woensdag 21 april 2010

Hoofdstuk 18

  
   Jack legde zijn wijsvinger op het koele metaal van de goudkleurige knop en drukte deze zachtjes in. Door de deur hoorde hij een tweetonig geluid dat zijn komst aankondigde. Hij wachtte geduldig, maar voelde ook een soort onrust. Anticipatie.
   De deur ging open, maar het was niet Lynn die voor hem stond, zoals hij verwachtte. Het was Bill. Haar vader. ‘Gewoon Jack,’ zei hij met een brede lach, ‘kom verder.’
   Jack deed het, maar niet van harte. Het liefst was hij gelijk weer omgekeerd en weggegaan. Maar hij liep toch naar binnen. Er kwam een moment dat je niet meer weg kon lopen, zelfs al wilde je dat graag. Dat je onder ogen moest zien wat onvermijdelijk was. Dit was zo’n moment. Dat voelde Jack. Dit was zo’n moment.
   Ze liepen naar de woonkamer waar Lynn op de bank zat. Tegenover haar in een stoel zat een jongeman. Blond haar, keurig in pak; net als Bill. Lynn draaide zich om naar Jack. Het eerste wat opviel, was dat ze geen mitella meer droeg. ‘Hoi Jack,’ zei ze terwijl er een warme glimlach over haar gezicht streek, ‘mijn vader kwam onaangekondigd langs met een collega. Ik had je wel willen bellen om een andere keer af te spreken, maar… nou ja. Dat gaat een beetje moeilijk.’
   ‘Het geeft niet,’ zei Jack, die dat natuurlijk niet meende. Het gaf wel. Hij had deze twee mensen hier liever niet gehad, maar hij kon moeilijk iets anders zeggen. Hij kon moeilijk gelijk weer weggaan. Dus hij liep naar de man in de stoel en stak zijn hand uit, waarna hij zich voorstelde. De man deed hetzelfde en vertelde dat hij Jeremy heette en een collega was van Lynn. Daarna nam Jack plaats naast Lynn op de bank, waarbij hij het koffiekopje op de tafel voor hem express negeerde, in de wetenschap dat hij op de plek van Bill was gaan zitten.
   ‘Nou,’ zei Bill op luide toon, ‘jullie zijn wel wat meer dan collega’s dunkt me.’ Jeremy glimlachte veelbetekenend maar er werd verder niet meer over gesproken. Bill ging verder: ‘Jack, Lynn vindt dat ik je mijn excuses verschuldigd ben.’ Daarna was het even stil.
   ‘En wat vindt u zelf?’
   Bill antwoordde niet, maar keek Jack enigszins vijandig aan. Jack lachte om zijn irritatie te verbergen en voegde eraan toe: ‘Lynn weet wat ik er van vind. U bent mij geen excuses verschuldigd en al helemaal niet wanneer u ze niet meent. Maar ik begrijp waar u vandaan komt en ik kan u zelfs wel een beetje gelijk geven.’
   ‘Werkelijk?’
   ‘Natuurlijk! Een vreemde man stapt het leven van uw dochter binnen. U kent hem niet. Zij kent hem eigenlijk ook niet. En toch is er een band. U weet niet welke band. Ik weet niet welke band. Zij weet eigenlijk ook niet welke band. Dat is beangstigend voor een vader. Zijn kleine meid slaat een onbekend pad in met een onbekende man. Ik denk dat ik dat in uw geval ook moeilijk zou kunnen accepteren.’
   Na een korte stilte, zei Bill: ‘Mooi, dan laten we de verontschuldigingen zitten en gaan we gelijk over op de vraag die mij al een hele tijd bezighoudt. Wat wil je van mijn dochter?’
   ‘Pa!’ Lynn gooide het woord eruit met een ongekende felheid.
