met z’n mobieltje aan z’n oor gezeten, terwijl die allang was uitgeschakeld en geen enkel geluid meer liet horen. Als er wel geluid was geweest, had hij het ook niet gehoord. Daarvoor huilde hij te hard. </div><div style="text-align: justify;"> Nu hij het Vondelpark uitliep, wist hij het zeker. Dit was de laatste keer. Hij had zijn lot aan haar verbonden. Geen gedoe meer met liefde. Geen verwachtingen. Geen dromen. Dan kon het in ieder geval nooit tegenvallen. Niet meer vechten. Niet meer huilen. Nou ja, nu nog wel natuurlijk. Want hij kon het niet direct uitzetten. Maar op den duur. Het zou slijten. Hij zou een stevige muur om z’n hart bouwen. Alleen de beste stenen en het beste cementmengsel werden ervoor gebruikt. Zo dik dat een tank er nog amper een deuk in kon rijden. Nooit meer huilen. Nooit meer voelen. Nooit meer liefhebben. Ondanks de zon, voelde hij de koude al door zijn lichaam trekken. Hij hield zijn tranen in alsof de belofte direct in moest gaan en balde zijn vuisten. Zijn nagels boorden in zijn handpalmen en de pijn daarvan leidde hem genoeg af om de tranen tegen te houden. Als de liefde niet in David geloofde… waarom zou hij er dan nog wel in geloven?</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><strong><span style="color: #990000;">Lees op het </span></strong><a href="http://ditisgerben.blogspot.com/"><strong><span style="color: #990000;">schrijverslog</span></strong></a><strong><span style="color: #990000;"> de onderdelen:<br />
- Kruipen in een Zachte Ziel<br />
- Research voor dummies</span></strong></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-24896328174797032802010-03-28T17:22:00.001+02:002010-03-28T17:34:22.510+02:00Hoofdstuk 8<div align="justify"></div><div align="justify"> </div><div align="justify"> De dinsdag was net als de maandag. De woensdag was net als de dinsdag. De donderdag was net als de woensdag. Eenheidsworst. Werken, eten en slapen. Dat was het wel zo’n beetje. Langzaam kreeg Jack het voor elkaar om zich los te weken van de vrouw die de afgelopen weken zijn gedachten gedomineerd had. Dat wilde niet zeggen dat hij niet nog steeds heel vaak aan haar dacht en dat hij niets meer om haar gaf. Sterker nog, diep van binnen was zijn liefde voor haar helemaal niet verminderd. Maar hij had er een schil omheen gelegd. Iets dat het gevoel dempte en hem instaat stelde weer een ritme terug te vinden. Werken, eten en slapen. Het was alles wat Jack op het moment mocht verwachten en al was de schil broos en piepte er af en toe nog een beetje vocht uit een scheurtje, toch had Jack nu redelijk wat rust. </div><div align="justify"> Die rust beloonde hij met het hard aanzetten van zijn wekkerradio, het enige apparaat in het huis dat in de categorie ‘entertainment’ viel en eigenlijk alleen voor het praktische wekken was bedoeld. Er kwam een redelijk geluid uit en als het de volumeknop aan de zijkant ver opendraaide dan kon hij het prima horen, terwijl hij in de woonkamer aan het afstoffen en opruimen was. </div><div align="justify"><a href="http://www.youtube.com/watch?v=l2RZLp5kLyw">Time Is On My Side</a> zongen de <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/The_Rolling_Stones">Stones</a> dus en Jack zong ongegeneerd mee. Dat de buren hem zouden horen, interesseerde hem even niet. Hij zong, hard en af en toe een beetje vals, en werkte door om enige orde en netheid in de chaos van zijn appartementje aan te brengen.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Voor de deur van een appartement in een niet al te beste wijk in New York stond een vrouw die zachtjes op de deur klopte. Er was geen bel en je kon het gebouw door zonder dat je echt binnengelaten hoefde te worden. Dus ze was de trappen opgelopen en naar de juiste verdieping toegegaan. Ze liep over de gang en bestudeerde de deuren waar met slordige witte verfstrepen de nummers op aangebracht waren, tot ze bij het nummer kwam dat ze had opgekregen. Daar had ze zachtjes op de deur geklopt. </div><div align="justify"> Er werd niet opengedaan. Ze moest waarschijnlijk wat harder kloppen, want vanachter de deur kon ze duidelijk het lawaai van muziek horen. Er was dus iemand thuis, maar die had haar niet gehoord. Ze balde haar enige vrije hand tot een vuist en sloeg er hard mee op de uitgelopen witte becijfering voor haar neus.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Jack liep naar de kast, vlakbij de voordeur om daar de oude maar nog altijd goedwerkende stofzuiger uit te pakken. De vloer was nu grotendeels vrij van boeken en oude pizzadozen, waardoor de laatste fase van de schoonmaak wat hem betreft kon beginnen. Het gemotoriseerde gedeelte. Hij stond op het punt om de kastdeur open te trekken, toen hij schrok van harde klappen tegen de voordeur waar hij vlakbij stond. </div><div align="justify"> Het klonk als de slagen van een ongeduldige deurwaarder, die Jack helaas wel een paar keer in zijn leven had mogen verwelkomen. Maar alle rekeningen waren betaald, voor zover hij wist, dus dat kon het toch niet zijn. Misschien iemand die spullen aan de deur verkocht? </div><div align="justify"> De meeste buren van Jack hadden <a href="https://eportal.dulimex.nl/extern/docs/BDBinDoc.asp?Id=%7BCDAB2CCD-38A8-4020-A509-CE67F2CD1974%7D">spionnetjes</a> in hun voordeuren gezet. De kijkgaatjes waren praktisch om te kijken naar eventuele ongenode gasten voor de deur die in deze buurt wellicht niet veel goeds in de zin hadden. Jack had zo’n spionnetje niet. Hij was nog altijd van plan om er eentje te maken, maar het was er gewoon nooit van gekomen. Daarom twijfelde hij even of hij de deur open zou doen, maar uiteindelijk besloot hij dat het toch maar moest gebeuren. Hij opende de deur met een ferme ruk om zelfverzekerdheid uit te stralen en keek recht in twee helderblauwe ogen die hij op die plek en op die tijd nooit verwacht had. Zijn knieën knikten lichtjes, maar hij hervond zichzelf nog net op tijd om te blijven staan. Even wist hij niet wat hij moest zeggen.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Met een flinke vaart werd de voordeur naar binnengetrokken, waardoor Lynn in een ogenblik tegenover de bewoner van dit appartement stond. Hij had keurig geknipt kort haar, dat nonchalant in pieken op zijn hoofd stond, en was gladgeschoren. Ze herkende hem, maar moest wennen aan de verandering die ze totaal niet had verwacht. Even wist ze niet wat ze moest zeggen.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Alsof hij, staande in de deuropening, in warm badwater gewikkeld werd. Zo voelde het terwijl hij keek naar de jonge vrouw met de betoverende ogen en de wat verbaasde uitdrukking op haar gezicht. Dat verbaasde Jack weer, die aannam dat ze geweten moest hebben bij wie ze aanklopte. Maar hoe? </div><div align="justify"> ‘Wat doe jij hier?’ zei hij tegen de vrouw die haar rechterarm in een mitella gewikkeld had. Eigenlijk kwam het eruit alsof elk woord zijn eigen zin was: <strong>Wat. Doe. Jij. Hier.</strong> </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> ‘Wat. Doe. Jij. Hier?’ hoorde ze de man zeggen, waarvan ze na een enkel moment had besloten dat dit toch echt Jack was. Het klonk niet erg vriendelijk, maar ze kon zich wel voorstellen dat hij geschrokken was dat zij hier, op een donderdagavond, zo maar ineens voor zijn deur stond. Ze beantwoordde de vraag niet, maar stelde er zelf één: ‘Ga je me niet vragen om binnen te komen?’ Het kwam er zelfverzekerd uit, maar ze was best een beetje gespannen. Zo goed kenden ze elkaar eigenlijk niet en ze had dus ook geen idee hoe hij op deze actie van haar zou reageren.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Zonder een woord te zeggen, deed Jack een paar stappen achteruit en ging tegen de muur staan om de vrouw door de voordeur naar binnen te kunnen laten. Terwijl ze langsliep rook hij de zoete zweem van haar parfum en haalde eventjes iets dieper adem door zijn neus om die vast te houden. Ze liep door en was al met twee passen in de woonkamer/keuken beland, waar ze aandachtig rondkeek. ‘Zeg maar… goh, wat woon je hier leuk,’ zei Jack op laconieke toon, wetende dat dit niet een plek was waar zij normaalgesproken zou komen. </div><div align="justify"> ‘Nou, om eerlijk te zijn, vind ik het nogal bagger.’ Ze had rondgekeken met verwondering. Hoe konden mensen zo leven? Het kleine keukenblok, waar je net een tosti op kon klaarmaken, en de krappe woonkamer, met maar liefst één kleine bank en een kuipstoeltje, wekten een armtierigheid op die alleen maar werd gecompenseerd door de grote hoeveelheid boeken die verspreid over de kamer in stapeltjes op de grond stonden. Er was nauwelijks ruimte voor een boekenkast, maar Lynn had het idee dat hij daar toch geen geld aan uit zou geven. Ze liep naar het raam en keek de straat op, waar het met het vallen van de avond al wat schemerig begon te worden. Het uitzicht was niet bepaald iets wat je op een ansichtkaart zou vastleggen om naar vrienden en familie te sturen. Gewoon een straat en recht tegenover een zelfde soort gebouw als die waar zij zich nu in bevond. Op ooghoogte zag ze aan de overkant een oude vrouw in een stoel bij het raam zitten, die naar beneden gluurde om een schouwspel te bekijken van twee ruziënde mensen. Lynn kon ze wel horen, maar niet zien, omdat ze zich te dicht onder haar bevonden. </div><div align="justify"> ‘Dat is in ieder geval eerlijk,’ zei Jack, ‘maar dat wist je natuurlijk al toen je achter mijn adres kwam. Waar heb je die trouwens vandaan?’</div><div align="justify"> ‘Ehh, ja,’ zei Lynn terwijl ze zich omdraaide met iets van schaamte in haar blik, ‘ik heb iemand ingehuurd.’</div><div align="justify"> ‘Hoe bedoel je: ingehuurd.’</div><div align="justify"> ‘Nou, ik heb je zeg maar … zo’n beetje … laten volgen. Afgelopen zondag, vanuit het park.’ ‘Je hebt wat?’</div><div align="justify"> ‘Ja sorry. Maar ik hoorde dat je in het ziekenhuis was geweest en dat je aan mijn bed hebt gezeten en toen… nou ja… ik weet niet… Ik dacht dat ik je misschien niet meer zou zien en ik wilde je bedanken.’</div><div align="justify"> ‘Bedanken?’</div><div align="justify"> ‘Ja, voor dat je er was.’</div><div align="justify"> Jack zei even niets. Wat moest hij daarop zeggen? Hij moest toch al even rustig nadenken, want dit was waarschijnlijk het langste gesprek dat ze tot nu toe gehad hadden. In zijn eigen omgeving ging het hem iets makkelijker af om te praten, hoewel hij zich enigszins schaamde voor de staat van deze plek. Maar daar viel niets meer aan te veranderen. Net als aan het feit dat hij was wie hij was en dat hij had gedaan wat hij had gedaan. De eerste indruk was allang gemaakt, weken geleden, en hij wist dat die niet al te best kon zijn. Hij had zich niet al te netjes gedragen. </div><div align="justify"> ‘Sorry. Voor dat ik laatst zomaar wegging zonder iets te zeggen. Dat was niet OK. Ik weet ook niet waarom ik het deed. Je was heel aardig en toen deed ik zo. Het spijt me.’</div><div align="justify"> ‘Het is al goed. Het was ook een beetje een rare situatie. Ik begrijp het best.’</div><div align="justify"> Jack betwijfelde dat. Ze had geen idee wie ze voor zich had staan. Hoe hij in elkaar zat en welk verwrongen gedachtepatroon de zijne was. Maar hij besloot het te laten rusten. Daarom vroeg hij: ‘Wil je iets drinken?’</div><div align="justify"> ‘Een biertje?’ vroeg ze. Jack liep naar de koelkast en kon met zijn rug naar haar toe een glimlach niet bedwingen. Ze vroeg om een biertje. Waarschijnlijk omdat ze ook wel wist dat een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Whisky">whisky</a> of een <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Cosmopolitan_(cocktail)">Cosmopolitan</a> er toch niet in zou zitten. Hij haalde twee <a href="http://www.budweiser.com/en/default.aspx#/en/index">Budweisers</a> uit de koelkast (daarop bezuinigde Jack niet) en draaide de schroefdoppen er vanaf. </div><div align="justify"> ‘Een glas?’ vroeg hij. Ze schudde haar hoofd met een blik van ‘nee laat maar’. Deze keer kon Jack zijn glimlach niet achter zijn rug verbergen. Ze had vast het idee dat rechtstreeks uit de fles drinken schoner was dan uit een glas in deze keet. Hij reikte haar het flesje aan, waarop ze haar blik door het appartement vervolgde en alles goed in zich opnam. Ze liep naar een klein bijzettafeltje en bekeek de schriftjes en notitieboekjes die er opgestapeld lagen. Ze zette haar biertje op een vrij hoekje van het tafeltje. Zonder te vragen pakte ze er een schriftje op en als hardop: ‘Zachte Ziel 11. Wat is dat?’</div><div align="justify"> ‘Mijn manuscript. Althans, een deel daarvan.’</div><div align="justify"> ‘Je schrijft?’