woensdag 7 april 2010

Hoofdstuk 15

Uit Jack's onvoltooide manuscript met de werktitel Zachte Ziel (schriftje 7)

Hallo daar!

   Ik zal me even voorstellen. Mijn naam is David. Ik ben een beetje een rare jongen. Dat is in de, pak ‘em beet, dertig jaar sinds mijn geboorte nooit anders geweest. Sterker nog, voor mijn geboorte was ik al een vreemde. Zie je, ik wilde er niet uit. Uit m’n moeder dan hè. Er moesten de nodige medische hulpmiddelen en een bepaalde mate van verloskundig geweld aan te pas komen om mij uit de beschermende warmte van mijn mammie te krijgen. Karaktertrekje. Ik had namelijk toen al een gruwelijke hekel aan verandering en dat zou nooit meer veranderen (!). Als het aan mij had gelegen, was ik waarschijnlijk nooit naar buiten gekomen. Dan had mijn ma na een jaar of zestien rond moeten lopen met een boodschappenkarretje waarin de uitpuilende buik met zeventig kilo tiener gekieperd kon worden. Best lastig als je daadwerkelijk boodschappen gaat doen, want: waar laat je het tweede karretje dat je voor de artikelen nodig hebt?

   Ik woon in Amsterdam. Het voordeel daarvan is dat ik niet zo opval, want er wonen wel meer rare mensen. Het nadeel daarvan is dat ik niet zo opval. Want dat zou ik soms best willen. Maar meestal niet. Volg je me nog? Geeft niks, ik volg mezelf soms ook niet meer. Wat ik bedoel is: ondanks dat ik best wel een weirdo ben, val ik in het dagelijks gebruik totaal niet op. Je zou straal langs me heenlopen in een winkelstraat en niet opmerken dat ik besta. Toch besta ik wel. Denk ik. Ja, want ik denk en het schijnt zo te werken: Ik denk dus ik besta. Denken doe ik genoeg. Meer dan genoeg. Ik denk de hele dag en krijg dan de gekste ideeën. De ene keer schrijf ik een prentenboek voor het dochtertje van een vriendin en de andere keer rijd ik stad en land af om een andere vriendin kilometers ver weg uit het niets te verrassen met kadootjes. Dat komt doordat ik zoveel denk. De hele dag en zelfs in mijn slaap... denk ik. Dus als je me beter leert kennen, dan vind je mij uiteindelijk toch wel raar. Dat volg je toch wel?

   Weet je wie me soms ook moeilijk volgen? Mijn vriendinnen! In mijn hele leven heb ik maar twee (mannelijke) vrienden gehad. Blijkbaar volgden die mij echt niet! Dus nu heb ik alleen een paar vriendinnen. Leuke vrouwen, heel verschillend maar altijd gezellig. De één spreek ik één keer in maand, een ander misschien twee keer in de maand en weer een ander juist veel vaker. Het maakt niet uit hoe vaak we elkaar spreken, want het is altijd weer leuk. We weten van elkaar dat we onze eigen levens hebben en dus hebben we niet altijd tijd voor elkaar. Of dat nu komt doordat de één een gezin heeft, de ander wat verder weg woont en weer een ander een nogal verschillend werkschema heeft door haar nachtdiensten. Soms is er dus ruimte voor niet meer dan een kort mailtje, een belletje of even helemaal niets, maar dat is OK.

   Mijn vriendinnen weten dat ik een rare jongen ben, daar hebben ze mee leren leven. En ik heb natuurlijk ook met hen leren leven, want op hun eigen manier zijn ze soms ook best een beetje raar. Vrouwen zijn op zich natuurlijk al vreemde wezens. Daarom kan ik ook beter met ze opschieten dan met mannen, denk ik. Het schept een band, die rarigheid. Misschien heb ik gewoon teveel vrouwelijke hormonen. Of ik ben stiekem in het verkeerde lichaam geboren. Ik heb altijd vermoed dat ik eigenlijk lesbisch ben en dat is toch best bijzonder… voor een man. Want ik hou van vrouwen. Niet alleen in vriendschap maar ook in liefde. Maar dat is een beetje het nadeel als je alleen met vrouwen bevriend bent. Je gaat je er zo naar gedragen. En voor je het weet ben je elkaars beste vriendin en vinden ze je net een leuk zusje (of erger nog: de broer die ze nooit hadden). Voor je het weet ben je samen nagels aan het lakken of aan het discussiëren over de onregelmatigheid van haar menstruatiecyclus. Waar ik dan weer geen last van heb. Dus ik heb nog geen vrouwelijke hormonen genoeg. Maar mijn punt is: zo wordt het natuurlijk nooit wat met de liefde en dus heb ik het maar opgegeven. Volg je me weer?

   Zoals gezegd: ik heb weinig vriendinnen. Maar ik zou ze niet willen missen, want in de momenten dat ik ze in mijn leven heb, zijn ze net de kers op de taart (ik hou niet van kersen, maar als ik daar wel van zou houden, zouden ze de kers op de taart zijn). Of het nu gaat om het drinken van een kop koffie (zelf drink ik liever thee), een snelle hap bij McDonald’s, het kijken van een filmpje op de bank of in de bioscoop of een mailtje zo af en toe; het zijn de kleine dingen die het leven voor deze jongen net iets meer de moeite waard maken. Wat ik maar zeggen wil: vriendschap komt in vele vormen. Vaak veranderen ze ook van vorm, net als levens van vorm veranderen. En het leuke is... je kunt er nooit genoeg van krijgen, in welke vorm dan ook.

   Wat wil ik nou eigenlijk over mezelf zeggen? Heel eenvoudig… dit is wie ik ben. Je vindt me raar en je hebt geluk, want dat vind ik ook van mezelf. Ook dat schept een band. Van een vreemd soort, maar daarom niet minder. Misschien soms wel meer. Of gewoon anders. En zelfs al ben ik anders, toch ben ik ook nog best een heel klein beetje de moeite waard. Want vriendschap is voor mij het allerbelangrijkste in deze hele gestoorde wereld. Ik doe er alles voor. Ik geef er alles aan. Eigenlijk is niets te gek. Vierentwintig uur per dag sta ik paraat voor de vriendinnen die mij nodig hebben, zelfs als dat andersom misschien niet geldt. Dat vind ik ook helemaal niet erg, want dat kun je niet verwachten van een mens. Maar ik wil het wel bieden, omdat mijn gevoel zegt dat ik het zo moet doen. Ook raar, maar het maakt mij wie ik ben. Dus ja… dit is wie ik ben. En als je daar niet mee kunt leven, dan ben ik nog altijd een vriend voor jou; ook als jij geen vriendin meer bent voor mij.

Hartelijke groeten,
David.

 
Lees, als je durft, in het schrijversblog: Vriendschap met een Zachte Ziel

Geen opmerkingen:

Een reactie posten