   Jack liet zich niet uit het veld slaan. ‘Dat is een hele legitieme vraag meneer. En het antwoord is: niets. Ik wil helemaal niets van haar. Ik heb er niet om gevraagd dat zij in mijn leven kwam, maar ik ben dankbaar voor de momenten die ons gegund zijn. Eventjes weet ik weer wat het is om te leven. Dat gaat niet lang duren. Niets in mijn leven dat van enige waarde is, blijft echt lang, maar zolang het er is, ben ik er dankbaar voor en waardeer ik het. Daarom is de vraag ook niet wat ik wil van uw dochter, maar wat zij wil van mij. Het eerste contact kwam van haar. De eerste keer dat we samen uitgingen, kwam van haar. Eigenlijk komt al het contact van haar. Want ik zou nooit contact kunnen maken. Dat heb ik niet geleerd. Daar heb ik de capaciteiten niet voor. Meneer, ik heb geen vrienden. Ik heb geen leven. Dat zal ook nu niet veranderen, zelfs al verlang ik er stiekem best naar. Ik ken mijn plaats en die is niet bij Lynn. Maar zolang het duurt, volg ik dit pad en zie ik wel waar het me heenbrengt.’
   Het duurde zeker een volle minuut. De stilte. Niemand zei iets. Jeremy had zichzelf alleen nog maar voorgesteld. Lynn had ook nog niet veel gesproken. Alleen Bill en Jack hadden de koppen figuurlijk tegen elkaar geslagen. In een mondeling gevecht dat wel iets weg had van een soort David versus Goliath, waren ze de strijd aangegaan. En Jack leek al vrij snel de beslissende slag te hebben uitgedeeld. Dat leek zo.
   ‘Hoeveel?’ vroeg Bill.
   ‘Hmmm?’ bracht Jack voort.
   ‘Hoeveel kost het om je wat eerder van dat pad af te krijgen?’
   ‘Hoe bedoelt u?’
   Demonstratief deed Bill een greep in zijn binnenzak en haalde daar een chequeboekje uit, samen met een luxe pen. Hij smeet ze samen op de tafel voor hem en vroeg nogmaals ‘Hoeveel?’
   ‘Pa, hou eens op.’ De intensiteit in Lynn’s stem was er niet minder om geworden. Als je een heel goed gehoor had, dan zou je zelfs een kleine toename gesignaleerd hebben. Bill negeerde zijn dochter, maar bleef strak naar Jack kijken. Jeremy zat onbewegelijk stil en keek naar zijn handen die eveneens stil in zijn schoot lagen. Hij voelde zich duidelijk ongemakkelijk. Jack niet. Die was op een bepaalde manier eigenlijk best rustig en zelfverzekerd. Een vreemde gewaarwording voor zo’n figuur als hij.
   ‘Meneer Ryder, er zien drie dingen waar ik genoeg van heb. Ik heb er niet meer van nodig dan ik nu heb en één ervan zou zelfs nog wel minder kunnen. Van wat u biedt, heb ik al precies genoeg. Ik heb niet meer nodig. Ik kan mezelf onderhouden en dat is voldoende.’
   ‘Naast geld, wat zijn dan de andere twee?’ Jeremy mengde zich plotseling in het gesprek. Hij vroeg het op een vriendelijke toon. Zijn ogen straalden een oprechte interesse uit. Hij wilde het graag weten, dat was meer dan duidelijk. Jack richtte zich even tot hem.
   ‘Ruimte en tijd. Ik woon in een heel klein appartement. Lynn kan dat beamen. Het volledige oppervlakte is ongeveer zo groot als deze woonkamer. Meer heb ik niet nodig. Ik woon alleen en een groot deel van de dag ben ik weg. Dan doe ik mijn werk. Als ik thuiskom dan ga ik lezen of schrijven en daarna slapen. Daar heb je maar heel weinig ruimte voor nodig. En als ik meer ruimte wil, dan ga ik naar buiten. De ruimte die voor dit gebouw ligt, biedt mij alles wat ik op een zondag nodig heb.
   ‘Dan is er nog tijd. Daar heb ik misschien wel teveel van, want het heeft voor mij echt geen enkele waarde. Ik vul het met werken, eten en slapen. Ik lees een boek, schrijf een beetje en ga zo af en toe naar het park. Maar als ik er morgen niet meer zou zijn, dan zou dat ook goed zijn. Het zou me niet uitmaken. Er zijn dingen die ik graag mee zou willen maken, maar ze zullen nooit gebeuren. Ik ga er ook niet meer op wachten. Dus meneer Ryder…’, Jack draaide zijn hoofd weer terug naar zijn Goliath, ‘u kunt me miljoenen bieden, maar daar heb ik niets aan. Want als ik meer geld had dan ik nu heb, dan zou ik niet meer hoeven te werken en dat zou weer betekenen dat ik nog meer tijd heb. Die ik helemaal niet zou kunnen vullen. Want als je alleen bent, dan is het bezetten van tijd heel belangrijk. Alle tijd die je overhoudt, gebruik je om te denken. En daar heb je niets aan. Denken leidt tot voelen, voelen leidt tot verdriet en verdriet leidt tot het verlies van jezelf.’