</div><div align="justify"> ‘Ik doe een poging.’</div><div align="justify"> ‘Het ziet er wel uit als iets meer dan een poging. Wat een boel werk ligt hier. Moet je dat allemaal nog uitwerken op je computer?’ </div><div align="justify"> ‘Welke computer?’</div><div align="justify"> ‘Dat meen je niet! Je hebt geen computer. Hoe moet je dit dan gepubliceerd gaan krijgen?’</div><div align="justify"> ‘Wie zegt dat ik dat wil. Ik schrijf omdat ik wil schrijven. Omdat ik moet schrijven. Maar ik schrijf niet per se om gelezen te worden. Misschien gebeurt dat nog wel eens, maar dat is geen doel op zich. Ik schrijf omdat de drang er is om te schrijven. En daar moet ik aan gehoorzamen.’</div><div align="justify"> Lynn trok in de stapel en schoof net zo lang met schriften en notitieboekjes totdat ze een schriftje met als titel ‘Zachte Ziel 1’omhooghield en aan de auteur voor haar vroeg: ‘Mag ik het lezen?’ Ze wachtte zijn antwoord niet af en nam het mee naar de bank waar ze ging zitten en het papierbundeltje handig op haar mitella legde. Met haar linkerhand sloeg ze de pagina’s om. </div><div align="justify"> Jack verplaatste haar biertje naar de tafel voor de bank en ging naast haar zitten. Hij pakte een boek op dat uitgespreid over de armleuning lag om de plaats te markeren waar hij gebleven was en hield het voor zich. Lynn keek even opzij om de titel van zijn boek, <a href="http://www.parool.nl/parool/nl/26/BOEKEN/article/detail/282333/2010/03/04/Richard-Yates---Cold-Spring-Harbor.dhtml">Cold Spring Harbor</a> van <a href="http://www.richardyates.org/">Richard Yates</a>, te keuren en verdiepte zich toen weer in het schriftje. Zo zaten ze naast elkaar op de bank, schouder aan schouder, te lezen alsof ze dat elke donderdagavond deden. De normaalste zaak van de wereld. Hoewel. Jack las weinig, want de vrouw die zo dicht bij hem zat, maakte hem toch wel een beetje nerveus. Omdat ze zijn zielenroerselen las natuurlijk, maar vooral omdat ze zo dicht bij elkaar zaten. Het was lang geleden dat hij zo dicht bij een vrouw had gezeten. Als hij al ooit zó dicht bij een vrouw had gezeten. Het aantal pagina’s dat Jack omsloeg stond dus niet in verhouding tot de hoeveelheid die Lynn wegwerkte. Verdiept in de wereld van die andere Jack, die hij David had genoemd en waar hij nog wel de nodige details van had verdraaid. Maar geconcentreerd in een verhaal dat toch wel erg dicht lag bij zijn afgesloten hart. </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"><em><strong>Lees in het </strong></em><a href="http://ditisgerben.blogspot.com/"><em><strong>schrijverslog</strong></em></a><em><strong>: <br />
- Notities bij H 8<br />
- Sterf! en andere links</strong></em></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"></div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-44210049775503078572010-03-25T12:30:00.000+01:002010-03-25T12:30:38.887+01:00Hoofdstuk 7<div style="text-align: justify;"></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Het was weer zondag. Er was weer Central Park. Er was weer zijn eigen vertrouwde bankje. En er was ook nog zon. Dat was mooi meegenomen maar uiteraard niet strikt noodzakelijk. Jack ging zitten op z’n plekje en tuurde over de grasvelden, langs de bomen en naar de bebouwde horizon. Fietsers, joggers en wandelaars brachten beweging in het landschap. Een <a href="http://www.nyc24.org/2005/centralpark/nature/squirrels.html">eekhoorntje</a> rende de boom in naast het bankje. Even verderop stond een man op het gras te <a href="http://www.jugglenyc.com/index.html">jongleren</a> met vier appels. Precies achter een bordje met: Dit grasveld niet betreden. Kinderen renden van hot naar her, speelden tikkertje of gingen met elkaar op de vuist. </div><div style="text-align: justify;"> Hij was er weer. Eindelijk. OK, het was een beetje knullig dat hij de moed om te gaan weer had opgevat nu hij zeker wist dat de vrouw uit het appartementencomplex achter hem niet toe zou zijn aan een hardloopronde. OK, eigenlijk was het misschien een beetje beschamend dat hij lichtelijk genoot van zijn tijd in het park, terwijl zij nog in het ziekenhuis lag. Of was ze inmiddels al weer thuis? Echt mobiel zou ze in ieder geval niet zijn. </div><div style="text-align: justify;"> Hij keek niet naar het gebouw achter zich. Hij wilde helemaal niet weten of ze misschien toch voor het raam zat te kijken hoe hij op een bankje zat en naar boven keek. </div><div style="text-align: justify;"> ‘U heeft lang haar, meneer.’ </div><div style="text-align: justify;"> Jack keek naar het kleine meisje dat naast het bankje was komen te staan. Een schattig kind met een roze prinsessenjurkje (of was het van een toverfee? Daar had Jack niet zoveel verstand van) die haar handjes achter haar rug verborg en Jack met grote kinderogen aankeek. Ze was niet ouder dan een jaar of zes en ze had een bos rode krullen die wild om haar gezicht gedrapeerd lagen. De zon kleurde elke krul, elke lok, een andere kleur rood waardoor het haar bijna in brand leek te staan. Kleine sproetjes op de wangen en de neus maakten het levenslustige gezichtje af en gaven het een ondeugend karakter. Het karakter van iemand die zomaar een vreemdeling aansprak over de lengte van zijn haar.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Jij ook,’ zei Jack tegen het meisje en bleef haar strak aankijken alsof ze in een wedstrijd beland waren wie het eerste weg zou kijken.</div><div style="text-align: justify;"> Het meisje hield het spelletje goed vol en zei zeer overtuigd: ‘Ja, maar ik ben een meisje en u niet. Meisjes hebben lang haar, jongens niet.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik wel.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Waarom?’</div><div style="text-align: justify;"> Altijd leuk kinderen. Die waaromvraag kwam regelmatig langs en kon volwassenen tot wanhoop drijven. Want welk antwoord je ook gaf er zou onherroepelijk een nieuw “waarom” op volgen. Jack vond kinderen leuk. Hij praatte er graag mee, maar was ook altijd weer blij dat hij ze zelf niet had. Veel te vermoeiend.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Omdat ik dat mooi vind.’ Dat klopte wel een beetje, maar eigenlijk was het vooral luiigheid. Nu hoefde hij tenminste niet naar de kapper.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Waarom vind je dat mooi?’ Het kind stelde niet teleur met het eerste woord van haar nieuwe vraag.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Tja, waarom vindt iemand iets mooi. Gewoon omdat hij het mooi vindt. Waarom vind jij die jurk mooi?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ja logisch… omdat die <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Roze">roze</a> is natuurlijk!’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Tuurlijk, dom van mij.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Bent u verdrietig?’</div><div style="text-align: justify;"> De vraag raakte Jack alsof hij door zo’n grote machine werd geraakt die met een grote kogel gebouwen liet instorten. Hij had niet de indruk er heel verdrietig uit te zien. Het kon in ieder geval erger. In gedachten was hij natuurlijk met een soort verdriet bezig, maar hij had zelf het idee de schijn voor de buitenwereld aardig op te kunnen houden. Niet alleen de vraag raakte Jack, ook het feit dat hij er geen echt antwoord op kon geven.</div><div style="text-align: justify;"> ‘<a href="http://babybytes.nl/namen/meisjes/Dana">Dana</a>, kom eens hier.’ Even verderop stond een vrouw met een kinderwagen. Naast haar stond een andere vrouw, waar ze een gesprekje mee had gevoerd, waardoor ze niet op haar in roze verpakte dochtertje had gelet. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Ik moet gaan,’ zei het meisje. Haar handjes kwamen achter haar rug vandaan en in haar linkerhand hield ze een klein plastic stokje waarin zilveren glitters in doorzichtige vloeistof dreven. Ze liep iets dichter naar Jack en stak het stokje naar hem uit. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Alstublieft,’ zei ze, ‘dan kunt u een wens doen en dan hoeft u niet meer verdrietig te zijn.’ Daarop draaide het kind zich om en huppelde richting haar moeder. Op haar rug dansten twee zilverkleurige vleugeltjes in het zelfde ritme als haar rode haren. Dus toch een <a href="http://www.littledressupshop.com/store/1608772/product/FAPI325">toverfee</a>.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Wat heb ik nou gezegd over praten met vreemde mensen?’ hoorde Jack de moeder tegen het kind zeggen. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Nou, ik vind hem niet vreemd hoor. Alleen een beetje verdrietig. En hij heeft lang haar. Dat is natuurlijk wel heel raar voor een jongen.’</div><div style="text-align: justify;"> De moeder besloot hier verder geen antwoord op te geven en duwde de kinderwagen over het pad. Jack stond op van het bankje en liep in de tegenovergestelde richting een stukje door het park. Hij keek omlaag naar het shirt dat hij aanhad. Niet dat het zo’n bijzonder kledingstuk was. Het meest bijzondere was wel dat hij het zo’n vijftien jaar geleden voor het laatst gedragen had. Daarna had hij er niet meer ingepast omdat zijn buik was begonnen met een ‘groeistuip’. Het gevolg van regelmatig eten bij fastfoodrestaurants. Maar door de achtbaan van gevoel waar hij de afgelopen weken in verzeild was geraakt, was hij inmiddels maar liefst tien kilo afgevallen. Dat was allemaal van zijn buik afgekomen. Hij at niet minder en nog altijd even ongezond, maar zijn lichaam leek om meer energie te vragen en had besloten de meest duidelijke reserve aan te spreken. Het gevolg was een bijna platte buik. <em>Eat your heart out, <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Atkins-dieet">Atkins</a>!</em> De ironie van het gebeuren ontsnapte niet aan hem. Een onbereikbare persoon bezorgde hem met haar onbereikbaarheid een plattere buik, waardoor hij een aantrekkelijker uiterlijk kreeg, waarvoor eigenlijk geen doel meer was. Hij kwam bij de uitgang vlakbij de bushalte. Tien minuten later stapte hij in de bus, terwijl hij het toverstokje nog altijd in zijn hand hield.</div><div style="text-align: justify;"> Achter Jack kwam een man de bus in. Een New York Times onder zijn arm gevouwen. Hij ging enkele rijen achter Jack zitten en vouwde de krant open. Een oplettende persoon zou zien dat hij er niet werkelijk in las. Een oplettende persoon zou zien dat hij vooral keek naar de man die een paar rijen voor hem zat.</div><div style="text-align: justify;"> Toen Jack even later uitstapte en te voet zijn reis naar zijn werk vervolgde, liep de man op enige afstand achter hem aan. De krant was weer onder zijn arm gevouwen. Toen Jack bij de standplaats de bus in liep en de chauffeur begroette die al aanwezig was, liep de man langs het voertuig en ging naar de kassa voor de kaartverkoop. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Mag ik een kaartje voor die tourbus?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Natuurlijk meneer,’ zei de vrouw in het glazen hokje, ‘er zijn nog een paar plaatsen. Maar het vervelende is dat die bus een Japans sprekende tourgids heeft.’</div><div style="text-align: justify;"> De man keek opzij en zag inderdaad een flink aantal Japanners staan die druk bezig waren foto’s te maken van familie en vrienden voor de grote rode bus. Hij draaide zich weer naar de vrouw en zei toen: ‘Oh, maar dat is geen enkel probleem. Gelukkig versta ik Japans.’</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Niemand had die dag verder een opmerking gemaakt over een verdrietig uiterlijk. Niemand had hem met grote ogen aangekeken en rake vragen gesteld. De enige vragen die hij kreeg, waren voor extra uitleg over markante gebouwen of de vraag of hij ook groepsfoto’s wilden maken. De groep had duidelijk plezier in zijn aanstekelijke verhalen en vele van hen beloonden dat met het geven van een fooi. Het was een uitzonderlijk goede dag financieel gezien. Zelfs de enige blanke man, een stille verschijning die achter in de bus had gezeten en rustig om zich heen had gekeken, had hem een <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/United_States_ten-dollar_bill">biljet van tien dollar</a> gegeven. </div><div style="text-align: justify;"> Na het opruimen van de rotzooi, want daarin waren de Japanners geen uitzondering, ging hij met een voldaan gevoel huiswaarts. Er was een rust over hem heen gekomen en het verdriet was er nog wel, maar zat opgehoopt in een heel klein hoekje van zijn gedachten. Wie weet, misschien kwam hij er zelfs wel overheen en kon hij terug naar het leven wat hij zo vanzelfsprekend al die jaren had ondergaan.