   ‘U heeft een treurig bestaan,’ constateerde Jeremy.
   ‘Die hebben we allemaal. Niemand uitgezonderd. Maar een heleboel mensen maskeren die treurigheid met illusies, dromen en liefde. Dat maakt een hoop goed en er zijn zelfs mensen die menen dat het hun raison d’être is.’ Jack gebruikte die term niet voor niets. Het was iets competitiefs. Hij wilde het gezelschap tonen dat ook een toergids een intellectueel kon zijn. Hij vervolgde zijn relaas. ‘Die luxe ken ik niet. Maar ik heb dan ook nooit echte liefde mogen kennen. Ik heb het gezien bij anderen en ik ben er jaloers op, maar mij is het nooit overkomen. Althans, niet wederzijds. En als maagd van in de vijftig houd ik daar ook niet meer serieus rekening mee. Sterker nog, ik sluit me daarvoor af. Want op mijn leeftijd brengen zulke dromen alleen nog maar verbittering met zich mee.’
   ‘Wat doet u dan met mijn dochter?’ Jack constateerde dat Bill het nog steeds niet begrepen had. Op zich was dat niet vreemd, want Jack begreep het zelf ook niet helemaal. Op een bepaalde manier voelde hij een intense liefde voor de vrouw naast hem en op een bepaalde manier kon hij zelfs geloven dat zij de ware voor hem was. Leeftijd deed daarbij wat hem betreft niet ter zake. Maar er was ook veel dat zo’n soort liefde tegensprak. Hij kon het in eerste instantie niet geloven, want hij had zich echt verliefd gevoeld, maar na verloop van tijd was er iets veranderd aan dat gevoel. Het was de constatering dat het toch vooral om liefde ging. Liefde kende vele vormen en vriendschap was waarschijnlijk wel de mooiste. Want echte vriendschap, zo dacht Jack, kon wel eens langer bestaan dan menig relatie. Maar wat de precieze band tussen hemzelf en de mooie dame naast hem was, kon hij eigenlijk niet zeggen. Wat zou er maximaal voor vriendschap tussen hen tweeën kunnen bestaan? Was hij na zo lange tijd eigenlijk nog wel in staat tot vriendschap en moest hij het risico nemen om dat te onderzoeken?
   Jack merkte pas dat hij daarover diep in gedachten was geraakt, toen Lynn voor hem antwoordde op de vraag van haar vader. ‘Wat doet het er toe? Waarom kun je het gewoon niet met rust laten?’
   ‘Nou Lynn, eigenlijk doet dat er best wel iets toe. En meneer Ryder, ik weet niet wat ik met uw dochter doe. Ik weet ook niet wat ze met mij doet. Het begint er op te lijken dat ik weer eens verzeild ben geraakt in een sprankje leven. Ik doe al jaren mijn best om daaraan te ontsnappen, maar zo af en toe komt het toch door de kiertjes van mijn bestaan binnen. En dan ben ik weer even gefascineerd en ik laat me gaan in de volle wetenschap van het komende verdriet en het verlies van mezelf. Als een mot die verzengd wordt door het vuur.’ Jack keek in de ongelovige ogen van Lynn, die verward was door zijn woorden.
   ‘Daar kun je het mee doen Lynn,’ zei Bill triomfantelijk. ‘Hij vertelt je nu al dat je zijn ondergang gaat worden.’
   ‘Er is iets wat ik niet begrijp,’ viel Jeremy in, ‘als je dat weet, waarom ga je er dan mee door? Want schade aan jezelf is jouw probleem. Maar de schade die je aan mijn lief toebrengt is een hele andere zaak.’