</div><div style="text-align: justify;"> Hij wandelde het laatste stuk naar zijn appartementje in een mistroostig deel van de stad en liep het portaal in en de deur door. Op de stoep tegenover het gebouw stond een man tegen de muur. Het licht van de lantarenpaal streek voor hem neer, waardoor zijn gezicht in schaduw gehuld werd. Maar de omtrek van zijn gestalte was duidelijk te zien. Net als de krant die opgevouwen onder zijn arm geklemd zat. </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><em>(Lees voor meer info: Notities bij H 7 in het </em><a href="http://ditisgerben.blogspot.com/"><em>schrijverslog</em></a><em>)</em></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-83666149567949475012010-03-23T18:13:00.002+01:002010-03-24T18:08:57.098+01:00Hoofdstuk 6<div style="text-align: justify;"> ‘Maar pap, hoe zag hij er uit dan?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Doet het er iets toe? Er zat hier een vreemde kerel naast je bed je hand vast te houden. Dit zou één van de beste ziekenhuizen in het land moeten zijn, maar aan enige vorm van beveiliging wordt duidelijk niet gedacht.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Zeg pa, doe eens niet zo dramatisch. Dit is New York. Ik kan al neergestoken worden als ik een taxi uitkom.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Je doet er nogal luchtig over. Voor het geval je het even vergeten bent, gisteren stond er nog een chirurg in je schouder te pulken om er een kogel uit te wippen en de boel weer netjes dicht te naaien. Ik ga het niet eens hebben over het bloedverlies en over de mogelijkheid dat mijn enige dochter wel dood had kunnen zijn.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Dat hoort bij het vak, dat weet je net zo goed als ik. Strafrecht brengt nu eenmaal wel eens risico’s met zich mee. Zeker als je drugsdealers verdedigt.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Vermeende drugsdealers, schat.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Je weet best wat ik bedoel. Ik had ook iets kunnen kiezen dat veel veiliger was. Iets met vastgoed of zo. Oh, wacht even, dat is in New York eigenlijk ook niet zo heel veilig. Nou ja, daar gaat het ook niet om. Het punt is: dit is mijn werk. Hier verdien ik mijn geld mee. En als ik geld verdien, dan verdien jij ook geld.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Dat weet ik best, maar daarom hoef ik het nog niet leuk te vinden dat mijn dochter hier in een ziekenhuisbed ligt en dat er zo slecht op haar veiligheid gelet wordt. Ik bel even om een mannetje bij de deur te zetten.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Hè gatver, dat is toch helemaal nergens voor nodig. Vertel me eerst eens iets meer over die man. Misschien is er helemaal niks aan de hand.’</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Lynn zat iets omhoog in haar bed en keek op de rug van haar vader die op zijn beurt weer uit het raam staarde van de veertiende verdieping van het ziekenhuis. Zo voerde de man zijn gesprekken wel vaker; met de rug naar de gesprekspartner toe. Het deed Lynn altijd een beetje denken aan een scene uit een dramaserie. Daar deden de acteurs ook dat soort dingen. Maar in het echte leven had het toch altijd iets vreemds. Het weerhield Lynn’s vader er echter niet van om toch met de rug naar zijn dochter te staan, terwijl ze een gesprek voerden over haar veiligheid.</div><div style="text-align: justify;"> Het was natuurlijk ook zo dat hij heel erg bezorgd om haar was. Zijn stem verraadde die zorg al voldoende. In de diepe, donkere stem lag een breekbaar randje. Alleen hoorbaar voor degene die er op bedacht was. Zoals Lynn. Want zij kende haar vader. Zij wist dat onder de oppervlakte van de norse en stoere meneer Ryder, mede-eigenaar van het prestigieuze Halston & Ryder Advocaten, een liefdevolle man schuilging die alles voor zijn dochter overhad. Hij had er bovendien nooit om gevraagd dat zij advocate zou worden. Hij had het zelfs afgeraden. Maar haar interesse lag er, dus was ze toch die kant opgegaan.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Dus… hoe zag hij er uit?’</div><div style="text-align: justify;"> Haar vader draaide zich niet om, maar begon desondanks, met duidelijke tegenzin in zijn stem te vertellen. ‘Ik denk dat hij ongeveer van mijn leeftijd is. Dunner dan ik ben maar wel zo’n beetje even lang. Slecht geschoren en een lange grijze paardenstaart.’</div><div style="text-align: justify;"> Paardenstaart. Dat was het enige wat Lynn hoefde te horen om te weten om wie het ging. Ze kon het bijna niet geloven, maar het moest hem zijn. Jack had gehoord van haar ‘ongeluk’ en was komen kijken hoe het haar ging. Hij was bij haar gebleven. Had over haar gewaakt. Totdat hij daarin ruw werd gestoord.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Toen Jack de volgende ochtend wakker werd, was Lynn de eerste die in zijn gedachten omhoog kwam. Hij stoorde zich daaraan en wilde dat hij er niet aan dacht, maar het was sterker dan hemzelf. Het was groter en dwingender. Hij begon liefde voor haar te voelen. Dat was beangstigend en totaal ongewenst, maar het beginnetje was er en hij wist dat het moeilijk zou worden om de verleiding te weerstaan volledig voor haar te vallen. Dus toch nog. Waarom? Had hij er geen recht op zijn leven in rust en regelmaat uit te leven?</div><div style="text-align: justify;"> De harde lauwe waterstraal die de verweerde douchekop in zijn rug spuwde, had geen invloed op zijn gedachten. Het leidde hem niet af. Hij keek voor zich uit naar een tegeltje in de muur. Alle tegels in de kleine douche/toilet waren wit, maar op één tegel stond in blauwgeglazuurde letters een spreuk. Eentje die zijn levensmotto was geworden: </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: center;"><strong>Zolang je niet beweegt, kun je nog alle kanten op</strong></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Jarenlang was dat precies wat hij gedaan had; niet bewegen. Maar niet met de innerlijke belofte dan nog alle kanten op te kunnen. Nee, met de intentie om precies daar te blijven waar hij was. Op die plek waar pijn geen invloed had en waar het leven slechts een bijverschijnsel van het zijn was. Nu voelde hij zichzelf als nog bewegen. Hij deed het niet zelf. De grond onder hem bewoog een kant op die hij helemaal niet uit wilde. Hij was vertwijfeld. Moest hij terugblijven lopen naar de plek die veilig was? Net zolang tot de grond stopte met bewegen. Of moest hij zich lijdzaam mee laten voeren? Had hij een keuze?</div><div style="text-align: justify;"> Hij wist wat het zou gaan betekenen. De eerste tijd van een verliefdheid was leuk. Spannend, nieuw en enerverend. Maar daarna zou komen wat altijd kwam. Afwijzing, pijn en verdriet. Onbeantwoorde liefde. Dat gevoel kon hij moeiteloos terughalen in zijn herinnering. Het was een gevoel dat hij niet meer op de andere Jack kon afschuiven, maar als van zichzelf moest beschouwen.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><em> Ik geloof nog altijd in de liefde… maar de liefde gelooft allang niet meer in mij. In de momenten dat ik verliefd ben, ben ik ook altijd het eenzaamst. Want de kans dat ik liefde terugkrijg is nihil. Niemand is werkelijk geïnteresseerd in iemand zoals ik. Waarom ook? Ooit schreef ik aan een bijzondere vrouw:</em></div><div style="text-align: justify;"><em> “Konden wij maar één zijn. Nu blijven wij twee. Twee zielen die hun eigen weg in de wereld gaan en elkaar nooit echt zullen raken. Ik weet dat ik je kan raken. Als je mij de kans zou geven. Ik weet dat ik voor ons een nieuwe wereld kan maken. Waar we één zijn. Maar dat valt niet af te dwingen. En ik kan het je ook niet kwalijk nemen dat je mij die kans niet wilt geven. Want als ik jou was en ik zou mij ervaren, dan zou ik ook mijn bedenkingen hebben. Wat heb ik je laten zien? Emotie en niet altijd de mooiste. Dus je hebt gelijk als je mij niet wilt zien staan. Als je mij niet in je armen wilt sluiten en tegen me wilt zeggen dat je van mij houdt. Want hoe kan iemand houden van iemand zoals ik? Ik hou niet eens van mezelf, dus mag ik het dan van een ander verwachten?”</em></div><div style="text-align: justify;"><em> Het is zinloos om het over haar reactie hierop te hebben, want het is niet de reactie die ik wilde. Die zou nooit komen. En dan moet je verder. Maar hoe? Want overal waar je komt, zie je haar naam geschreven staan. In het oog van je geest zie je haar ogen weerspiegelt als een constante herinnering dat je niet de moeite waard bent om lief te hebben. Vol medelijden kijken die ogen je aan en branden een gaatje in je ziel dat smeult en stinkt. Dat medelijden maakt je nog verdrietiger. Want het is oneerlijk. Waarom heeft niet iedereen hetzelfde recht op liefde en geluk? Iedereen verdient dat, maar er zijn ook mensen die dat nooit krijgen.</em></div><div style="text-align: justify;"><em> Er mag best eens stilgestaan worden bij mensen voor wie liefde geen vanzelfsprekendheid is. Voor wie het een spel is dat ze altijd moeten verliezen. Een feest waarvoor ze nooit een uitnodiging krijgen. Geweigerd aan de deur door de bodyguard. Je staat niet op de gastenlijst. Dus je gaat weer, terug naar de grot waar je vandaan kwam. Zittend in het donker, hoor je buiten vaag de geluiden van geluk. De klank van vallende tranen op de stenen vloer kan dat niet overstemmen. </em></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Terwijl die trein van gedachten door Jack’s hoofd raasde, kwamen ook bij hem de tranen opwellen. Wat een kutzooi! Zulke gevoelens hebben voor iemand die hij nooit zou kunnen bereiken. Een herleving van het besef dat het leven gewoon niet de moeite waard is. Een zinloze exercitie. Pijn als bestaansrecht. Het zou een gevoel moeten zijn dat twee mensen onvoorwaardelijk met elkaar delen, maar voor Jack was het een ultiem bewijs van eenzaamheid. Nu al. Voordat hij de kans had gehad om haar echt te bereiken. Om haar te tonen wie hij kon zijn. Om haar te laten zien hoe hij lief kon hebben. Maar hij wist dat hij daar nooit goed genoeg voor zou zijn en dat die kans nooit zou komen. </div><div style="text-align: justify;"> Hij draaide de kraan dicht en droogde zich af met een handdoek die aanvoelde als schuurpapier. Daarna veegde hij er het toilet mee droog, dat door de kleinschaligheid van het kamertje altijd nat werd bij een douchebeurt en liep naar het slaaphokje om zijn kleren aan te trekken. Op het nachtkastje zag hij zijn notitieboekje liggen. Zijn trouwe kameraad in zekere en onzekere tijden. Hij sloeg het open op een blanco pagina en schreef in één keer, alsof de woorden hem gegeven werden door iets buiten hemzelf:</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><strong><em>Welk een wonder wijst de weg</em></strong></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><strong><em>Naar een nieuwe nacht</em></strong></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><strong><em>Terwijl ik zonder zegen zeg</em></strong></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><strong><em>Ik zou zwemmen in jou pracht</em></strong></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><br />
<em><span style="color: red;">(Lees in het schrijversblog: Notities bij H 6)</span></em></div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-5991541044000800822010-03-19T20:41:00.002+01:002010-03-21T13:01:07.503+01:00Hoofdstuk 5<div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><strong><em><span style="font-family: Georgia;"></span></em></strong></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><img border="0" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgyTP_4oKYzYwKyWDM8wTqReGl9R90EgaTmNqgYthxTnYKCYOO_Y3MMDFtI9l1v6Y9qw-blSNp5oDmrogkLYUNe9Nzcel38vhI2c80YuoBkoiaPTolz_Gve_iq53tKV8eoN1BdECddeLVg/s320/nytlogo.gif" vt="true" /> <span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;"><a href="http://www.nytimes.com/pages/nyregion/index.html">N.Y. / Region</a></span></div><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><br />
</div><div class="separator" style="clear: both; text-align: center;"><br />
</div><span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace; font-size: large;"><strong>Vermeende drugsdealer gedood in rechtbank</strong></span><br />
<br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;">Door Daniel Sarago </span><br />