   Mijn lief. De relatie tussen deze twee mensen werd ineens een stuk duidelijker. En daarmee ook weer zijn positie. Want hoewel Jack inmiddels wist dat hij niet echt verliefd op haar was, betekende het uiteindelijk ook dat hij ruimte zou verliezen om met Lynn om te gaan. Om fysieke ruimte gaf hij weliswaar niets, maar de innerlijke ruimte was weldegelijk belangrijk. Hij had het gezien in het verleden. Mensen om hem heen die relaties kregen, gingen zich richten op elkaar. En als ze zich toch even op anderen richten, dan bij voorkeur naar mensen die ook met z’n tweeën waren. De vrouwelijke single was happening. Een onafhankelijke vrouw was voor zichzelf bijna een statussymbool, maar voor mannen was dat altijd anders. Die waren een beetje zielig als ze geen vrouw hadden en dat soort zieligheid kon je maar beter niet te vaak in je buurt hebben. Misschien was het zijn gedachte die dit uitstraalde en uiteindelijk vriendschappen vernietigde, maar hoe het ook was, het gebeurde onherroepelijk.
   ‘Jeremy, ik denk dat je gelijk hebt. Daarom wordt het hoog tijd om te gaan. Bedankt allemaal voor een aangename discussie. Ik moet er nodig weer eens vandoor.’
   Lynn schoot uit met haar arm en pakte Jack’s hand vast. Een scheut van pijn was zichtbaar in de spieren van haar gezicht. Ze was iets te snel geweest. Haar helende lichaam kon dat niet waarderen. Ze keken elkaar aan. Lynn zag de enigszins droevige blik van Jack die aangaf dat hij het idee had dat het einde van hun contact voorbij was en Jack zag de wonderbaarlijke vastberadenheid van haar blik die aangaf dat ze daar geen genoegen mee zou nemen. Nog niet.
   ‘Ik moet gaan,’ zei Jack zacht tegen haar. ‘Dat is gewoon beter. Want Jeremy heeft gelijk. Er komt een moment dat ik je pijn ga doen. Misschien heb ik dat nu al wel gedaan. Maar voordat het erger wordt, moet ik dit afbreken. Want je bent te mooi en te lief om te beschadigen. Dat verdien je niet.’
   ‘Mag ik zelf bepalen wat ik verdien? En hoe weet je dat je mij pijn gaat doen? Wil je dat soms?’
   ‘Het gaat er niet om wat ik wil, Lynn. Het gaat er om wat ik doe. Uiteindelijk heb ik gewoon een zelfdestructieve persoonlijkheid waarin ik anderen meesleep. Ik ben niet voor niets alleen. Dat is een keuze. Dat is om fantastische mensen zoals jij tegen mijzelf te beschermen. Laat me dat alsjeblieft voor je doen.’ Een kleine snik klonk door in Jack’s stem. Het was doodstil. Zelfs Bill had geen gevat antwoord om door de lucht te laten slingeren. Lynn verzwakte haar greep op Jack’s hand. Hij trok die terug en stond langzaam op. Er werd geen woord meer gesproken toen hij naar de voordeur liep en die opendeed. Jack sloot de doodse stilte achter zich.
   Hij liep naar de lift en voelde zich bedroefd. Hij deed moeite om de tranen binnen te houden en dat lukte wonderwel. Het was mooi geweest. Het was een bijzondere tijd geweest. Maar nu was het voorbij. Er waren slechtere manieren om een vriendschap te beëindigen. Hij had hele drama’s haar kant op kunnen laten slingeren, maar zover was het gelukkig nog niet gekomen. Want dan had hij maar moeilijk met zichzelf kunnen leven. Hij was een betere persoon; zelfs al voelde het als een nederlaag om zoiets leuks te laten gaan. Om het leven voor de zoveelste keer uit zijn handen te laten glijden. Maar het was goed zo. De liftdeuren sloten achter hem met het besef dat hij ook een periode had afgesloten. Een tijdelijk leven waar hij kort van genoten had, maar waar hij zich niet nogmaals aan moest wagen.
   Het zou nog even duren voordat zijn dienst begon, maar die tijd kwam vanzelf. Het werk kwam vanzelf. En het ritme van zijn bestaan zou weer teruggevormd worden als zo’n kussen. Zo eentje met van dat Nasa-schuim dat Jack niet kon betalen. Dat vanzelf weer terugschoot in zijn vorm als je het hoofd er van lichtte.

In het schrijverslog vindt je de volgende onderwerpen:
* Beter goed gejat...
* ... dan slecht bedacht
* Notities bij H 18

Geen opmerkingen:

Een reactie posten