<br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;"><strong>Manhattan, N.Y. -</strong> De rechtszaak tegen Joseph Adam Crichton, verdacht van grootschalige handel in drugs, kreeg gisteren een onverwachte climax toen een man met een pistool de <a href="http://www.nyc.gov/html/dcas/html/resources/man_criminalcourt.shtml">rechtszaal</a> in kwam en de verdachte in kwestie dodelijk verwondde. </span><br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;">De laatste zitting voor het oordeel van de jury, was even daarvoor afgesloten met een eindpleidooi van advocate Lynn Ryder, die beweerde dat er geen enkel bewijs was dat haar cliënt aan deze drugszaken kon koppelen. Ze voerde aan dat valse getuigenissen niet uitgesloten konden worden, op basis van beloofde strafvermindering.</span><br />
<br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;">Op het moment dat de verdachte door bewakers werd meegenomen voor inbewaringstelling, stapte de schutter, wiens naam nog niet is vrijgegeven door de politie, de rechtszaal binnen en vuurde drie kogels af, waarvan er twee Crichton raakte. Een derde week af en raakte advocate Ryder. Ze werd geraakt in haar schouder, waarna ze achteroverviel onder het gewicht van haar stervende cliënt. Zij is per <a href="http://www.citidex.com/29.htm">ambulance</a> naar het <a href="http://www.mountsinaihospital.org/">Mount Sinai</a> ziekenhuis overgebracht. </span><br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;"><br />
</span><br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;">Woordvoerder James London van het New York County Court House: “Volgens de laatste berichten is de toestand van mevrouw Ryder stabiel. Ze heeft erg veel bloed verloren, maar artsen hebben de kogel kunnen verwijderen. Ze wordt nog in de gaten gehouden, maar naar verwachting zal ze volledig herstellen.”</span><br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;"><br />
</span><br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;">Op de vraag van het motief van deze daad, antwoordde de heer London: “Het verhoor van de dader is nog in volle gang, maar er is een indicatie dat de dood van zijn zoon, die aan een overdosis drugs stierf, mogelijk de aanzet is geweest van deze geweldsdaad.”</span><br />
<br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;">De schutter werd overmeesterd door bewakers in de rechtbank en tijdelijk ingesloten in afwachting van de politie. Vermoedelijk had de bewuste zoon de drugs bemachtigd in een deel van de stad waar de drugshandel geheel door verdachte Crichton zou worden geleid. </span><br />
<br />
<span style="font-family: "Courier New", Courier, monospace;">Het proces tegen deze drugsdealer werd gezien als een belangrijke stap van het O.M. in het oprollen van een omvangrijk New York’s drugsnetwerk. Het <a href="http://manhattanda.org/">O.M.</a> wilde niet reageren op de dood van de verdachte, maar er werd wel medeleven geuit richting mevrouw Ryder.</span><br />
<br />
<br />
Jack leefde van de toeristen, dus je zou hem er niet gauw op horen mopperen. Maar inwendig vloekte hij elke keer weer, wanneer hij door de bus liep na een rondrit en er allerlei achtergelaten rommel aantrof. Natuurlijk was er een schoonmaakdienst, maar Jack gooide de grotere puin meestal zelf in een vuilniszak. Daar was hij ooit mee begonnen en hij was het blijven doen. Het was verbazingwekkend hoeveel rotzooi mensen konden maken en hoeveel ze eigenlijk verspilden. Boterhammen, snoepgoed en fastfood dat maar voor de helft of minder was opgegeten en neergegooid alsof de bus zelf één grote vuilnisbak was. Bij de uitgang van het voertuig hing een afvalbak met de tekst: <br />
<br />
<strong><em> Thank You For Your Donation !</em></strong><br />
<br />
Een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Smiley">smiley</a> ernaast moest de buspassagiers ertoe bewegen om met veel plezier hun afval in de plastic container te gooien, maar daar werd helaas zelden gebruik van gemaakt. Het merendeel belandde gewoon op de vloer en de zittingen van de bus. Jack trok een grens bij het lospeuteren van kauwgomresten, maar de grotere zooi pakte hij altijd op en gooide hij in de vuilniszak die hij achter zich aansleepte onder het steeds groter wordende gewicht. <br />
Op één van de zittingen vond hij een stuk krant. Het was de stadssectie van de <a href="http://www.nytimes.com/">New York Times</a>, maar Jack maakte er geen gewoonte van om de krant te lezen aangezien het leven om hem heen er eigenlijk niet zo veel meer toe deed. <br />
Maar deze keer kon hij de drang om een artikel te lezen niet weerstaan. De foto had hem daartoe bewogen. Want al waren haar felblauwe kijkers gereduceerd tot zwarte stippen, de intensiteit van haar blik sneed in zijn ziel. De herkenning was er in een ogenblik en een diepe zorg maakte zich van hem meester. Daar lag Lynn, onder een hevig bloedende man. Haar mond vertrokken in wat allemaal maar opgevat kon worden als een schreeuw van pijn. De foto had een rommelige compositie, maar je kon van een fotograaf niet verwachten dat hij daar op lette op een moment als dat. Het was natuurlijk vooral een kwestie van schieten. Plaatjes schieten in een hoger tempo en met een lagere doeltreffendheid dan de schutter daarvoor had gewerkt. <br />
Jack las het artikel drie keer. Telkens in grote haast alsof de tekst elk moment voor zijn ogen kon vervagen. Elke leesronde nam zijn ongerustheid toe. Hij was daadwerkelijk bezorgd om het lot van deze vrouw, die hij maar twee keer had gezien en amper had gesproken. Waarom eigenlijk? Hij besloot die vraag voor een later moment te bewaren en scheurde het artikel uit de krant, waarna hij de rest van het papier in de vuilniszak gooide. Hij was nog niet klaar met zijn ronde door de bus, maar liet de plastic zak liggen waar die lag en liep weg. <br />
Iets in hem vertelde Jack dat hij wist waar hij nu moest zijn. Daarom liep hij. Hij liep naar de plek waar hij nu moest zijn. Ongeacht of het juist was of niet. Zelfs al was het helemaal niet verstandig. Hij liep en hij bleef lopen.<br />
<br />
‘Goedenavond Mevrouw Ryder, hoe voelt u zich?’<br />
Het beeld van Lynn’s ogen was nog niet scherp genoeg om de vriendelijke lach van de verpleegkundige goed te kunnen zien, maar de langwerpige witte vlekken aan de onderkant van de vage omtrek van het gezicht vatte ze wel als zodanig op. Ze probeerde te praten, maar er kwam nog niet veel meer uit dan: ‘Uhh.’<br />
‘U heeft nog wat last van de narcose, maar het zal snel beter gaan,’ zei dezelfde vrouwenstem uit de richting van de vleeskleurige vlek. <br />
‘Uhh,’ zei Lynn weer. Ze wilde meer zeggen. Ze wilde duidelijker zijn, maar een kracht die groter voelde dan zijzelf weerhield haar daarvan. Diezelfde kracht zorgde ervoor dat haar zicht maar niet wilde verscherpen en dat ze gevangen leek in haar eigen lichaam. Ze kon niets anders dan zich daaraan overgeven. Ze sloot haar ogen en liet het donker weer terugglijden in haar beperkte wereld. Als een dwangbuis waar je maar beter niet te veel in moest worstelen. Want wat had dat voor zin. Daarom liet ze het gaan en zakte weer zachtjes weg. <br />
Ze hoorde de vrouwenstem langzaam vervagen, terwijl die zei: ‘Het is goed. Ga maar weer slapen.’<br />
<br />
Zelfs liggend in een ziekenhuisbed, haar schouder ingepakt in verband, zag ze er nog beeldschoon uit. Zelfs met haar oogleden gesloten, die de twee mooiste parels nu verborgen, was er niets wat de intensiteit van haar ziel ontkrachtte. Zelfs al voelde hij de onrust onder de oppervlakte van die ogenschijnlijk rustig slapende vrouw, was ze nog altijd een betoverende verschijning. <br />
Jack schoof een stoel naar haar bed en legde zijn hand zachtjes op die van haar. Met zijn vingertoppen volgde hij de weg over haar vingers en omsloot de hand tot die niet meer te zien was. Helemaal bedekt door de zijne. Haar zachte huid was als fluweel tegen zijn handpalm en even voelde het alsof de rest van zijn lichaam niet meer bestond. Er waren alleen nog twee handen; verbonden met elkaar zoals de handen van geliefden. Maar dat waren ze niet. <br />
Jack schrok. De gedachte van liefde maakte hem bang en hij verzette zich tegen de irrationele gedachte dat je van iemand kon houden zonder diegene echt goed te kennen. Maar hij kende haar wel. Hij had in haar ziel gekeken via de blauwe oceanen in haar gezicht waarin hij was verdronken. Hij wilde het niet aan zichzelf toegeven, maar bij die eerste ontmoeting, zo vluchtig maar lang genoeg voor een vakantie van een seconde, was het verbond gekomen. Vanaf dat moment zouden ze onlosmakelijk een onderdeel van elkaars leven vormen, zelfs wanneer ze niet bij elkaar waren. Als planeten die met een aantrekkingskracht om elkaar heen draaien. Soms dichtbij en dan weer verderaf. Maar wat betekende het? De onrust die onder Lynn’s oppervlakte lag, leek in hem over te stromen bij het besef dat hij een pad opging dat hij jarengeleden had afgesloten. Hij had er een grote dode boomstronk overheen gelegd en daar een bordje aan gehangen. Verboden toegang. Die zelfbescherming was noodzakelijk geweest om zijn gezonde verstand te bewaren. Hij had daar geen moment spijt van gehad omdat spijt een gevoel was dat hij zichzelf niet meer toestond. Het hoorde bij de vroegere Jack, die achter de boomstronk lag weg te rotten in het volle zonlicht. Met de bijbehorende stank. <br />
Toch liet hij haar hand niet los. Dat had hij moeten doen. Want hoe langer de aanraking duurde, hoe meer hij zich voelde versmelten en veranderen. Het was lang geleden dat hij echt iets gevoeld had. Iets wezenlijks. Iets bijzonders. En diep in zijn lichaam waren er cellen die de herinnering aan zulke gevoelens nog altijd hadden vastgehouden en die nu met alle kracht schreeuwden om opnieuw gevoed te worden. <br />
Hij sloot zijn ogen en voelde hoe uit zijn ooghoek één dikke warme traan opwelde en de onomkeerbare tocht over zijn gezicht begon. Er was alleen dat gevoel van twee handen die over elkaar heen lagen en een zielsverbinding bewerkstelligden. Dat was genoeg. Meer was er niet nodig. Meer kon hij waarschijnlijk op dat moment ook niet dragen. Met de handen over elkaar liet hij zichzelf wegzakken in eenzelfde onrustige droomstaat als de vrouw in het bed. <br />
<br />
‘Wie bent u en wat doet u hier?’ <br />
Een zware mannenstem verscheurde hem uit een ander rijk en van schrik trok hij zijn hand terug naar zijn lichaam. Hij keek naar het gezicht van een onvriendelijk ogende man die in een dreigende houding naast hem stond. <br />
Jack wist niet wat hij moest zeggen. <br />
‘Nou, kom op! Wie bent u en wat doet u hier?’<br />
Nog altijd kon Jack geen woord uitbrengen. Hij opende zijn mond maar er waren geen woorden die zijn aanwezigheid hadden moeten verklaren. Abrupt stond hij op, waardoor de stoel met een gekletter achterover tuimelde. De norse man stapte iets achteruit, waarmee Jack onbedoeld de ruimte kreeg om richting de deuropening te gaan. En dat deed hij ook. Hij liep weer. En hij bleef lopen. Ook toen de man achter hem bleef schreeuwen: ‘Wie denkt u wel dat u bent? U kunt niet zomaar weglopen. Als u niet stilstaat, roep ik de beveiliging.’<br />
Jack voelde een hand rond zijn pols en trok die met zijn andere hand van zich af, waarna hij zijn pas versnelde totdat het rennen werd. Hij keek niet om, bleef doorrennen. Het ziekenhuis uit. De straat uit. De hoek om. Weer een straat door. Hij bewoog zich alsof hij wist waar hij naar toeging, maar niets was minder waar. Willekeurig dook hij straten in totdat hij zo moe was geworden dat hij niet meer verder wilde lopen. Een paar meter verder was een bushalte. Een paar minuten later kwam er een bus. Hij liet zich vallen op een stoel en sloot zich af voor de wereld om hem heen, totdat hij als vanzelf weer in zijn appartement stond, zijn kleren uittrok en volautomatisch in zijn bed belandde waar hij in een onrustige <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Slaap_(rust)">slaap</a> werd verpakt.<br />
<br />
(Lees ook: Notities bij H 5 op het <a href="http://ditisgerben.blogspot.com/">schrijversblog</a>)Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-34548461323206836092010-03-15T19:45:00.002+01:002010-03-19T11:05:30.596+01:00Hoofdstuk 4<div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Echt netjes was het natuurlijk niet wat hij gedaan had. De hele week bleef het in zijn achterhoofd spoken dat hij was weggegaan zonder gedag te zeggen en zonder de jonge vrouw te bedanken voor de kop thee en het gebruik van haar droger en roze badjas. Waarom was hij zomaar weggegaan? Er was geen echt excuus. Zijn ouders hadden hem netjes opgevoed en zijn morele code verbood zulke slechte manieren. Maar hij was wel weggegaan. Hij was de voordeur uitgeslopen zonder een woord te zeggen en had ervoor gekozen om als een dief in de nacht het appartementencomplex uit te rennen en de eerste de beste bus naar de veiligheid van zijn oude levensritme te pakken. </div><div style="text-align: justify;"> Het was angst, realiseerde hij zich op dinsdag, terwijl hij met de open bus en een lading Japanners naar <a href="http://www.topoftherocknyc.com/history/Default.aspx">Rockefeller Center</a> reed. Het was ook onzekerheid, concludeerde hij op woensdag, toen hij zijn tanden stond te poetsen en een klodder pasta richting de afvoer van de wastafel spuugde. Het was een stijlbreuk in zijn levensritme, waarschuwde hij zichzelf op vrijdag, toen hij een Big Mac verorberde omdat hij geen zin had om na te denken over wat hij eigenlijk moest gaan eten.</div><div style="text-align: justify;"> Zij vertegenwoordigde het leven dat hij niet had. Jack wist niets van haar, maar iemand die in een luxe appartement aan de rand van Central Park woonde, moest wel een druk en bewogen leven leiden. Een leven dat haaks stond op wat hij er zelf voor door liet gaan. Een bestaan dat niet gekleurd werd door eenzaamheid, maar eentje die een volle agenda vol uitdagingen en spanning met zich meebracht. </div><div style="text-align: justify;"> Hij wist dat het fout zat, toen hij zijn ontmoeting met haar in zijn roman begon te verwerken. Bepaalde details waren weliswaar veranderd, maar het was onmiskenbaar de vrouw in het park met de blauwe ogen en het lieve gezicht dat hem uit de regen had getrokken. Tot die tijd had hij alleen maar de herinneringen van die vorige Jack gebruikt. Een man die allang niet meer bestond. Nu hij op zaterdagavond zat te schrijven en zij haar intrede deed in zijn onsamenhangende roman, was de angst compleet. Als hij niet uitkeek, dan zou hij hoop krijgen. Hoop op een mooier leven en verwachtingen die allang vervlogen waren. Dan zou hij besmet worden met het <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Verliefdheid">virus</a> dat hem uiteindelijk alleen maar weer <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Liefdesverdriet">doodziek</a> zou maken. </div><div style="text-align: justify;"> Dus voor het eerst in jaren, bracht hij zijn zondagochtend niet door in Central Park. Hij had de wekker niet gezet in de hoop de uren slapend te kunnen doorbrengen, maar het ritme van zijn leven wekte hem hoe dan ook. Onverbiddelijk. Toen hij het gordijntje wegtrok, kondigden de eerste zonnestralen een warme dag aan. Hij dacht aan de bloemen in het park; prachtig in bloei. De skeelerende mensen die acrobatische toeren uithaalden om in hun vaart de tragere wandelaars te ontwijken. De eendjes in de vijver, waar hij nog wat oude korsten voor had liggen op het kleine aanrecht zonder kookplaat die de naam keuken niet mocht dragen. Hij kleedde zich aan en at uiteindelijk de korsten zelf op, omdat hij gewoon geen zin had om op een dag als vandaag een donut te eten. Dat hoorde bij een ritueel dat vandaag niet zou plaatsvinden. Jack kon Lynn gewoon niet meer onder ogen komen. </div><div style="text-align: justify;"> Maar zijn vaste patroon was natuurlijk wel verstoord. De hele ochtend liep hij door de woonkamer van zijn appartementje dat met enkele vierkante meters eerder als een grote inloopkast dan als volwaardige kamer bestempeld kon worden. Het was rommelig en hij kon natuurlijk opruimen, maar dat voelde niet goed. Zoals niets op dat moment goed voelde. Hij pakte een <a href="http://www.wahlbrinck.de/catcherintherye/">boek</a> op en begon te lezen, maar na twee bladzijden werd hij ook daar niet goed van en smeet de literaire papierbundel tegen een muur. Het viel naar beneden en landde op een openstaande <a href="http://www.dominos.com/home/index.jsp">pizzadoos</a>, die leeg was op wat aangekoekte korst, kaas en tomatensaus na. </div><div style="text-align: justify;"> Dan maar <a href="http://ditisgerben.blogspot.com/">schrijven</a>. Z’n gedachten en gevoelens in woorden omzetten. Al na drie zinnen wist hij dat het niks ging worden. Hij voelde zich er alleen maar slechter door. Hij raakte alleen maar meer geïrriteerd. </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Ornithologie">Ornithologie</a> was geen hobby van haar, dus Lynn kon niet zeggen welk vogeltje op de bank zat in de zon. Ze keek naar het actieve beestje, maar had liever iets anders gezien. Iemand anders. Terwijl ze haar oefeningen deed tegen de boom, dacht Lynn aan de man die daar nu hoorde te zitten, maar hij was er niet. Alleen een vogeltje dat van de zitting naar de grond sprong en met het snaveltje in iets bruins begon te plukken. Zo te zien een stukje chocolade van een voorbijganger. </div><div style="text-align: justify;"> Ze was teleurgesteld geweest, afgelopen zondag, toen ze uit de keuken was gekomen en Jack er niet meer was. Het was niet het feit dat hij niks gezegd had voor hij wegging. Dat stille paste wel bij hem. Het was meer dat ze zijn aanwezigheid waardeerde zonder precies te weten waarom. Er was iets aan hem dat haar raakte. Er heerste een diepte onder zijn oppervlakkige façade die ze herkende als was die van haar zelf. Een raakvlak. Maar welke? Dus toen hij weg was, kwam er een triestheid over haar heen. Ze voelde zich een beetje verloren en ze wist dat het voor hem nog veel erger moest gelden. </div><div style="text-align: justify;"> Ze begon haar ronde hardlopen door het park, maar merkte dat ze rondes maakte die dicht in de buurt bleven van het bankje. Maar hij kwam niet, zelfs niet nadat ze een extra rondje had gemaakt. Toen ze onder de douche stapte en het zweet van haar lichaam spoelde was Jack nog steeds niet helemaal uit haar gedachten verdwenen.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Hij was opgelucht toen de middag eindelijk kwam en hij naar zijn werk toe mocht. Hij vertrok vroeger dan normaal, omdat hij niet wist volgens welke dienstregeling de bus bij hem in de buurt op zondag reed. Anders stapte hij altijd op een andere bus bij die halte die zo dicht bij zijn bankje lag. Alles was anders vandaag. De rit was anders. De mensen waren anders. De stad was anders. Zo voelde het, terwijl er maar één ding echt anders was: hijzelf. Dat probeerde hij niet te laten merken toen hij eenmaal aan zijn werk begon. Voor zover hij kon nagaan, lukte dat ook. Jack deed wat hij altijd deed en met succes. De mensen genoten van zijn verhalen en van de grapjes die hij al honderden keren had verteld. Hij ratelde door alsof er een cassettebandje in zijn buik zat. Met een opgewektheid en enthousiasme waarvan hij niet wist waar die vandaan kwam. Het was niet van hemzelf, maar op dat moment was hij er blij mee, want de klant betaalde niet voor zijn emotionele status. Die wilde gewoon vermaakt worden en dat lukte. </div><div style="text-align: justify;"> Toen het donker werd en zijn dienst er eindelijk opzat, stapte hij de metro in. De dag was al zo anders dat die stijlbreuk ook nog wel kon. Hij nam een lijn naar de rand van zijn geliefde plaats, ver weg van waar hij normaalgesproken zat en liep in het donker over de paden en onder de bruggetjes. Hij was nog nooit ’s nachts in het park geweest. Dat had niet bij zijn ritme gehoord. Maar het was voor hem gewoon geen zondag als hij niet even hier was geweest; in een uithoek van de 341 hectare land die hij als zijn echte thuis beschouwde. Hij kwam langs een bankje, maar besloot er niet op te gaan zitten. Dat zou verraad zijn. Dus hij liep een stukje, doelloos en zonder enig plezier en besloot na tien minuten dat het genoeg was geweest. Deze dag was niet van hem en ook niet van Central Park. </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> Ze bestudeerde de stukken voor haar werk. Morgen was een belangrijke dag. Ze raakte verdiept in de materie en maakte aantekeningen bij voor haar relevante passages. Voor een buitenstaander leek het misschien alsof ze opging in haar werk, maar dat was niet helemaal het geval. Want diep van binnen voelde ze zich een klein beetje onrustig. Net genoeg om zich niet helemaal af te kunnen sluiten. Net genoeg om af en toe op te staan van de bank en het donker in te turen. Onder het licht van een lantaarnpaal stond het bankje er verlaten bij. Hij was er niet. En hij zou ook niet meer komen. In ieder geval niet meer vandaag.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><em>(Lees ook: bespiegelingen bij H 3 & 4 op het schrijverblog)</em></div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-85112761145382887732010-03-13T19:43:00.000+01:002010-03-13T19:43:19.929+01:00Hoofdstuk 3<div style="text-align: justify;"> </div><div style="text-align: justify;"> Waar was hij en wat was er zojuist gebeurd? Natuurlijk wist hij het, maar hij begreep het niet. Deze zondag was zoveel anders dan alle voorgaande. Daar zat hij dan op een bruine lerenbank gekleed in een pyjamabroek met klassieke priegelige roosjes, een lichtblauw shirt van een sportmerk (dat een aantal zondagen ervoor nog om het lijf van de vrouw in de fauteuil schuin tegenover hem had gezeten) en een dikke roze badjas. Zijn voeten rustten op het Perzische tapijt dat de lage glazen koffietafel van de houten vloer scheidde. </div><div style="text-align: justify;"> Jack keek door het grote raam voor hem dat uitzicht bood over Central Park. Het regende nog steeds, maar de wind was iets gaan liggen en er was geen onweer meer te horen. Met een kop thee tussen zijn handen geklemd staarde hij naar buiten en zag het park voor het eerst vanaf grotere hoogte. De uitgestrektheid van de groene lap met bomen, vijvertjes en bruggetjes die begrensd werd door een achtergrond van hoge gebouwen was vanaf hier nog veel duidelijker zichtbaar. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Als je dichter naar het raam loopt, dan zie je de rand van het park beter. Daar staat een bankje waar elke zondagochtend een man zit. Ik dacht dat hij er alleen zat met mooi weer. Ik moet toegeven dat ik nooit naar buiten kijk met slecht weer en alleen ga hardlopen als het droog genoeg is. Een beetje motregen is niet erg, maar met zulke buien voel ik geen behoefte om te gaan. Op dit soort dagen kruip ik met een boek op de bank. Behalve vandaag. Vanochtend liep ik langs het raam en toen zag ik daar een man zitten. In de regen. Ik had die man eerder gezien en er zelfs even vlug een keer een praatje mee gemaakt.’</div><div style="text-align: justify;"> Vanaf het moment dat zij hem het park uit had ‘gesleept’, had Jack nog altijd niets gezegd. De verwarring van het moment had hem de woorden ontnomen. Inmiddels was hij wat bijgekomen en hij stelde de eerste vraag die in hem opkwam:</div><div style="text-align: justify;"> ‘Hoe heet je?’</div><div style="text-align: justify;"> Toegegeven, het was geen bijster originele vraag, maar wel eentje die gesteld moest worden. Dus hij stelde hem, terwijl hij nog altijd uitkeek over de groene massa die Central Park heette.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Lynn. Lynn Ryder,’ zei de stem in de hoek. </div><div style="text-align: justify;"> Hij draaide zijn hoofd naar haar toe, bewust van het feit dat het onbeleefd zou zijn om dat niet te doen. Bewust van het feit dat hij zo weer kon verdrinken in die blauwe oceanen. Maar dat gebeurde niet. Ze waren nog altijd betoverend mooi, maar hij leek ze inmiddels iets beter te kunnen verdragen. Daarom glimlachte hij naar haar en zei: ‘Hallo <a href="http://babybytes.nl/namen/meisjes/Lynn">Lynn</a>.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Hallo Jack,’ zei Lynn, terwijl ze zijn glimlach met die van haar beantwoorde.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Mooi uitzicht heb je.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Daar betaal ik ook grof geld voor, maar je hebt gelijk, het is hier prettig wonen. Woon jij hier in de buurt?’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Nee. Nee, ik woon wat verder hiervandaan.’</div><div style="text-align: justify;"> ‘Oh,’ zei ze alleen maar, ongetwijfeld afvragend of ze verder mocht en kon vragen.</div><div style="text-align: justify;"> ‘En je sleurt vaker onbekende mannen je appartement in, Lynn?’</div><div style="text-align: justify;"> Ze lachte. Een mooie enthousiaste lach die een paar seconden de ruimte om hen heen vulde. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Nee, dat is niet mijn gewoonte. Maar je bent natuurlijk niet onbekend. Jij bent Jack die elke zondagochtend op het bankje in Central Park zit, recht tegenover het gebouw waar ik woon,’ zei ze met de resten van een ondeugende glimlach.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Is dat alles wat er voor nodig is om iemand te kennen? Dat lijkt me nogal gevaarlijk in een stad als New York. Wat zeg ik… dat lijkt me overal nogal gevaarlijk.’</div><div style="text-align: justify;"> Lynn keek bedenkelijk naar de man in de roze badjas op haar bruinleren bank en besefte dat hij gelijk had. Maar ze antwoordde er niet op. In plaats daarvan besloot ze het onderwerp te veranderen.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Waarom zit jij op een zondagochtend in de regen in het park op een bankje?’ vroeg ze.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Waarom niet?’ vroeg hij terug als een echo van een eerder gesprek.</div><div style="text-align: justify;"> Stilte verdreef de echo een moment waarna een volgende echo door de ruimte golfde.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Ach, waarom niet,’ zei ze. ‘Nou… ik ga eens even kijken of de droger al klaar is. Die roze badjas staat je ontzettend charmant, maar je eigen kleding staat je vast een stuk beter.’</div><div style="text-align: justify;"> Ze liep de kamer uit en liet Jack alleen achter. Met de bijna lege kop thee in zijn hand liep hij naar het raam en keek naar een bankje naast een boom in het park, waar elke zondagochtend een man op zat in welk weer dan ook. Maar vandaag niet. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Je kleren zijn droog,’ zei de sprankelende vrouwenstem achter zijn rug. ‘Leg wat je aan hebt maar over de rand van het bad. Dat ruim ik later wel op.’</div><div style="text-align: justify;"> Toen hij zich omdraaide was ze al uit de kamer verdwenen. Er klonken geluiden vanuit de keuken. Hij liep door haar slaapkamer. Zijn oog viel weer op de grote boekenkast, waar hij voor ging staan om de titels te bestuderen. De bovenste twee lange rijen waren bestemd voor non-fictie. Boeken over geschiedenis, recht en kunst stonden zonder duidelijke volgorde op die planken door elkaar heen. De Bijbel en de Koran stonden samen naast <a href="http://www.nytimes.com/2006/03/05/books/review/05royte.html">een boek over de vroegere oestercultuur van New York</a>. De rijen eronder die een flinke collectie fictieve werken herbergden, kenden een even rommelig en gemêleerd gezelschap van titels. Zes boeken van <a href="http://bigthink.com/johnirving">John Irving</a>, een schrijver waar hij ook het nodige van gelezen had, en een verzamelband met het werk van <a href="http://shakespeare.mit.edu/">Shakespeare</a> stonden in dezelfde rij met het boek <a href="http://www.observer.com/term/candace-bushnell-sex-and-the-city">Sex and the City</a>, een verzameling columns van Candace Bushnell die Jack niet kende maar na een korte inspectie vooral over het seksleven van vrouwen in New York bleek te gaan. Hij zette het boek weer terug in de rij en liep door naar de badkamer. Hij trok zijn kleren aan, die nog warm waren van de droger en liep terug naar de woonkamer met zijn jas over zijn arm. Buiten kwam een voorzichtige zon achter de grijze wolkenmassa vandaan. Het was gestopt met regenen. </div><div style="text-align: justify;"> Lynn was nog steeds in de keuken bezig. Uit de geluiden die er klonken leek Jack op te maken dat ze een vaatwasmachine aan het inruimen was. Onzeker over wat hij nu moest doen of zeggen, keek hij om zich heen. Daarna deed hij het enige wat hem logisch leek en draaide zich om naar de hal, waar hij de voordeur opende en zo zacht mogelijk weer sloot. Hij stapte de lift in en draaide zijn lichaam weg van de spiegel. De deuren sloten toen hij op het juiste knopje drukte en het gevaarte zette zich in beweging naar beneden. Eenmaal uit het gebouw, liep hij zonder naar Central Park te kijken de straat door en stapte op de bus die net kwam aangereden. Jack reed een nieuwe werkdienst tegemoet.</div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"><em> 'Nou, dan wordt ik heel boos en dan zeg ik 'Je moet mijn niet aanraken'', hoor ik een kinderlijke stem zeggen.</em></div><div style="text-align: justify;"><em> Ik zit nog maar net in de bus. Ik heb mijn jas over mijn benen gelegd en vang deze uitspraak op. Omdat ik op een stoel zit met de rug naar de buschauffeur kan ik gemakkelijk tot achterin het voertuig kijken. Daar zitten twee jonge dames naast elkaar. Ik ken ze niet, maar een korte blik op hen beide geeft me de indruk dat ze verstandelijk gehandicapt zijn. Ik schaam me direct voor deze constatering, want waarom oordeel ik zo snel? </em></div><div style="text-align: justify;"><em> De één heeft kort roodgekleurd haar, wijd opengesperde ogen (waarvan er eentje iets naar binnengedraaid staat) en haar mond altijd iets open alsof dat de enige wijze is waarop de zuurstoftoevoer gegarandeerd kan worden. Ze draagt een foeilijke paarse jas met een nepbontkraag, waarbij ik me gelijk afvraag of ze die zelf heeft uitgekozen dat het geval door iemand is opgedrongen die denkt over grotere verstandelijke capaciteiten te beschikken. Is het die jas waaraan ik haar verstandelijke vermogens zo snel heb afgemeten? Verder heeft ze een monotone en nasale stem (misschien is er inderdaad iets met haar neus waardoor ze door haar mond moet ademhalen). </em></div><div style="text-align: justify;"><em> Haar vriendin/kennis/lotgenoot (doorhalen wat niet van toepassing is) heeft een schattig gezichtje dat goed past bij haar kinderlijke stem. Ze ogen jong, maar de volwassen leeftijd hebben ze al wel bereikt. Het schattige meisje heeft lang blond haar en een permanente lach die in haar gezicht gebouwd is alsof ze de vrouw is van The Joker. Haar jas is niet opvallend en niet lelijk. Als dat wat uitmaakt. </em></div><div style="text-align: justify;"><em> Het schattige meisje stottert een beetje tussen woorden door. Eigenlijk gaat de zin zo; 'Nou, dan wordt ik heel boos en d-d-d-dan zeg ik 'Je moet mij niet aanraken.'</em></div><div style="text-align: justify;"><em> De monotone stem zegt: 'En als ik je nu aanraak?'</em></div><div style="text-align: justify;"><em> 'Dat is anders,' zegt het schattige meisje, 'want jij bedoelt het goed.'</em></div><div style="text-align: justify;"><em> 'Ja, dat is zo,' zegt monotoontje.</em></div><div style="text-align: justify;"><em> 'Niemand moet mij aanraken, b-b-b-behalve als het aardig bedoelt is. Dan mag het wel.'</em></div><div style="text-align: justify;"><em> 'Ja,' zegt monotoontje weer.</em></div><div style="text-align: justify;"><em> 'Maar anders mag niemand mij zomaar aanraken hoor, want d-d-d-dan wordt ik heel boos.'</em></div><div style="text-align: justify;"><em><br />
</em></div><div style="text-align: justify;"><em> Ik draai mijn hoofd naar het raam, omdat ik niet steeds hun kant op wil staren.Ondertussen probeer ik het gesprek op te vangen, maar de motor van de bus verdrinkt de stemmen af en toe. Dan hoor ik de schattige stem zeggen: 'Ja, er zijn wel rare mensen hoor.' </em></div><div style="text-align: justify;"><em> Een innerlijke glimlach trekt een spoor door mijn ziel. Even ben ik jaloers. Op de eenvoud van het gesprek en het naïeve wereldbeeld. Soms zou ik willen dat het mijn wereldbeeld kon zijn. Volgens mij zou ik er gelukkiger van worden. Want ja, er zijn wel rare mensen en de twee jonge dames zijn op dat moment wel de minst rare die ik me voor kan stellen. Ik zou mezelf veel hoger op die lijst zetten. Maar het is natuurlijk ook raar om daar een lijst van te maken. </em></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-65550181077385078742010-03-10T18:53:00.002+01:002010-03-13T19:27:23.776+01:00Hoofdstuk 2<div style="text-align: justify;"></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;"> Zo trokken de dagen voorbij en werden ongemerkt weken die als chocopasta over een boterham werden uitgesmeerd die leven heette te zijn. Jack stond op, ging naar zijn werk, werkte wat eten naar binnen en las in zijn vrije tijd boeken. Of hij schreef aan zijn roman. Voor zichzelf. Publicatie was absoluut niet de bedoeling. Het was een bezigheid voor hemzelf, zoals anderen modelvliegtuigjes in elkaar zetten of het witte canvas met een penseel van verf voorzagen. Hij schreef wat in hem opkwam, meestal ervaringen geput uit een voorgaand leven, waarvan hij wel de herinneringen had, maar die niet meer aan hemzelf kon koppelen. In zijn hoofd lagen beelden opgeslagen van een jeugd die niet de zijne kon zijn geweest. Hij was immers oud geboren. Zijn eigen herinneringen gingen niet verder dan een paar jaar geleden, nadat hij de bewuste keuze had genomen om zich te onttrekken aan dat wat andere mensen een bestaan noemden. Die herinneringen stelden dus ook weinig voor in vergelijking tot het materiaal van die andere persoon voor hem, dat opgeslagen lag in de kronkels van zijn hersenen. Hij gebruikte dat als een teken dat hij de juiste keuze had gemaakt. Dat het leven niet de moeite waard was, omdat het zoveel pijn kon doen. De roman fungeerde als zijn eigen kleine waarschuwing dat hij de grens van gevoel nooit meer zo ver over mocht gaan. </div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;"><br />
</div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;"> De wekkerradio ging. Zoals elke morgen. Dus ook op deze zondagmorgen. Zes dagen in de week ging de wekker omdat hij een taak te vervullen had. Om de levens van anderen te faciliteren. Maar die ene dag in de week ging de wekker omdat hij niets van de ochtend wilde missen. Dan stond hij sneller op dan op de andere dagen, trok gehaast de kleren aan die over de stoel naast zijn bed hingen en greep een <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Donut">donut</a> gevuld met aardbeienjam die hij onderweg naar de bushalte in een paar happen wegslikte. </div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;"> Deze zondag was niet anders. De radio wekte hem met <em><a href="http://www.youtube.com/watch?v=DKbPUzhWeeI">Riders On The Storm</a></em> van <em><a href="http://www.thedoors.com/">The Doors</a></em>, wat profetische muziek bleek toen hij het gordijntje van het kleine raam in zijn slaapkamer wegschoof. Een sterke wind verplaatste met veel kabaal een colablikje op de straat onder hem. Aan de overkant liep een man met een klein hondje. Beide moesten duidelijk moeite doen om vooruit te komen in het waaiende geweld. </div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;">De zomerzon was een prettiger vooruitzicht geweest, maar Jack liet zich er niet van weerhouden om zijn zondagochtend in het park door te brengen. Hij trok zijn zomerjas aan en verliet het kleine appartement.<br />
Tegen de tijd dat de bus aan de rand van Central Park deze eenzame passagier naar buiten liet, was het al begonnen te regenen. Een lichte regen, maar nat genoeg voor de open ruimte in deze aangelegde natuur. In de verte hoorde hij het gerommel van onweer, waardoor de wereld om hem heen steeds meer op het nummer van <em>The Doors</em> begon te lijken. Druppels rolden van zijn voorhoofd over zijn wangen en vonden hun weg over zijn kaak naar zijn keel. Daar verdwenen ze uit het zicht in de boord van zijn jas, waar de zwarte stof van zijn T-shirt, die tegen de huid van zijn borst gedrukt lag, hen de weg versperde. Die hele weg naar beneden praatten ze tegen hem. Ze vertelden hem dat sommige mensen nu eenmaal geboren werden om alleen te zijn. Sommige mensen werden geboren voor een eenzaam bestaan en hij mocht daar bij horen. In het regenachtige landschap waar geen normaal mens zich nu vertoonde, voelde hij de rust van die gedachte. De eenvoud van zijn bestaan was een zelfbedachte regencape die hem beschermde van de hoop, verlangens en verwachtingen die om hem heen bestonden. </div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;"> Toen hij plaats nam op het bankje (zijn bankje) en de vocht op zijn zitvlak even een kleine golf van kippenvel door zijn lichaam liet gaan, was er van die gedachte al weinig meer over. Hij sloot zijn ogen en zakte in een sluimerende slaap die zelfs de slagregen niet kon verstoren. </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;"> ‘Jack.’</div><div style="text-align: justify;"> Wat de regen niet voor elkaar kreeg, lukte deze stem wel. Jack schrok wakker en keek weer uit over het park waar nog steeds niemand te bekennen was. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Jack!’</div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;"> Het kwam van achter hem. Voordat hij zich om wilde draaien in de richting van het geluid, sloot een hand zich om zijn schouders en verspreidde daar een warmte die de doorweekte koude van de regen teniet deed. Hij keek op naar het gezicht van een vrouw waar hij een paar weken geleden nog een heel kort gesprekje mee had gehad. Hij herkende haar meteen. Ondanks het feit dat ze hele andere kleren droeg en haar blonde haar in een donkerder tint aan haar natte hoofd leek vastgeplakt.</div><div style="text-align: justify;"> ‘Jezus hé… ik dacht dat je een grapje maakte toen je zei dat je hier ook met slecht weer kwam. Maar nee dus. Wil jij ziek worden of zo?’</div><div style="border-bottom: medium none; border-left: medium none; border-right: medium none; border-top: medium none; text-align: justify;"><a href="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhOtyfNzagVix87VTRc3DEKmOTzFs8oAV_N9DfzujTQ6AhvN0bFBY3ldYAWCEWvnHF0HESfS7pw5o3UcU9DOb7fiI610IoBE8FidwunKZNAOcTo-yplB-OnA__qD9VPkdMLhLZHqLeCEos/s1600-h/century.jpg" imageanchor="1" style="clear: right; cssfloat: right; float: right; margin-bottom: 1em; margin-left: 1em;"><img border="0" height="200" src="https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhOtyfNzagVix87VTRc3DEKmOTzFs8oAV_N9DfzujTQ6AhvN0bFBY3ldYAWCEWvnHF0HESfS7pw5o3UcU9DOb7fiI610IoBE8FidwunKZNAOcTo-yplB-OnA__qD9VPkdMLhLZHqLeCEos/s200/century.jpg" vt="true" width="136" /></a> Jack reageerde niet op haar vraag. Hij was weer even afgeleid door die twee blauwe maanschijven die ondanks de regen niets aan intensiteit hadden ingeboet. In tegendeel zelfs. Met de afwezigheid van fel zonlicht leken ze zelf te stralen als hemellichamen. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Jack, kom op. Je kunt hier niet zo blijven zitten.’ </div><div style="text-align: justify;"> Terwijl de vrouw dit zei, pakte ze hem onder zijn oksel en trok hem omhoog van het bankje. Hij liet het toe en zij voerde hem mee het park uit en de straat over naar een groot <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/The_Century_(building)">appartementencomplex</a> dat tegenover een ingang tot Central Park lag. Als een mak schaap werd hij de lift in de hal ingetrokken en stond toen oog in oog met zichzelf dankzij de grote spiegel die de achterwand van de kooi vormde. Daar stond een man die van top tot teen doordrenkt was. Zijn staart hing als een natte kwast over de voorkant van zijn schouder en druppels vielen vanaf de mouwen van zijn zomerjas naar de vloer van zeil die een gemarmerd motief had. Naast hem zag hij de rug van de vrouw, waar eveneens regenwater over naar beneden gleed en een slanke vinger die knopje drie op het bedieningspaneel van de lift indrukte. Zachtjes sloten de deuren en een lichte druk bevestigde de weg naar boven. </div><div style="text-align: justify;"> Ze zeiden niets. Hij bleef in de spiegel kijken naar haar rug. Zij had haar hoofd geheven naar het matrixbordje dat met oplopende nummers de weg naar boven aangaf. Toen daar een drie op verscheen, klonk er een elektronische toon, waarop de deuren weer zachtjes openschoven. Jack draaide zich om en volgde de vrouw door de gang naar de voordeur van een appartement. Onder het nummer van het appartement was een goudkleurig bordje bevestigd waar met sierlijke letters </div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: center;"><span style="font-family: Verdana, sans-serif;"><strong>L. Ryder <a href="http://en.wikipedia.org/wiki/Juris_Doctor">J.D.</a></strong></span></div><div style="text-align: justify;"><br />
</div><div style="text-align: justify;">in gegraveerd stond. De deur zwaaide open naar een kleine hal die direct overliep in een ruime woonkamer. <br />
Het woord luxe kwam als eerste bij Jack op. Aan de muren hingen een paar kunstwerken en in de hoek bij het raam stond een wit beeld van een naakte vrouw met een gedrapeerde doek rond haar middel. Op een zuil ernaast stond een plant met dikke groene bladeren en Jack onbekende felrode bloemen die tot net boven de navel van de stenen mevrouw reikten. Het zuilenmotief kwam terug als omlijsting van de deuren die duidelijk opvielen naast het zachtrode behang dat de muren bedekte. Het geluid van vallende druppels tikte op de prachtige gelakte houten vloer. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Kom mee,’ zei de jonge vrouw, terwijl ze een deur naar een eveneens ruime slaapkamer openmaakte, waarvan één wand compleet werd bedekt door een kledingkast en aan een andere kant een groot wandmeubel vol boeken stond. Jack had geen tijd om de kamer verder in zich op te nemen. De hand van de vrouw omklemde zijn pols en trok hem een volgende kamer in. Iets minder ruim dan voorgaande kamers, maar voor een badkamer nog altijd behoorlijk groot. Dezelfde zachtrode kleur als in de woonkamer sierde de muren, zij het met wat meer glans door de tegeluitvoering. Een grote wastafel, een ruim bad, een aparte douchecabine (met van die langwerpige gevallen in de muur voor een watermassage), een toilet en een bidet vormden de inrichting van deze ruimte. </div><div style="text-align: justify;"> Terwijl Jack om zich heen keek, ritste de vrouw zijn jas open en trok het natte vod over zijn armen. Hij liet het in eerste instantie toe, maar schrok toen haar vingers zijn riem losgespten en met geoefende halen de knopen van zijn spijkerbroek uit de gaten hees. Hij pakte haar handen beet in een poging haar tegen te houden. </div><div style="text-align: justify;"> ‘Goed, je bent zeiknat Jack. Trek die kleren uit. Ik pak een pyjamabroek en een T-shirt voor je en aan de muur daar hangt een badjas.’</div><div style="text-align: justify;"> Ze voegde de daad bij het woord en kwam gauw terug met twee kledingstukken die ze, samen met een grote badhanddoek over de rand van het bad drapeerde. Terwijl ze de badkamer uitliep, zei ze: ‘Ik ga thee zetten. Ik zie je zo wel in de woonkamer.’<br />
<br />
<em>(Lees voor toelichting: Notities bij H2 op het schrijverslog)</em><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-84688242144391452932010-03-09T16:02:00.003+01:002010-03-25T12:09:01.789+01:00Hoofdstuk 1<div align="justify"> <br />
Zijn schoonmoeder kon geen kinderen krijgen. Tenminste, dat was wat hij zei wanneer mensen hem vroegen waarom hij nooit getrouwd was. De opmerking was begonnen als een handige manier om de vraag, die hij altijd nogal brutaal vond, weg te laten waaien. Maar gaandeweg was hij erin gaan geloven. Zoveel mensen vonden de ware. De enige reden dat hij nog niemand had gevonden, moest wel zijn dat zijn zielsverwant gewoon nooit geboren was. Er was niets mis met hem. Hij had humor en gevoel. Hij kon lachen en huilen. Hij was intelligent en eerlijk. Er was niets mis met hem. Behalve zijn eenzaamheid. </div><div align="justify"> Want eenzaam was hij. Dat realiseerde hij zich elke keer weer, wanneer hij werd geconfronteerd met twee geliefden die in een innige omhelzing deden alsof de wereld om hen heen niet bestond. Zittend op een <a href="http://www.centralpark.com/pages/general-info/adopt-a-bench.html">bankje</a> keek hij naar de man en de vrouw, die over het pad tussen de grasvelden liepen. De man schoof zijn hand binnen in de achterkant van haar spijkerbroek en bewoog er even mee. De vrouw maakte een klein sprongetje en giechelde na de liefdevolle kietel van haar metgezel. Plagerig duwde ze tegen zijn schouder, waarna hij zijn arm om haar heensloeg en ze hun weg over het pad vervolgden. </div><div align="justify"> Voor een man van drieënvijftig zag hij er lang niet slecht uit. Hij grapte wel eens dat het kwam omdat hij niets te lijden had gehad. Want: geen vrouw die hem het leven zuur maakte. Ook dat was een façade natuurlijk. Hij had er graag slechter uitgezien in het gezelschap van een vrouw, dan dat hij er goed uitzag zonder. Maar zo was het niet gelopen en daarom zat er een man van drieënvijftig op het bankje in <a href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Central_Park">Central Park</a> met een slank lichaam, op een buikje na dat was ontstaan onder het ritme van iets te ongezond eten dat hij tot zich nam omdat zijn keukentje te klein was voor de bereiding van een gebalanceerde maaltijd. Hij had een jeugdig uiterlijk, tussen de beginnende rimpels door. Hij droeg zijn haar, dat een mengeling van zwart, grijs en wit was, lang en in een staart en een beginnend baardje gaf hem een ruw maar aantrekkelijk uiterlijk. Hij droeg een blauwe spijkerbroek, donkerbruine schoenen en een donkerrood T-shirt met in witte letters de tekst:</div><div align="justify"> <em> “My name is Jack, in case you were wondering.” </em></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Die had hij eens laten drukken in een vage bui een paar jaar geleden. Dat was de laatste keer dat het hem nog echt veel kon schelen dat hij alleen was. Daarna was hij opgehouden met er over na te denken en er naar te verlangen om vrienden hebben of een zielsverwant te omarmen. Niet echt natuurlijk, maar hij kreeg het aardig voor elkaar om zichzelf voor de gek te houden en hield zijn zelfverkozen kluizenaarsbestaan over het algemeen goed vol. Een enkel moment daargelaten, wanneer hij bijvoorbeeld een stelletje over het pad tussen de grasvelden van Central Park zag lopen op een zondagmorgen die begroet werd door een steeds sterker wordende zon. Het koppel verdween uit het zicht doordat het pad een stuk naar beneden liep, maar Jack bleef in die richting staren alsof hij door de aarde heen kon kijken. <br />
</div><div align="justify"> ‘Ik zie u hier vaker. Op zondag. Op dit bankje.’</div><div align="justify"> Een vrouwenstem brak zijn dagdroom en verwijderde hem van de man en de vrouw die hij had nagestaard. Hij draaide zijn hoofd in de richting van waar de stem vandaan was gekomen. Naast het bankje stond een boom en tegen die boom stond een jonge vrouw; haar armen gestrekt alsof ze de reus omver wilde duwen. Haar benen stonden iets achter elkaar en ze spande haar spieren om deze uit te rekken voordat zij zou gaan hardlopen. Dat nam Jack tenminste aan, gezien het feit dat zij een korte blauwe broek droeg, witte sportschoenen zonder sokken en een blauw T-shirt met een <a href="http://store.nike.com/index.jsp?country=US&lang_locale=en_US&sitesrc=emealp_IDNS#l=shop,pdp,ctr-inline/cid-1/pid-262904/pgid-262902">witte boog</a> die Jack herkende als het logo van een sportmerk. In haar ene oor zat een oordopje dat verbonden was met een muziekspelertje dat met klittenband rond haar arm was bevestigd. Het andere oordopje bungelde voor haar borsten en gaf <a href="http://www.youtube.com/watch?v=hT3zCj3F1d4">muziek</a> prijs die Jack niet herkende. Maar hij luisterde ook zelden naar hedendaagse muziek. </div><div align="justify"> Twee ogen zo helder blauw dat de mooiste oceaan er bij verbleekte, keken hem aan. Even verdween hij daarin en ging op een vakantie die slechts een seconde duurde, maar die een eeuwigheid in herinnering zou blijven. Toen sloot hij zijn ogen om weer terug te keren naar de realiteit, waarin de vrouw inmiddels een andere positie had ingenomen om weer andere spieren van het nodige rek- en strekwerk te voorzien. Pas na de ogen merkte hij ook haar lieve gezicht op met een warme lach die omlijst werd door blonde haren die in een rommelige houding uit haar korte staart waren gekropen. </div><div align="justify"> ‘Hallo?’ vroeg de vrouw.</div><div align="justify"> ‘Eh, ja…’ zei Jack, die zich plotseling realiseerde dat hij aan het staren was en al meerdere seconden voorbij had laten gaan zonder een woord te zeggen. ‘Ehh, dat klopt. Ik zit hier vaker. Elke zondagochtend eigenlijk.’ </div><div align="justify"> ‘Behalve als het slecht weer is natuurlijk,’ vulde de vrouw aan. </div><div align="justify"> ‘Nee, ook als het slecht weer is zit ik hier.’</div><div align="justify"> ‘Oh, waarom?’</div><div align="justify"> ‘Waarom niet?’</div><div align="justify"> De jonge vrouw leek even te denken over een passend antwoord, maar hield het bij: ‘Ach, waarom niet. Nou… dag Jack!’ Daarna stopte ze het andere oordopje in de kleine schelp aan de zijkant van haar hoofd en begon in zachte draf een tocht over hetzelfde pad waar zojuist nog een verliefd stel had gewandeld. <br />
Terwijl hij haar nakeek, trok er een lichte siddering door zijn lichaam bij de echo van <a href="http://babybytes.nl/namen/jongens/Jack">zijn naam</a> die door haar was uitgesproken. Hij keek op zijn horloge en realiseerde zich dat hij er zelf ook vandoor moest. Vanmiddag had hij weer een dienst. Hij liep het park uit in de richting van de dichtstbijzijnde bushalte. Jack nam altijd de bus als hij door New York reisde. De <a href="http://www.mta.info/nyct/maps/submap.htm">metro</a> was sneller, maar hij bleef liever boven de grond waar hij uitzicht had over alle activiteit en alle levens die deze stad voortbracht. </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"><em> Reizen met de bus is een ontzettend boeiende bezigheid. Het biedt niet alleen de mogelijkheid om de benodigde ‘onderwegzijntijd’ goed te benutten door het lezen van een boek of het schrijven van een nieuw verhaal. Het leukste aan reizen met openbaar vervoer is namelijk dat je mensen ziet en hoort. Dat je ze meemaakt. Omdat het zo'n gewone plek is geworden, hebben mensen vaak helemaal niet door dat de dingen die ze zeggen of doen ook door andere mensen opgevangen worden. En ik ben één van die mensen die graag opvangt. Het mag dan lijken alsof ik in een boek lees of een tekst aan het schrijven ben; vaak is dat toch niet het geval. </em></div><div align="justify"><em> Stiekem kijk ik met een schuin oog naar mijn medepassagiers. Of ik luister alleen. Je leert veel over mensen in 'het wild'. Ik zou het geen miniatuurdierentuin willen noemen, maar toch wel een soort mensentuin. Zelfs luisteren naar twee oude vrouwtjes, die klagen over de slechte kwaliteit van het eten in het verzorgingstehuis, kan bijzonder boeiend zijn. Het zegt zoveel en tegelijkertijd zegt het eigenlijk helemaal niets. En dat is mooi, want zo zijn mensen: alles en niets tegelijk. </em></div><div align="justify"><em> Het meest belangrijke van de observaties is wel dat je leert dat er ook nog anderen zijn. Dat je niet alleen bent. Dat klinkt dom, maar ik krijg vaak het gevoel dat mensen als vulkanische eilandjes ronddrijven in een grote oceaan. Ze maken deel uit van dezelfde wereld, maar merken elkaar zelden op. Tenzij ze een keer botsen. </em></div><div align="justify"><em> In de bus ben ik getuige van een gesprek tussen een Indiase meneer en twee Indiase mevrouwen. Ik kan het gesprek niet verstaan. Er valt ook niets te horen, want ze spreken met elkaar in gebarentaal. Iets dat ik altijd al eens heb willen leren, maar waarvan ik denk dat je eigenlijk iemand in je omgeving moet hebben om op die manier mee te communiceren om dat goed te onderhouden. Vanuit mijn ooghoek (de rest van mijn lichaam wekte de indruk verzonken te zijn in een dikke roman van John Irving) volg ik het geanimeerde gesprek en probeerde er iets van te 'verstaan'. Ik kan me die moeite besparen, maar toch blijft het een boeiend schouwspel. Het enige gebaar dat ik herken is de hand die één van de vrouwen opsteekt naar de chauffeur bij het verlaten van de bus. Dat gebaar maak ik zelf ook altijd, dus het moet zoiets betekenen als 'bedankt' of 'tot ziens'. </em></div><div align="justify"><em> Als mensen de bus uitstappen, dan houden hun levens niet op. Dat klinkt dom, maar we staan er vaak weinig bij stil. Ik mag graag fantaseren over hoe ze thuiskomen, een maaltijd in de magnetron proppen en deze naar binnen schuiven onder het kijken naar iets als The Oprah Winfrey Show. Dat is ook een leven. Evengoed fantaseer ik over mensen als ze in de bus zitten. Onderweg naar een baan, die hij/zij eigenlijk helemaal niet ziet zitten of iemand die zelf aan het fantaseren is over alles wat hij/zij in het winkelcentrum denkt te gaan kopen. Kijken naar een jonge vrouw die naar buiten staart met een lichttrieste blik. Misschien heeft ze wel liefdesverdriet? Bestuderen van de tatoeages op de armen van een man en me afvragen waarom hij nou juist die afbeelding heeft gekozen. Waarom die vuurspuwende draak? Ik heb wel eens horen zeggen dat tatoeages het dagboek van de ziel zijn. Soms heb ik het idee dat mensen alleen die dagen in dat journaal markeren waarop ze dronken waren. </em></div><div align="justify"><em> Overal wonen mensen. Lopend van de bushalte naar mijn werk, waar weer een volgende bus staat te wachten, realiseer ik me dat het op een andere plek in de wereld zes uur later is. Dat daar mensen net klaar zijn met hun werk of uitbuiken na een simpele zondagse maaltijd. En als ik later op de avond ga slapen, maken elders op de wereld mensen zich op om zich te storten in het nachtleven dat nog maar net moet beginnen. </em></div><div align="justify"><em> En dat is mooi. Want stiekem zijn we niet alleen. Overal wonen mensen. Met eigen levens. Met eigen gedachten. En hopelijk gaan die gedachten ook wel eens uit naar andere mensen. Naar mensen die ze niet kennen. Aan de andere kant van de wereld. Naar mensen die hun tanden staan te poetsen aan het begin van een nieuwe werkdag. Naar hen die rond het bed van een oude man staan en toekijken hoe hij zijn laatste adem uitblaast. Naar zielen die de liefde leren kennen en er een beetje van schrikken, maar toch moedig doorzetten. Naar personen die heel zeker weten dat ze onzeker zijn en dan besluiten om zich daar niet bij neer te leggen. Naar mensen die denken aan mensen aan de andere kant van de wereld, die ze niet kennen, maar die ze toch zien als een deel van het geheel. Als ingrediënten in een grote pan groentesoep, die alleen lekker smaakt als alles er in de juiste combinatie inzit. </em></div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify"> Van de ene bus naar de andere. Jack werkte op zo’n <a href="http://www.youtube.com/watch?v=lI_68-6UsyU">dubbeldekker toerbus met een open dak</a>, waarin hij als gids toeristen de stad liet zien. Hij had altijd al in de toeristensector van New York gewerkt. Voor iemand met weinig ambitie en de noodzaak om elke maand de huur te kunnen betalen en wat voedsel naar binnen te mogen werken, was het een werkveld waarvan hij in ieder geval niet zou hoeven vrezen dat het eindig was. </div><div align="justify"> Hoewel… vroeger werkte hij op het <a href="http://www.esbnyc.com/index2.cfm?CFID=37276272&CFTOKEN=49737803">Empire State Building</a>. Een aantal jaar was hij één van de medewerkers die kaartjes verkocht voor de toegang tot het roemruchte gebouw. Hij draaide veel diensten en als het nodig was, viel hij ook nog wel eens in bij de winkel op het panoramadek dat allerhande prullaria verkocht met afbeeldingen van dat monumentale beton. Verbazingwekkend wat ze allemaal bedachten om toeristen in de maag te splitsen: flesopeners, slabbetjes, bouwpakketten, aanstekers, T-shirts, ondergoed, sokken en nog veel meer. Allemaal made in Taiwan onder waarschijnlijk zeer slechte omstandigheden. </div><div align="justify"> Toen hij de vijftig begon te naderen, werd langzamerhand alles uit de kast gehaald om hem te lozen. Er waren goedkopere krachten te krijgen die bovendien sneller werkten en er jonger uitzagen. Functioneringsgesprekken gingen vanaf dat moment eigenlijk alleen nog maar over de dingen die hij fout deed. Niet meer over zijn kwaliteiten. Zelfs het feit dat hij zijn vrije tijd besteedde aan een taalstudie Japans, wat toch zeker voordelen zou hebben in de toeristenbranche, mocht niet baten. Hij werd eruit getrapt en toen was hij ineens even werkeloos.</div><div align="justify"> Gelukkig duurde het niet lang. Zijn Japanse kennis bleek een zegen voor een busbedrijf dat ladingen toeristen door de binnenstad rondreed onder het genot van een informatieve babbel van een reisleider. Als één van de weinige operators in de stad kon dit bedrijf nu adverteren met een volledig Japans gesproken bustoer. Dat deed Jack nu alweer een paar jaar. Ook Engelstalig trouwens. Zeven dagen in de week op verschillende tijdstippen. Van vroeg in de ochtend tot en met de <a href="http://www.allnewyorktours.com/body.asp?tour=NYC-B0004&page=TourDetails">New York By Night Tour</a>. Elke dag weer. </div><div align="justify"> Zijn leven had een duidelijk ritme. Hij stond op, ging aan het werk, at zo nu en dan iets en ging weer naar bed. Dat was zijn dag in een notendop. Elke dag weer. Er waren mensen die dat geen leven noemden. Hijzelf eigenlijk ook niet, maar hij was er aan gewend geraakt en had het geaccepteerd. Dit was alles wat er voor hem inzat. Dit was alles wat hij van het leven kon verwachten. Noem het overleven of doorleven. Noem het geen leven. Voor Jack was het elke ochtend weer een geruststellend idee dat hij ’s nachts naar bed mocht en in de tien minuten voordat hij in slaap viel een intense rust als hoogtepunt van zijn dag mocht ervaren. Dat en de wandeling door Central Park elke zondagmorgen, die eindigde op hetzelfde bankje waar hij zijn tijd vulde met vooral proberen om nergens over na te denken. Wat eigenlijk nooit lukte. Maar hij genoot van die uurtjes in het park. Het was het enige tijdstip waarop hij werk weigerde en hij ging daadwerkelijk ongeacht het weer een wandeling maken in dit kleine stukje niemandsland midden in de grote stad. Hij had er gelopen terwijl de sneeuw tot z’n knieën kwam en hij had er gelopen toen zijn schoenen wegzakten in de modder. Het maakte niets uit. De zondagochtend was van hem en van Central Park. <br />
<br />
<em>(Lees in het schrijversblog: Notities bij H 1)</em><br />
</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-72186171258351961412010-03-07T08:47:00.003+01:002010-03-09T15:35:09.406+01:00Proloog<div style="text-align: justify;">Ga mee naar een stad die de naam New York draagt. Een drukke wereld die acht miljoen zielen hun thuis noemen. Hardwerkende mensen in een stad die nooit slaapt. Ga mee naar het deel dat de naam Manhattan draagt. Waar zo’n anderhalf miljoen mensen leven. Als je de onophoudelijke toeristenstroom niet meerekent. Ga mee naar een langwerpig groen stuk van die Grote Appel die de naam Central Park draagt. Kunstmatig en kunstig. Midden in het centrum en toch in een compleet andere wereld. Ga mee naar een bankje in dat park, waar één van die acht miljoen zielen zit. Een man die de naam Jack draagt. <br />
<br />
<em>(Waarom New York? - Lees erover op het schrijverslog)</em></div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com1tag:blogger.com,1999:blog-3889712089779491639.post-34868614083058376362010-03-06T22:09:00.000+01:002010-03-06T22:09:20.400+01:00Uitgelegd ...<div align="justify">Dit is geen blog. Tenminste... niet in de traditionele zin van het woord. Dit is wel een blog geweest, maar ik heb besloten om daar mee op te houden. Niet omdat ik niks te vertellen heb, maar omdat het een kant op ging die ik zelf niet kon waarderen. Schrijven is een klein beetje van je ziel in tekst omzetten. Daar zijn verschillende manieren voor. Ik doe het doormiddel van een verhaal. Het is fictie, maar ik denk dat een schrijver nooit een verhaal kan maken dat niet op z'n minst kleine autobiografische elementen bevat. Je schrijft over dat wat je weet (of denkt te weten). Nu ik al een eindje in het verhaal op weg ben, weet ik dat dit het meest autobiografische verhaal is dat ik ooit heb geschreven. </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify">Het verhaal gaat over Jack, een man van 53 jaar, die in New York woont en werkt. Zes jaar eerder is er iets gebeurd waardoor hij besloten heeft om het echte leven, die waar dromen en verlangens zo'n grote rol spelen, op te geven. Een zelfverkozen kluizenaarsbestaan dat eigenlijk alleen maar uit werken bestaat. Overleven. Een gebeurtenis in zijn monotone bestaan, blijkt het vonkje dat een nieuw vuur doet ontbranden. Een nieuwe droom. Eentje waarop Jack absoluut niet is voorbereid. Voor de laatste keer zet hij een stap in het echte leven waarvan hij het bestaan zolang ontkende.</div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify">Dit verhaal kent een begin en een mogelijk einde. Meer weet ik niet. Het midden is nog vrijwel blanco. Ik schrijf en publiceer zonder te weten waar het uiteindelijk toe zal leiden. Het is een avontuur waarvan ik niet weet hoe het afloopt, maar ook niet of het is vol te houden. </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify">In de zijbalk kun je bladeren door de hoofdstukken, die onregelmatig zullen worden gepubliceerd. Verder vindt je een set met links naar achtergronden bij het verhaal en een schrijverslog. Dit is een apart weblog waarin ik mijn gedachten over het verhaal zal ordenen, eventuele wijzigingen aangeef en extra uitleg verschaf. </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify">Alles op deze site zal waarschijnlijk in beweging blijven. Dit is de ruwe versie van een verhaal dat nog meermalen herschreven zal worden. Er zullen taalfouten inzitten. Als je wilt reageren, waarvoor de mogelijkheid bestaat, doe dan geen moeite taalfouten er uit te halen. Eindredactie is het laatste station. Een taalfout verdwijnt misschien vanzelf doordat de hele zin verandert. Want schrijven is een organisch proces, waarin woorden altijd in dienst staan van het te vertellen verhaal. Ik behoud me het recht voor reacties te verwijderen waarvan ik vind dat ze geen plaats verdienen op deze site. Als je een deel van je ziel omzet in tekst, dan is dat een kwetsbaar en soms moeilijk proces. </div><div align="justify"><br />
</div><div align="justify">Ik hoop dat je zult genieten van de reis. Dat je meeleeft en meedenkt. Dat het je gaat raken. Maar ik kan niks beloven. Want mijn woorden zijn wellicht helemaal niet de jouwe...</div>Gerbenhttp://www.blogger.com/profile/07598590164359288696noreply@blogger.com0